In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoog-Nederland
1.4
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Cijfers SO AK
Lesdoelen
1.4: Hoog-Nederland
Opdrachten maken
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet wat landijs, stuwwallen en zwerfstenen zijn.
Je begrijpt hoe stuwwallen ontstaan zijn en waarom Hoog-Nederland als eerste bewoond werd.
Je kunt op een topografische kaart de kenmerken van Hoog-Nederland aangeven.
Slide 3 - Tekstslide
1.4: Hoog-Nederland
Waarom is de ene helft van Nederland hoger dan de andere helft?
Hoog-Nederland: het onderdeel van Nederland dat boven de zeespiegel zit.
Laag-Nederland: het onderdeel van Nederland dat onder de zeespiegel zit.
Slide 4 - Tekstslide
Nederland was bedekt met ijs
-> Landijs
Stuwwallen
Slide 5 - Tekstslide
Video op Noordhoff...
Slide 6 - Tekstslide
1.
2.
3.
4.
Zo’n 200.000 jaar geleden heeft Nederland te maken gehad met een aantal koude perioden.
Tijdens de op een na laatste koude periode schoof een ijskap vanuit Scandinavië richting Nederland. Deze ijstongen waren soms wel meer dan 100 meter dik.
Door de kracht van dat ijs werd al het neergelegde sediment van de rivieren opzij geduwd.
Na het smelten van het landijs is de opzij geschoven grond als heuvels in het landschap blijven liggen.
Slide 7 - Sleepvraag
Zwerfkei
Gebroken stuwwallen smeltwaterdalen
Slide 8 - Tekstslide
Hoe zijn de smeltwaterdalen ontstaan in Hoog-Nederland?
A
Door het gesmolten water vanuit de gletsjers in Nederland.
B
De enorme hoeveelheden smeltwater die ontstonden toen het warmer werd, hebben grote gaten in de stuwwallen geslagen.
Slide 9 - Quizvraag
Jagers worden boeren
Archeologische vondsten laten zien dat Hoog-Nederland al duizenden jaren is bewoond. Mensen waren hier veilig voor overstromingen.
Het zandlandschap is onvruchtbaar.
Om te zorgen dat mensen zich met akkerbouw bezig konden houden moest men:
• Bossen kappen;
• Mest van schapen op het land strooien.
Slide 10 - Tekstslide
Opdrachten maken
Gletsjers en rivieren: 1 t/m 5.
§1.4 = opdracht 1, 3 en 5 (blz. 22 en 23)
Klaar? Ga de begrippen leren of maak een samenvatting.