20-02-2024

Welkom bij de 1e les van Mens & Zorg
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij de 1e les van Mens & Zorg

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Regels, afspraken en mededelingen doornemen
  • Theorie hoofdstuk 1 en 2 doornemen
  • Praktijkopdracht maken
  • Theorie hoofdstuk 1 en 2 maken

    Tijd over? Uitleg:
    Hoe werkt een rollenspel
Wat gaan we donderdag doen?
  • Theorie doornemen hoofdstuk 3 
  • Praktijkopdrachten maken
  • Theorie hoofdstuk 3 
  • Oefentoets van hoofdstuk 1, 2 en 3

Einde van de week hoofdstuk 1,2 en 3 af. Dinsdag 27 februari word dit gecontroleerd, niet af nablijven dezelfde dag!

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken die iedere les gelden
  •  Je hebt iedere les je boek, chromebook(opgeladen en/of oplader) en pen mee!
  • Lange haren in een staart
  • Docent aan het woord, ben je stil
  • Vinger opsteken als je wat wil vragen
  • Heb respect voor elkaar

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken/mededelingen
  • Oefentoetsen per hoofdstuk
  • 11 lessen tot aan de vakproef
  • Maandag les van mvr. van de Weerd
  • Dinsdag en donderdag mvr. 't Lam
  • Vakproef is in de week van 8 april
  • Van 18 tot 29 maart BSL 
  • Maandag 15 april start de examentraining

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Doelen:
  • Welke verschillende organisaties er zijn?
  • Welke soorten vakopleidingen er zijn

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende soorten zorgorganisaties
  • Thuiszorg (zoals kraamzorg)
  • Verpleeg- en verzorgingshuis
  • Zorginstelling voor mensen met een beperking
  • Zorginstelling voor mensen met een psychiatrische stoornis 

Slide 6 - Tekstslide

Opleidingen binnen de zorg
  •  Helpende zorg en welzijn (niveau 2)
  • Verzorgende IG (niveau 3)
  • Medewerker maatschappelijke zorg (niveau 3)
  • Pedagogisch medewerker (niveau 3 of 4)
  • Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg (niveau 4)
  • Verpleegkunde (niveau 4)
Met vmbo basis ga je eerst naar niveau 2.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Doelen:
  • Wat een zorgdossier en zorgleefplan is
  • Hoe je gegevens moet verzamelen om de zorgbehoefte te bepalen
  • Wat bedoeld wordt met vraaggerichte zorg

Slide 8 - Tekstslide

Zorgdossier
  • Algemene gegevens (naam, geboortedatum, contactpersoon)
  • Medische gegevens (zoals de ziekte, medicijnen en welke behandelaar)
  • Algemene beschrijving: Hoe de zorgvrager altijd geleefd heeft, welk beroep en welke belangrijke gebeurtenissen
  • Zorgleefplan: Afspraken die de zorgvrager met de instelling maakt. 

Slide 9 - Tekstslide

Zorgleefplan
Alle afspraken beschreven
  • Verzorging hoe de zorgvrager dit graag wil
    Bijvoorbeeld:
  • Hoe de woonruimte inrichten
  • Eten en drinken wat hij lekker vindt
  • Hoe hij zijn dag wil invullen
  • Hobby's
  • Welke mensen hij contact wil houden

Slide 10 - Tekstslide

Vraaggericht werken
De behoeften en de wensen van de zorgvrager steeds centraal stelt. 

Verzamelen van gegevens voor het zorgdossier:
  • Gesprekken met de zorgvrager
  • Gesprekken met familie
  • Informatie verzamelen door zorgvrager te observeren (je ogen, je oren en je neus)

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
Doelen
  • Wat bedoeld wordt met een respectvolle omgang en empathie
  • Op welke manier je een gesprek voert met een zorgvrager
  • Wat de begrippen normen en waarden betekenen
  • Het verschil tussen open en gesloten vragen

Slide 12 - Tekstslide

Respectvolle omgang
Elke zorgvrager heeft zo zijn eigen gewoonten en eigen normen en waarden

Elke zorgvrager is voor jou gelijkwaardig en benader je met respect.

