LES 5: TAALVERZORGING (START)

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
We hebben inmiddels 3 hoofdstukken behandeld:
  • Woordenschat (moeilijke woorden)
  • Lezen (tekstdoelen)
  • Luisteren (omroepbericht)

De komende twee lessen houden we ons bezig met het hoofdstuk Taalverzorging. 
Vandaag gaan we het hebben over zelfstandige naamwoorden, enkelvoud/meervoud, en tegenwoordige- en verleden tijd.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
  • weet ik wat een zelfstandig naamwoord is.
  • kan ik enkelvoud en meervoud herkennen.
  • weet ik wanneer een werkwoord in de tegenwoordige- of in de verleden tijd staat. 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Staat dit woord in het enkelvoud of meervoud?

rolstoel
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
lopen
B
kat
C
hoeveel
D
staat

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld
van tegenwoordige- en
verleden tijd

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Instructie 
Een zelfstandig naamwoord is een woord waar je vaak de, het of een voor kunt zetten. 
     » een kat

Zelfstandige naamwoorden zijn bijvoorbeeld woorden voor dieren, mensen en dingen
     » moeder

Ook namen (bijvoorbeeld van steden) zijn zelfstandige naamwoorden. 
     » Den Haag
Noteer in je map!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!


We maken nu samen opdracht 1 op bladzijde 50 en 51. Je mag in je aantekeningen kijken.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie 
Een zelfstandig naamwoord kan in twee vormen voorkomen:
  1. Enkelvoud
    » het gaat hierbij om één mens, dier of ding
  2. Meervoud
    » het gaat hierbij om meerdere dieren, mensen of dingen

Meestal eindigt het meervoud op -en of -s

     Eén trein - Drie treinen
     Eén scooter - Drie scooters
Noteer in je map!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!


We maken nu samen opdracht 2 en 3 op bladzijde 53 en 54

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie 
Een werkwoord geeft aan wat iets of iemand doet, of wat er gebeurt.

Een werkwoord komt voor in...
  • de tegenwoordige tijd
     wat iemand of iets nu doet of wat er nu gebeurt
         » Ik ga vandaag met vrienden op de fiets naar het park.

  • de verleden tijd
     wat iets of iemand al heeft gedaan of wat er al is gebeurd
         
    » Mijn vrienden brachten mij gisteren naar de trein.
Noteer in je map!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

Maak opdracht 5 op bladzijde 57.

Klaar?
Werk je aan je taken van Nederlands in Numo.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
We kijken opdracht 5 na.

Slide 14 - Tekstslide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Hoe ging het maken van de opdrachten?
(zelfstandig naamwoord, enkelvoud/meervoud,
tegenwoordige/verleden tijd)
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
Er zijn twee antwoorden goed.
A
Yousef
B
met
C
halte
D
samen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer nu zelf een zelfstandig naamwoord

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gaat het over één mens, dier of ding?
A
in het enkelvoud
B
in het meervoud

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van boek?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij liepen vanmorgen samen naar school.

In welke tijd staat deze zin?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • Zelfstandig naamwoord
  • Enkelvoud
  • Meervoud
  • Tegenwoordige tijd
  • Verleden tijd

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies