HKT2B les 26

HKT2B les 26
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HKT2B les 26

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we de
.
Herhaling vorige les

Industriële revolutie in Nederland

De fabriek als een groot bedrijf

Huiswerk

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent huisnijverheid?

Slide 6 - Open vraag

Waarom veranderde huisnijverheid het leven van de mens?
A
Het leven werd moderner
B
Mensen werden massaal boer
C
Gezinnen werden kleiner

Slide 7 - Quizvraag

Van wanneer tot wanneer duurde het tijdvak: de tijd van burgers en stoommachines?
A
1600-1700
B
1700-1800
C
1800-1900
D
1900-2000

Slide 8 - Quizvraag

Waarvoor werd een stoommachine gebruikt?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Nederland blijft achter
Veel oorlogen geweest, dus weinig geld

Steenkool en ijzer kosten veel geld

Vooral doorwerken op wind- en watermolens

Slide 11 - Tekstslide

Willem van Oranje helpt
Willem V oranje vlucht na de Bataafse revolutie 

Zoon groeit op in Verenigd Koninkrijk 

1800 geen fabrieken 
1839 de trein geïntroduceerd 

Slide 12 - Tekstslide

Willem I
1815 wordt Willem gevraagd als koning van het Koninkrijk der Nederlanden 

Dit is het einde van de republiek 

Kolonies in Azië en Midden-Amerika en het huidige België

Hij maakte de industrie in Nederland belangrijk 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen stadhouder Willem V en koning Willem I
A
Het zijn dezelfde persoon, met een andere titel
B
Stadhouder Willem V was de vader van koning Willem I
C
Stadhouder Willem V woonde in het Verenigd Koninkrijk en koning Willem I werd daar de koning
D
Stadhouder Willem V en koning Willem I waren broers

Slide 14 - Quizvraag

Waarom duurder het heel lang voordat in Nederland de industriële revolutie begon?

Slide 15 - Open vraag

Welk land had eerder de Industriële revolutie?
A
Nederland
B
Het Verenigd Koninkrijk

Slide 16 - Quizvraag

Waar zorgde koning Willem I NIET voor?
A
Dat de Industriële revolutie in Nederland begon
B
Dat Nederland een koninkrijk werd
C
Dat de Nederlandse Republiek stopte te bestaan
D
Dat de Industriële revolutie uitgevonden werd

Slide 17 - Quizvraag

Industrialisatie 
Ondernemers hadden arbeiders nodig

De ondernemers werden werkgevers

De mensen in dienst werden werknemers 

Slide 18 - Tekstslide

Groot bedrijf
Werkgevers wilden veel winst maken

Werknemers krijgen een laag loon

Door de vele werknemers, werd de relatie onpersoonlijk 

Gevolg: het leven veranderde

Slide 19 - Tekstslide

Grote verandering 
.
Een grote verandering noemen we een revolutie

Handarbeid werd vervangen voor machines

Industriële revolutie 


Slide 20 - Tekstslide

Niet alles veranderd 
.
Mensen blijven arm

Als dingen hetzelfde blijven, noemen we dat continuïteit 

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen werkgevers en werknemers?

Slide 22 - Open vraag

Waarom kregen werknemers een laag loon?
A
De werkgevers wilden graag veel winst maken
B
De werkgevers konden de werknemers niet betalen
C
De werknemers wilde niet zoveel geld verdienen

Slide 23 - Quizvraag

Waarom werd tijdens de industriële revolutie de relatie tussen werkgever en werknemer onpersoonlijk?

Slide 24 - Open vraag

Wat is een revolutie?
A
Een kleine verandering
B
Een grote verandering

Slide 25 - Quizvraag

Wat is continuïteit?
A
Als dingen lang veranderen
B
Als dingen snel veranderen
C
Als alles hetzelfde blijft

Slide 26 - Quizvraag

Huiswerk
Maak opdracht 1.1 opdracht 7 tot en met 11

Slide 27 - Tekstslide