20171207 leestekens

Leestekens
.
,
"
...
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leestekens
.
,
"
...

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wanneer je een punt schrijft
Je weet wanneer je de komma gebruikt
Je weet wanneer je een beletselteken gebruikt
Je kunt citeren met aanhalingstekens

Slide 2 - Tekstslide

Welke punt is onjuist?
A
We hebben gelopen, geshopt, gezwommen enz..
B
Mijn moeder wilde met Sinterklaas de nieuwste Joop!.
C
Zij antwoordde: 'Ik denk niet dat ik nog langer met je om wil gaan.'.
D
'Ik ga liever met de trein.', zei Maria.

Slide 3 - Quizvraag

In welke zin mist de komma waarschijnlijk?
A
De strippers, Matthijs van Nieuwkerk en Mark Rutte zitten aan tafel bij DWDD.
B
Schiet op Mark Rutte! Ik wacht al lang genoeg.
C
De leerlingen die geslaagd waren, mochten naar huis.
D
Dat is een mooie groene bank.

Slide 4 - Quizvraag

Waar wordt op de juiste manier geciteerd?
A
"Volgens mij haal ik wel een 10," zei de ijverige leerling.
B
'Volgens mij haal ik wel een 10', zei de ijverige leerling.
C
De ijverige leerling zei: 'volgens mij haal ik wel een 10.'
D
De ijverige leerling zei: 'Volgens mij haal ik wel een 10!'

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord is onjuist geschreven?
A
althans
B
cappucino
C
ideeënloos
D
ge-e-maild

Slide 6 - Quizvraag

De punt
Waarom schrijf je n.a.v. wel met punten tussen de letters van de afkorting en bij horeca, vwo en tv  niet?

Slide 7 - Tekstslide

De komma
Wat is het verschil tussen onderstaande 2 zinnen?

Let goed op Robin.
Let goed op, Robin.

Slide 8 - Tekstslide

Citeren
Dubbele of enkele aanhalingstekens?
"       '

Slide 9 - Tekstslide

Citeren
Vaste volgorde:
Leesteken binnen het aanhalingsteken.
Niet afsluiten met een extra leesteken.
Bart zei verontwaardigd: 'Ik ga morgen naar huis!'

Slide 10 - Tekstslide

Citeren
Toen zei ze tegen me: 'Ik wil je nooit meer zien.' (directe rede) Toen zei ze tegen me dat ze me nooit meer wilde zien. (indirecte rede)

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht bij leestekens

Schrijf een korte tekst waarin je zo veel mogelijk leestekens op de juiste manier gebruikt.


5 minuten

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Hoofdstuk 1.5 (spelling)


Maak opdrachten 4, 6, 9 en 10

Slide 13 - Tekstslide