42 - 1HVD - SKL + Gram 3.7








:)





Planning van dit uur:

  • Spreken, kijken, luisteren
  • Grammatica

Planning van volgende uur
  • Grammatica

Aan het einde van deze les
  • heb ik gewerkt aan mijn vlog;
  • weet ik hoe ik het naamwoordelijk gezegde vind. 
WELKOM 1D :)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les








:)





Planning van dit uur:

  • Spreken, kijken, luisteren
  • Grammatica

Planning van volgende uur
  • Grammatica

Aan het einde van deze les
  • heb ik gewerkt aan mijn vlog;
  • weet ik hoe ik het naamwoordelijk gezegde vind. 
WELKOM 1D :)

Slide 1 - Tekstslide

Wie heeft zijn vlog al af?
Ja, ik!
Nee, ik niet.

Slide 2 - Poll

Wie heeft er al gewerkt aan zijn vlog?
Ja, ik!
Nee, ik niet.

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Video

Opbouw vlog
Inleiding
- binnenkomer
- overzicht van wat je gaat vertellen

'zeg wat je gaat zeggen'
Kern
- vertellen over de deelonderwerpen

'zeg het'
Slot
- samenvatting
- mogelijkheid tot vragen stellen en die beantwoorden 
'zeg wat je hebt gezegd'

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je een mondeling verslag? Lees deze tips:

  • Maak een spiekbriefje (lees niet voor) 
  • Let op je spreektempo (hoe snel je spreekt)
  • Let op je stemgebruik (hard, zacht)
  • Let op je lichaamstaal of non-verbaal gedrag (sta recht, kijk mensen aan en houd je handen uit je zakken) 

Slide 6 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
15:00
Wat
Maak opdracht 6 t/m 10 van hoofdstuk 3.6 Spreken, kijken en luisteren. 
Hoe
Individueel of in duo's 
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je je vinger opsteken en dan kom ik langs
Tijd
Ongeveer 15 minuten 
Uitkomst
De vlog is huiswerk voor volgende week woensdag
Klaar
Lees in je leesboek 

Slide 7 - Tekstslide

Volgende onderwerp...

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
De persoonsvorm
B
Alle werkwoorden in de zin

Slide 9 - Quizvraag

Let op!
In zinnen met een werkwoordelijk gezegde 
doet het onderwerp iets. 

Het belangrijkste werkwoord heeft een duidelijke betekenis. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste werkwoord in deze zin:

Ik ga naar huis skaten.
A
ga
B
skaten

Slide 11 - Quizvraag

Ik ga naar huis skaten.
Het werkwoord 'skaten' heeft een duidelijke betekenis!

Slide 12 - Tekstslide

Soms heeft het belangrijkste werkwoord geen duidelijke betekenis!

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste werkwoord in deze zin:

Ik ben een leerling.
A
ben
B
ben

Slide 14 - Quizvraag

Ik ben een leerling.

Heeft het woord 'ben' een duidelijke betekenis?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Ik ben een leerling.
Het werkwoord 'ben' heeft geen duidelijke betekenis.

Slide 16 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
4:00
Wat
Maak oefening 1 op het werkblad. Onderstreep het belangrijkste werkwoord in de zin. 
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Geen
Tijd
Ongeveer 4 minuten 
Uitkomst
We bespreken straks de opdracht, ik geef willekeurige leerlingen een beurt.  
Klaar
Denk alvast na over oefening 2. 

Slide 17 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
4:00
Wat
Maak oefening 2 op het werkblad. Geef aan of het belangrijkste werkwoord een duidelijke betekenis heeft.
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Geen
Tijd
Ongeveer 4 minuten 
Uitkomst
We bespreken straks de opdracht, ik geef willekeurige leerlingen een beurt.  
Klaar
Denk alvast na over oefening 2. 

