VWO 4 periode 3 sprint 1

Geschiedenis klas 4 
How to become a tyrant?

Voorbereiding:
nvt

In de les: 
- Periode 4
- Hoe word je een dictator? 
- Kenmerkende aspecten
- Lodewijk XIV: de zonnekoning
- Catharina de Grote
- Afsluiting



Huiswerk volgende les: 

1
Deelvragen:
- Hoe zijn de zes alleenheersers aan de macht gekomen?
- Hoe hebben deze alleenheersers ervoor gezorgd dat ze aan de macht bleven?

Grijp de macht & verpletter je rivalen!
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis klas 4 
How to become a tyrant?

Voorbereiding:
nvt

In de les: 
- Periode 4
- Hoe word je een dictator? 
- Kenmerkende aspecten
- Lodewijk XIV: de zonnekoning
- Catharina de Grote
- Afsluiting



Huiswerk volgende les: 

1
Deelvragen:
- Hoe zijn de zes alleenheersers aan de macht gekomen?
- Hoe hebben deze alleenheersers ervoor gezorgd dat ze aan de macht bleven?

Grijp de macht & verpletter je rivalen!

Slide 1 - Tekstslide

Periode 3: How to become a tyrant
- Zes alleenheersers centraal: 
 1. Lodewijk XIV, 
2. Catharina de Grote, 
3. Napoleon Bonaparte, 
4. Benito Mussolini, 
5. Jozef Stalin, 
6. Mao Zedong.  
- Bijbehorende kenmerkende aspecten (video's in de lessonup)
- PO: Tinderen met Machiavelli. 
- Netflix-serie "How to become a tyrant" 

Slide 2 - Tekstslide

Periode 3: How to become a tyrant
Stel: Jij wordt de dictator van Nederland. Welke stappen moet je dan ondernemen?

- Overleg met de leerling naast je
- Maak een stappenplan. 

Slide 3 - Tekstslide

Periode 3: How to become a tyrant
Stappenplan: 

1. Grijp de macht
2. Verpletter je rivalen
3. Regeer door terreur
4. Controleer de waarheid
5. Creëer een nieuwe samenleving
6. Regeer voor eeuwig

Slide 4 - Tekstslide

Geschiedenis klas 4 
How to become a tyrant?

Voorbereiding:
nvt

In de les: 
- Binnen = Beginnen: how to become a tyrant?
- KA's 17 & 23 + opdrachten. 
- Lodewijk XIV & Catharina de Grote
- Zelfstandig werken opdr. 
- Afsluiting



Huiswerk volgende les: 

2
Deelvragen:
- Hoe zijn de zes alleenheersers aan de macht gekomen?
- Hoe hebben deze alleenheersers ervoor gezorgd dat ze aan de macht bleven?

Grijp de macht & verpletter je rivalen!

Slide 5 - Tekstslide

KA 17: Het begin van staten
"Het begin van staatsvorming en centralisatie"

- Grotere belastingopbrengst 
-  huurlegers
- Aanstellen van ambtenaren uit de stedelijke burgerij (opgeleid in Romeins recht)
- Koningen minder afhankelijk van edelen
- "Nationale" staten, Centraal bestuur & moderne administratie

Slide 6 - Tekstslide

KA 23: Het absolutisme
"het streven van vorsten naar absolute macht"
Begrippen
- centrale besturen (centralisatie), absolute monarchieën, mercantilisme, 

Personen: 
- Lodwijk XIV, Catharina de Grote, Peter de grote, Colbert, Mazarin. 