Ander woord voor respectvolle omgang is respectvolle bejegening 

Slide 13 - Tekstslide

Empathie
Je kunt jezelf verplaatsen in de gevoelens van een ander.

Slide 14 - Tekstslide

Normen en waarden
Normen = wat je normaal vindt (vaak vanuit huis geleerd)
Waarden = staat voor wat jij waardevol vindt (belangrijk vindt)

Waarden passen bij je normen, normen en waarden lopen gelijk met elkaar.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht communiceren
Maak groepjes van twee
  • A4 blaadje
  • In het midden het woord communicatie
  • Daarom heen waar jullie aan denken bij communicatie

Slide 16 - Tekstslide

Communiceren
Het overbrengen van gedachten, wensen, gevoelens en ideeën.
Communiceren doe je met en zonder woorden.
Met woorden noem je verbale communicatie
Zonder woorden noem je non-verbale communicatie

Slide 17 - Tekstslide

Tips voor een goed gesprek
  • Wil je de ander leren kennen en begrijpen        Actief luisteren
  • Neem je de tijd
  • Luister je goed naar de ander
  • Kun je zeggen wat je denkt en wat je voelt
  • Ben je je bewust van je lichaamstaal
  • Houd je rekening met de privacy van de ander 

Slide 18 - Tekstslide

Vragen stellen
Open vragen = krijg je meer informatie
Beginnen altijd met een vraagwoord: zoals wat, wie, waar, welke, wanneer en hoe
Voorbeeld: Wat heb je vanochtend gegeten?

Gesloten vragen = krijg je alleen informatie waarom je hebt gevraagd (bijvoorbeeld ja of nee)
Voorbeeld: Heb je vanochtend ontbeten?

Slide 19 - Tekstslide

Praktijkopdrachten (deel A)
Groepjes van 2
  • De zorginstelling (blz 22/23)
  • Powerpoint (Presentatie) over communiceren (blz. 32 en 33)
Theorieopdrachten (Deel B)

  • Hoofdstuk 1 (blz 151 tot 158)
  • Hoofdstuk 2 (blz 159 tot 166)
  • Hoofdstuk 3 (blz 167 tot 181) 


Einde van de week hoofdstuk 1,2 en 3 af. Dinsdag 27 februari word dit gecontroleerd, niet af nablijven dezelfde dag!

Slide 20 - Tekstslide

Een rollenspel
  1. Beginfase
  2. Middenfase
  3. Eindfase 

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer je iemand zorg komt verlenen, hoe start je dan een gesprek?
  • Goedemorgen, goedemiddag of goedenavond.
    (geen hoi, hallo)

  • Je stelt jezelf voor aan de zorgvrager en geeft aan dat je komt helpen.
    (LET OP: tijdens een rollenspel ken je de persoon NOOIT.)
  • Je spreekt de hulpvrager altijd aan met u.

Slide 22 - Tekstslide

Waar moet je aan denken bij het verlenen van zorg?
  • Je vertelt de hulpvrager wat je komt doen.
  • Je stimuleert/motiveert zelfredzaamheid.
  • Je vertelt altijd wat je doet, of gaat doen.
  • Maak een praatje met de zorgvrager,
     toon inlevingsvermogen.

Slide 23 - Tekstslide

Afscheid nemen van de zorgvrager
  • Je vraagt of alles naar wens is of nog ergens bij kan helpen?

    (Dit helpt bij het makkelijker afsluiten van het gesprek/rollenspel)

  • Je wenst de zorgvrager een prettige dag.
  • Je neemt netjes afscheid door te zeggen tot ziens.
    (niet doeeeei, doehoeeei, bye etc)

Slide 24 - Tekstslide