Nu volgt er een tekst die in stukken is gehakt.
Na elk tekstfragment volgt er een vraag.
Alle vragen gaan over signaalwoorden en tekstverbanden.
Als je deze tekst in de klas had gemaakt, had ik je een marshmallow gegeven en ook een keus. Namelijk de keus om de marshmallow meteen op te eten of om te wachten tot je klaar was met de opdracht, dan zou je namelijk twee marshmallows krijgen.
Wat zou jij kiezen?
En waarom vraag ik dit?
Lees de tekst maar.