Gebeurtenissen/ontwikkelingen: 
- regeren volgens het droit divin (goddelijk recht)
- Einde aan macht en invloed van edelen (bijv. Lodewijk XIV)
- Economie ondergeschikt aan koninklijke macht (mercantilisme)

Slide 7 - Tekstslide

Lodewijk XIV: Grijp de macht. 
1 & 4: L' etat, c'est moi, le droit divin (goddelijke recht), 
- Fronde (1648-1653)
- 1643: Koning (5 jaar oud)
3 (1685: herroepen Edict van Nantes), Hugenoten weggejaard
     De Republiek. Frankrijk weer "helemaal" katholiek, Ballet, 
     Kunst & oorlog (kwaliteiten van een goede koning)
4.  Zonnekoning (embleem), schilderijen, Versailles
5. Jean Baptiste Colbert, Kardinaal Mazarin, 
6. na het overlijden Mazarin (1661).
1. Geloof in jezelf
2. verkoop verontwaardiging
3. Wees een man van het volk. 
4. Maak van jezelf een merk 
5. Bouw een betrouwbaar team om je heen 
6. kies een goed moment om toe te slaan 

Slide 8 - Tekstslide

Lodewijk XIV: Verpletter je rivalen
1. Absolute macht (image vivante de Dieu)
2. Colbert en zijn administratie
3. Geld uitgeven (kunst, paleizen, oorlog) en de staatsschuld. 
4. Mercantilisme
5. Versailles en hofcultuur (toneelstuk) 
6. Bijvoorbeeld Mazarin

1. Domineer
2. Wees overal (geheime politie) 
3. Koop loyaliteit 
4. Steel alles uit je land.
5. Mindgames
6. Iedereen is vervangbaar  

Slide 9 - Tekstslide

Geschiedenis klas 4 
How to become a tyrant?

Voorbereiding:
nvt

In de les: 
- Binnen = Beginnen: how to become a tyrant?
- KA's 23, 27, 28 + opdrachten. 
- Lodewijk XIV & Catharina de Grote
- Zelfstandig werken opdr. 
- Afsluiting



Huiswerk volgende les: 

3

Binnen = Beginnen: 

Hoe zorgde Lodewijk XIV ervoor dat hij de absolute macht kreeg en behield? 
Grijp de macht & verpletter je rivalen!

Slide 10 - Tekstslide

Verlichting (KA 27, blz. 70)
"Rationeel optimisme en 'verlicht denken' da werd toegepast op alle terreinen van 
de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen."

Begrippen
Empirisme, rationalisme, volkssoevereiniteit, natuurrechten, 
burgerrechten, ratio, verdraagzaamheid, tolerantie, rechtsstaten, 

Personen: 
Spinoza, Rousseau (gelijkheid van alle mensen), Montesquieu (scheiding der machten), Voltaire, Mary Wolestonecraft (vrouwenrechten), Diderot (encyclopedie), Kant (durf voor jezelf te denken), 

Gebeurtenissen/ontwikkelingen (jaartallen?)
- toepassen van wetenschappelijke benadering (empirisme & rationalisme) op de samenleving, politiek, religie en economie
 

Slide 11 - Tekstslide

Verlicht absolutisme (KA, blz. 72)
Begrippen: 
rationeel bestuur, absolutisme, tolerantie, droit divin (goddelijk recht), publiek belang. 

Personen
Frederik de Grote van Pruissen, Catharina de Grote (Rusland), Joseph II (Oostenrijk)

Gebeurtenissen/ ontwikkelingen: 
- De welvaart bevorderen in het land door middel 
van een rationeel (verlicht) absoluut bestuur van de vorst. 
- koning moest verstandig regeren in het belang van het volk. 

