Inweek- en voorwasmiddelen zijn geschikt voor extra vuile was. In deze middelen zitten veel/weinig enzymen?
Totaalwasmiddelen bevatten geen/wel bleekmiddel en optische witmiddelen.
Witwasmiddelen bevatten geen/wel extra bleekmiddel en optische witmiddelen
Slide 13 - Tekstslide
Wasmiddelen (vervolg)
Bontwasmiddelen bevatten geen/wel bleekmiddel, bleekactivator en optische witmiddelen
In fijnwasmiddel zit geen/wel waskrachtversterker
In wolwasmiddel zitten wel/geen enzymen
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag
Praktijk:
Taak 6: HACCP controle
Taak 8: Koffie en thee serveren
Tekstbronnen Deel C: 2.20/2.22/2.23/2.25/4.22/4.23/2.17/2.19
Tekstbron 2.2: Poster handen wassen
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag
Start met boekopdrachten
Werken aan opgegeven opdrachten, alleen of met eigen groepje
alles klaar? Start met weekopdracht!
Muziek luisteren via oortjes laptop
Toilet gebruik na 30 minuten 1 voor 1
Slide 16 - Tekstslide
Snijtechnieken
Wat past bij elkaar?
Julienne
Chinoise
Brunoise
Carré
Slide 17 - Sleepvraag
Aardappelschilmesje
Koksmes
Dunschiller
Zeef
Vergiet
Garde
Pannenkoekenmes
Pannenlikker
Deegschaper
Staafmixer
Slide 18 - Sleepvraag
Snijtechnieken
Vandaag behandelen we 3 soorten snijtechnieken en gaan we leren hoe je veilig kan snijden.
en Julienne
en chinoise
en brunoise
Slide 19 - Tekstslide
en julienne oftewel in reepjes
Slide 20 - Tekstslide
Snijtechniek 'en chinoise' oftewel de ruitvorm
Deze snijtechniek gaan we gebruiken bij het snijden van de prei.
Slide 21 - Tekstslide
Snijtechniek 'brunoise' oftewel in blokjes
Deze snijtechniek gaan we gebruiken met de knolselderij.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Oefenen met de 3 snijtechnieken
Jullie gaan per 6 a 7 leerlingen, individueel oefenen met de 3 snijtechnieken.
Let op: Je gebruikt een vlijmscherp koksmes, dus pas op de vingertoppen!
Jullie snijden de groenten, ik maak er een verse groentesoep van!
Slide 25 - Tekstslide
Maak 3 foto's van het eindresultaat en voeg toe aan je portfolio
Prei: en chinoise
wortel: en julienne (in dunne reepjes)
knolselderij: en brunoise
Slide 26 - Tekstslide
Planning snijtechnieken:
8.30u: 6 leerlingen
9.30u: 6 leerlingen
10.30u: 5 leerlingen
Slide 27 - Tekstslide
Lees tekstbron 4 goed door:
'een draaiboek maken'. (blz 27 en 28)
Jullie gaan een draaiboek maken en wordt een bijlage in je zakelijke email.
Je gaat de email pas echt verzenden, als je daarvoor goedkeuring en toestemming hebt. Dit is namelijk je complete plan!
Slide 28 - Tekstslide
Een draaiboek maken
Een draaiboek is een overzicht van alle activiteiten die je moet doen om de organisatie goed te laten verlopen. Dit is om precies te weten wie er wat op welk moment moet doen.
Dit is erg belangrijk om goed samen te kunnen werken, omdat hier je afspraken in vastgelegd staan.
Slide 29 - Tekstslide
Maak een bestand in word aan
Dit bestand heet 'draaiboek van ....' en noteer de namen uit je groepje.
Een draaiboek bestaat uit 3 fases:
1. Voorbereidingsfase
2. Uitvoeringsfase
3. Evaluatiefase
Slide 30 - Tekstslide
Voorbereidingsfase
Slide 31 - Tekstslide
Uitvoeringsfase:
Slide 32 - Tekstslide
Evaluatiefase: 11.30u
Slide 33 - Tekstslide
Opdracht 8 en 9 Een zakelijke mail opstellen en je draaiboek maken
Jullie gaan beginnen met het lezen van blz. 34!
Hier leer je hoe je een zakelijke mail moet opstellen.
Opbouw zakelijke email: onderwerp, aanhef, inleiding, kern, afsluiting en ondertekening.
Slide 34 - Tekstslide
Periodieke schoonmaak is
A
iets dagelijks reinigen
B
onregelmatig iets reinigen
C
met vaste regelmaat iets reinigen
D
nooit iets reinigen
Slide 35 - Quizvraag
Dagelijkse schoonmaak
Wekelijkse schoonmaak
Periodieke schoonmaak
Bovenop kasten schoonmaken
Glazen deur
wassen
Legen van prullenbak
Slide 36 - Sleepvraag
Reinigingsmiddelen
1. Reinigingsmiddelen
2. Onderhoudsmiddelen
3. Gecombineerde middelen
4. Desinfecterende middelen
5. Oplosmiddelen
Slide 37 - Tekstslide
Wat is de functie van een reinigingsmiddel?
A
Het verwijderen van roest.
B
Het verwijderen van water.
C
Het verwijderen van vuil.
D
Desinfecteren.
Slide 38 - Quizvraag
Wat is de functie van onderhoudsmiddelen?
A
Dat materialen glanzen.
B
Dat materialen niet meer roesten.
C
Dat materialen geen bacterie meer bevatten.
D
Dat materialen een extra beschermlaagje krijgen.
Slide 39 - Quizvraag
Wat is geen onderhoudsmiddel?
A
Soda
B
Schoenpoets
C
Polijstmiddel
D
Boenwas
Slide 40 - Quizvraag
Zuurgraad
Slide 41 - Tekstslide
Wat betekenen de wassymbolen?
Bleken
Professioneel reinigen
Strijken
Droger
Wassen
Slide 42 - Sleepvraag
Ergonomie is
A
Letten op je taalgebruik
B
Letten op je zithouding
C
Letten op je algemene lichaamshouding
D
Letten op de taal en lichaamshouding
Slide 43 - Quizvraag
de schoonmaakregel is:
A
van vuil naar schoon
B
van schoon naar vuil
Slide 44 - Quizvraag
de schoonmaakregel is:
A
van binnen naar buiten
B
van buiten naar binnen
Slide 45 - Quizvraag
de schoonmaakregel is:
A
van boven naar beneden
B
van beneden naar boven
Slide 46 - Quizvraag
Sleep de gevaarsymbolen naar de goede betekenis.
Bijtende stoffen
Explosieve stoffen
Brandbare stoffen
Giftige stoffen
Slide 47 - Sleepvraag
Wasgoed controleren
zakken legen
ritsen dicht
soms binnenste buiten
vlekken voorbehandelen
Knoop aannaaien
Afstropen
Slide 48 - Tekstslide
Bij elk stuk textiel vind je een . Op dit etiket staat met 5 symbolen aangegeven hoe je het artikel het beste kunt wassen, , strijken,
reinigen en drogen.
Daarnaast kun je in textiel ook een tegenkomen. Dit etiket geeft je informatie over de waaruit het textiel is samengesteld. Bij het bewaren van de vuile was is het belangrijk dat het wasgoed is. Bewaar vuile was niet te lang, want dan krijg je vaak niet meer weg.
Bij het sorteren van de was kijk je als eerste naar de .De wasgroep vanaf 60 graden Celsius sorteer je dan op . Bij wasgoed lager dan 60 graden kijk je naar het etiket om te bepalen of er een speciaal nodig is.