Slide 18 - Tekstslide

Heeft het belangrijkste werkwoord 
geen duidelijke betekenis? 


werkwoordelijk gezegde                     naamwoordelijk gezegde

Slide 19 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
Zij is ontzettend blij
Gisteren werden de conducteurs plotseling erg bang.
Hij is vrachtwagenchauffeur.

Slide 20 - Tekstslide

Zo'n werkwoord heet een koppelwerkwoord

Het werkwoord koppelt het onderwerp aan een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord

Zij is ontzettend blij


Slide 21 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
3:00
Wat
Maak oefening 3 op het werkblad. Onderstreep het belangrijkste werkwoord in de zin. 
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Geen
Tijd
Ongeveer 3 minuten 
Uitkomst
We bespreken straks de opdracht, ik geef willekeurige leerlingen een beurt.  
Klaar
Denk alvast na over oefening 4. 

Slide 22 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
3:00
Wat
Maak oefening 4 op het werkblad. Onderstreep het belangrijkste werkwoord in de zin. 
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Geen
Tijd
Ongeveer 3 minuten 
Uitkomst
We bespreken straks de opdracht, ik geef willekeurige leerlingen een beurt.  
Klaar
Denk alvast na over oefening 5. 

Slide 23 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
3:00
Wat
Maak oefening 5 op het werkblad. Onderstreep het belangrijkste werkwoord in de zin. 
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Geen
Tijd
Ongeveer 3 minuten 
Uitkomst
We bespreken straks de opdracht, ik geef willekeurige leerlingen een beurt.  
Klaar
Lees de leertekst op bladzijde 177 uit je boek. Maak opdracht 1 en 4 t/m 7 uit je boek (3.7 Grammatica zinsdelen). 

Slide 24 - Tekstslide

Hij is jarenlang de beste voetballer geweest.

Slide 25 - Tekstslide

Stappenplan
1. 
Zoek het belangrijkste werkwoord in de zin

2. 
Heeft dat werkwoord een duidelijke betekenis? > werkwoordelijk gezegde
Heeft dat werkwoord geen duidelijke betekenis? > naamwoordelijk gezegde 

- Bij een naamwoordelijk gezegde heet het belangrijkste werkwoord een koppelwerkwoord
- Het koppelwerkwoord koppelt het onderwerp aan een naamwoord

Slide 26 - Tekstslide

1.
Zoek het belangrijkste werkwoord in de zin

2.
Heeft dat werkwoord een duidelijke betekenis? > werkwoordelijk gezegde
Heeft dat werkwoord geen duidelijke betekenis? > naamwoordelijk gezegde

- Bij een naamwoordelijk gezegde heet het belangrijkste werkwoord een koppelwerkwoord.
- Het koppelwerkwoord koppelt het onderwerp aan een naamwoord


Wat
Lees de leertekst op bladzijde 177 uit je boek. Maak opdracht 1 en 4 t/m 7 uit je boek (3.7 Grammatica zinsdelen).  
Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je vragen stellen en loop ik rond om ze te beantwoorden.
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze opdrachten zijn huiswerk.  
Klaar
Maak een samenvatting van de leertekst op bladzijde 177. 

Slide 27 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt gewerkt aan je vlog;
  • weet ik hoe ik het naamwoordelijk gezegde vind. 

Huiswerk vrijdag
  • Kijk het uitlegfilmpje over het naamwoordelijk gezegde bij 'lesstof' in Talent (3.7 Grammatica zinsdelen)
  • Maak opdracht 1 en 4 t/m 6 uit je boek (3.7 Grammatica zinsdelen). 
  • Een ticket invullen

Woensdag 16 maart: vlog inleveren 
Woensdag 23 maart: SO grammatica 

VRIJDAG CONTROLEER IK HET HUISWERK. NIET GEMAAKT = EXTRA OPDRACHT (ik wil dat jullie dit goed gaan snappen) 


Vul de Exit Ticket in - daarna mag je je tas inpakken.

Slide 28 - Tekstslide