Slide 12 - Tekstslide

Democratische revoluties (KA, blz. 72)
begrippen: 
Vrijheid, gelijkheid, democratie, terreur, reactie, 

Personen: 
George Washington, Lodewijk XVI, Stadhouder Willem V, 
Robbespiere, Van der Capellen, Napoleon Bonaparte,

Gebeurtenissen en ontwikkelingen: 
- Franse revolutie (1789-1799), Amerikaanse Revolutie (1775-1783), 
Bataafse Revolutie (1781/1795)

Slide 13 - Tekstslide

Catharina de grote
1. Voorbereid om te regeren (Machiavelli)
2. Complotten & aanslagen
3. Verlicht absolutisme (Voor het volk, niet door het volk), 
vertrouwen in de wetenschap (vaccinatie)
4. Beroemd om liefdesleven (wat vinden we hiervan?) 
5. Grigori Orlov, Grigori Potjomkin (minnaars en regering)
6. 1762: coup, na het overlijden van Elisabeth en kortstondige 
regeerperiode Peter III
1. Geloof in jezelf
2. verkoop verontwaardiging
3. Wees een man van het volk. 
4. Maak van jezelf een merk 
5. Bouw een betrouwbaar team om je heen 
6. kies een goed moment om toe te slaan 

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
- Opdracht 2 & 8 (blz. 54 WB) maken. 
- Opdracht 1 & 2 (blz. 57 WB) maken. 

Slide 15 - Tekstslide

Catharina de grote
2. Censuur, onvrijheid (lijfeigenschap & rechten voor adel) en verbanningen (ondanks verlichte denkbeelden)
6. Zelfs familie: Peter III & haar zoon Paul I

1. Domineer
2. Wees overal (geheime politie) 
3. Koop loyaliteit 
4. Steel alles uit je land.
5. Mindgames
6. Iedereen is vervangbaar  

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting: 

Slide 17 - Tekstslide

Geschiedenis klas 4 

How to become a tyrant 
Voorbereiding:
nvt

In de les: 
- maken + bespreken opdrachten Verlicht absolutisme
- Uitleg + instructie Napoleon en democratische revoluties. 
- afsluiting

3
Deelvragen:
- Hoe zijn de zes alleenheersers aan de macht gekomen?
- Hoe hebben deze alleenheersers ervoor gezorgd dat ze aan de macht bleven?

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
- Opdracht 2 & 8 (blz. 54 WB) maken. 
- Opdracht 1 & 2 (blz. 57 WB) maken. 

Slide 19 - Tekstslide

Democratische revoluties (KA, blz. 72)
begrippen: 
Vrijheid, gelijkheid, democratie, terreur, reactie, 

Personen
George Washington, Lodewijk XVI, Stadhouder Willem V, 
Robbespiere, Van der Capellen, Napoleon Bonaparte,

Gebeurtenissen en ontwikkelingen: 
- Franse revolutie (1789-1799), Amerikaanse Revolutie (1775-1783), 
Bataafse Revolutie (1781/1795)

Slide 20 - Tekstslide

De drie fases van de Franse Revolutie

Slide 21 - Tekstslide

Napoleon Bonaparte
1. Enorm populaire generaal tijdens de revolutie, kroont zichzelf tot keizer
2. Jacobijnen en royalisten (na aanslag in 1800)
3. Plebisciet/Referendum 1804: Keizerschap. 
4. Profileren als een opvolger van het Romeinse Rijk en Karel de Grote. 
5. Concordaat met de Paus (1801)
6. continue oorlog, maar in 1799 staatsgreep, 1804: gekroond tot keizer (Romeinse ambities)
1. Geloof in jezelf
2. verkoop verontwaardiging
3. Wees een man van het volk. 
4. Maak van jezelf een merk 
5. Bouw een betrouwbaar team om je heen 
6. kies een goed moment om toe te slaan 

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
- Lezen KA 30 (blz. 73 HB)
- Maken opdr. 19 & 20 (blz. 57) + examentraining 6 & 7 (blz. 57 WB)

Slide 23 - Tekstslide

Geschiedenis klas 4 

How to become a tyrant 
Voorbereiding:
nvt

In de les: 
- Binnen = Beginnen: politieke stromingen
- politieke stromingen
- The Wave
- Afsluiting


Huiswerk volgende les: 

4
Binnen = Beginnen

- Maken opdr. 25 & 26 (blz. 61 WB) & opdr. 7 (blz. 62)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

KA 36: Politieke stromingen
Begrippen: conservatieven, liberalen, nationalisten, socialisten, sociale kwestie, sociaal-democraten, communisten

Personen: Thorbecke, Domela Nieuwenhuis, Abraham Kuyper, 

Gebeurtenissen: 

- Duitse en Italiaanse eenwording, 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Politieke stromingen
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien 
met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders. Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels.
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen:
protestanten en katholieken
Feministen
Gelijkheid
Vrouwen moeten gelijk worden behandeld, streden o.a. voor algemeen vrouwenkiesrecht.

