Open vragen = krijg je meer informatie
Beginnen altijd met een vraagwoord: zoals wat, wie, waar, welke, wanneer en hoe
Voorbeeld: Wat heb je vanochtend gegeten?
Gesloten vragen = krijg je alleen informatie waarom je hebt gevraagd (bijvoorbeeld ja of nee)
Voorbeeld: Heb je vanochtend ontbeten?