Slide 29 - Tekstslide

Nationalisme

Slide 30 - Tekstslide

Nationalisme
= een ideologie, een verzameling van ideeën/gedachten over de mens, een samenleving en/of het besturen van een maatschappij (politiek).

KA32: de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen, waaronder het nationalisme (ook bv. feminisme, socialisme).

    Slide 31 - Tekstslide

    Slide 32 - Video

    Slide 33 - Video

    Slide 34 - Video

    Slide 35 - Video

    Slide 36 - Video

    Geschiedenis klas 4 

    How to become a tyrant 
    Voorbereiding:
    nvt

    In de les: 
    - Binnen = Beginnen; Opdrachten
    - Opkomst Mussolini
    - Zelfstandig werken 

    Huiswerk volgende les: 

    4
    Deelvragen:
    - Hoe zijn de 4 alleenheersers aan de macht gekomen?
    - Hoe hebben deze alleenheersers ervoor gezorgd dat ze aan de macht bleven?

    Binnen = beginnen: 
    maken opdr. 1, 3 & 4 (blz. 64 wb)
    (blz. 78 & 69 HB)

    Slide 37 - Tekstslide

    Benito Mussolini
    - Journalist (& hoofdredacteur Avanti) & onderwijzer
    - Il Duce (de leider)
    - Aanvankelijk socialist, later fascist
    - Meegevochten in Eerste Wereldoorlog
    - Gewelddadig en onvoorspelbaar 
    - Boosheid over Verdrag van Versailles (eind WOI)
    - Fasci di combattimento (Zwarthemden/knokploegen)
    - 1921: PNF (Partito Nationale Fascista)
    - 1922: Mars op Rome - premier van Italie
    - 1924: Moord op Matteoti - verantwoordelijk
    - Beheersing van de pers. 

    1. Geloof in jezelf
    2. verkoop verontwaardiging
    3. Wees een man van het volk. 
    4. Maak van jezelf een merk 
    5. Bouw een betrouwbaar team om je heen 
    6. kies een goed moment om toe te slaan 

    Slide 38 - Tekstslide

    Leven onder het Fascisme
    Leven van Italianen wordt volledig beheerst - Fascisme

    Persoonsverheerlijking en indoctrinatie als manier om fascisme systematisch op te dringen

    Slide 39 - Tekstslide

    Slide 40 - Video

    Fascisme
    Kenmerken fascisme:
    • Extreem-nationalistisch
    • Militaristisch
    • Antidemocratisch
    • Eén leider principe
    • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
    • Totalitair

    Slide 41 - Tekstslide

    KA 37: Massaorganisatie
    "De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie"

    Begrippen: manifestaties, vlaggen, militair vertoon, moderne communicatie, propaganda, verzuiling, ideologie, radio, posters, verzuiling, politieke partijen, 

    Personen: Mussolini, Hitler, Mao, Stalin, Abraham Kuyper, 

    Gebeurtenissen: 

    Slide 42 - Tekstslide

    Fascisme
    Democratie is schuldig
    • Politiek is onnodig

    Samenleving volgens het fascisme:
    • Één sterke leider
    • Geen gelijkheid
    • Nationalistisch
    • Geweldgebruik

    Slide 43 - Tekstslide

    KA 38: Totalitaire systemen
    "Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: communisme en nationaalsocialisme"

    Begrippen: politieke ideologieën, liberalisme, nationalisme, socialisme, propaganda, massaorganisatie, communisme, nationaalsocialisme, totalitairisme

    Personen: Mussolini, Mao, Hitler, 

    Gebeurtenissen
    - Russische Revolutie, 
    - Tweede Wereldoorlog, 
    - Koude Oorlog, 

    Slide 44 - Tekstslide

    Overeenkomst en verschillen Nazi's en Fascisten 
    Hitler en Mussolini overeenkomsten:
    • Anti democratisch en anti communistisch
    • Extreem nationalistisch
    • Eén sterke leider, één groot rijk, één partij als   ideaal
    • Totalitair systeem (leven in teken voor de   oorlog)
    • Geweld en militairen belangrijk
    • Propaganda


    Slide 45 - Tekstslide

    Totalitaire systemen

    Een totalitair systeem voldoet aan 3 kenmerken, de invulling van de kenmerken kunnen verschillen per land.

    1.  Dictatuur
    2. Gelijkschakeling
    3. Terreur

    Doel
    Aan het einde van deze les moet je dit schema in kunnen vullen en kunnen uitleggen hoe de systemen zijn ontstaan.
    uitleg
    Een dictatuur is een regeringsvorm waarin alle macht bij één persoon of bij een kleine groep mensen, bijvoorbeeld een politieke partij berust.
    (ook de rechtspraak ligt bij deze partij/persoon)
    uitleg
    Mensen indoctrineren (manipuleren) tot dat men allemaal hetzelfde denkt. Dit wordt bereikt door bijvoorbeeld censuur, propaganda en persoonsverheelijking (van de leider).
    uitleg
    Terreur, ander woord schrikbewind: beteken de  manier van regeren waarbij de bevolking blootstaat aan door de overheid toegepast geweld. Denk werkkampen, concentratiekampen en geweld op straat.

    Slide 46 - Tekstslide

    Kenmerkende aspecten
    KA40: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

    Propaganda en massaorganisatie (vakbonden, jeugdorganisaties, Hitlerjugend) groter door betere bereikbaarheid en terugdringen analfabetisme. Moderne communicatiemiddelen zorgen voor betere verspreiding. Voornamelijk in het interbellum. Ook totalitaire bewegingen gebruiken propaganda: allemaal zwart-wit.
    Tijd van Wereldoorlogen 1900 - 1950

    Slide 47 - Tekstslide

    WOI als oorzaak voor opkomst totalitaire systemen
    • Oude machthebbers zijn weg/afgezet en dragen geen verantwoordelijkheid voor het gigantische leed van WOI
    • Nieuwe regeringen (vaak democratisch) beginnen al op achterstand - zij tekenen de vredesverdragen en worden verantwoordelijk voor de ellende na WOI en zijn kop van jut
    • Rusland (1917), Italië (1922) en Duitsland (1933) zien de opkomst van totalitaire staten

    Slide 48 - Tekstslide

    KA 43: Totale oorlog

    Slide 49 - Tekstslide

    'Recept' totalitaire staat
    • propaganda > verheerlijking leider en ideologie
    • censuur (verbieden kritiek in de media)
    • massaorganisaties (jeugd beïnvloeden)
    • tegenstanders opsluiten (in kampen)
    • knokploegen (bevolking terroriseren)
    • gemeenschappelijke vijand en doel 

    Slide 50 - Tekstslide

    Geschiedenis klas 4 

    How to become a tyrant 
    Voorbereiding:
    nvt

    In de les: 

    - Troubleshooting Praktische Opdracht



    5
    Deelvragen:
    - Hoe zijn de zes alleenheersers aan de macht gekomen?
    - Hoe hebben deze alleenheersers ervoor gezorgd dat ze aan de macht bleven?

    Slide 51 - Tekstslide

    KA 40: Wereldoorlogen

    Slide 52 - Tekstslide