Analyse Oeroeg

Oeroeg
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oeroeg

Slide 1 - Tekstslide

Analyse van het boek
Te gebruiken als basis voor je boekverslag

Slide 2 - Tekstslide

De aspecten
zakelijke gegevens
korte samenvatting
titelverklaring/motto
personages
vertelperspectief
thema/motieven
tijd/ruimte
structuur/opbouw verhaal
stijl en taal


Slide 3 - Tekstslide

Zakelijke gegevens
Schrijfster: Hella S. Haasse
Titel: Oeroeg
EM. Querido’s uitgeverij BV, Amsterdam, 2009-49 (eerste druk 1948)
aantal blz.: 105

Slide 4 - Tekstslide

Korte samenvatting
Het levensverhaal van de naamloze ik-verteller, de enige zoon van een blanke administrateur in Nederlands-Indië, begint als een idylle. Als kind raakt hij bevriend met Oeroeg, een inlandse jongen die in dramatische omstandigheden zijn vader heeft verloren. Als gelijken verkennen de twee jongens de wereld met hun kinderlijke blikken, maar gaandeweg blijkt die gelijkheid schijn. De scheve relatie tussen de blanke overheersers en de ondergeschikte ‘inlanders’ brengt hun vriendschap steeds meer aan het wankelen.
Hun wegen scheiden onvermijdelijk wanneer de ik-figuur naar een blanke school gaat en zijn vriend naar een gekleurde. Toch is het niet de fysieke scheiding die hun vriendschap in de weg zit. Het is de ongelijke sociale status die aan hun huidskleur en hun achtergrond is gekoppeld, die een vertroebeling van hun vriendschap onoverkomelijk maakt.
Terwijl Oeroeg op zoek gaat naar zijn identiteit en die vindt in de strijd voor een onafhankelijk Indonesië, vertrekt de verteller naar Nederland om te studeren. De ik-figuur keert later terug naar Nederlands-Indië, maar vindt geen spoor van zijn voormalige vrienden. Tijdens een expeditie brengt hij voor een laatste keer een bezoek aan Telaga Hideung. Daar ontmoet hij een inlander (Oeroeg?) die hem onder schot houdt en roept  dat hij weg moet gaan. Als de expeditieleden de ik-figuur  komen zoeken, verdwijnt de inlander in het struikgewas. De ik-figuur weet niet zeker of het echt Oeroeg was die hem kwam bedreigen en zal het ook nooit met zekerheid weten.

Slide 5 - Tekstslide

Titelverklaring
De titel Oeroeg verwijst naar het hoofdpersonage van het boek.
De naam Oeroeg komt als jongensnaam in het Javaans en het Soendanees niet voor.  Hella Haasse vertelde dat die naam destijds spontaan in haar opgekomen was. Bij de voorstudie voor haar roman Heren van de thee (1992) ontdekte ze echter toevallig dat 'oeroeg' een oud woord was voor 'aardverschuiving'. Ze vermoedt dat ze dit woord als kind gehoord heeft. "Oeroeg" staat voor aardverschuiving, een totale verandering.  Achteraf gezien dus symbolisch.

Slide 6 - Tekstslide

Personages
Hoofdpersonen:
Ik-figuur (verteller)
Oeroeg
Belangrijke bijpersonen:
Lida
Vader van ik-figuur

Overige bijpersonen:
Moeder van ik-figuur
Mijnheer Bollinger
Sidris: moeder van Oeroeg
Deppoh: vader van Oeroeg
Gerard Stokman
Abdullah Harudine

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdpersonen
Ik-figuur (naamloze verteller): enige zoon van een Nederlands echtpaar, opgegroeid in Nederlands-Indië en in zijn hele jeugd bevriend met Oeroeg, een inlandse jongen. Vader keurt vriendschap niet goed.  In het begin is het verschil in klasse en rang tussen de ik-figuur en Oeroeg nog niet heel duidelijk, later in het verhaal wordt dit steeds duidelijke en groeien de vrienden uit elkaar.
De ik-figuur is de verteller van het verhaal, blikt terug op zijn vriendschap met Oeroeg en probeert te achterhalen waarom ze zo uit elkaar zijn gegroeid. 


Slide 8 - Tekstslide

Hoofdpersonen
Oeroeg: nadenkend, zwijgzaam, leergierig en ambitieus. Hij heeft goed in de gaten hoe de verhoudingen zijn tussen
inlanders en Nederlanders, al als hij jong is (in tegenstelling tot de ik-persoon). Hij is op zoek naar zijn eigen identiteit. Eerst verloochent hij zijn afkomst, maar komt daar later weer op terug en keert zich dan volledig “tegen het gouvernement, tegen de Nederlanders, tegen de blanken in het algemeen”. 

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijkste bijpersonen
Lida: is de Nederlandse eigenares van een pension in Soekaboemi. Zij zal zorgen voor Oeroeg en de ik-figuur als ze samen naar school gaan. Lida is gefascineerd door Oeroegs intelligentie. Bovendien voelt ze zich verbonden met het groeiende nationalisme van de inlanders, ook al is ze zelf blank.

Vader van ik-figuur: een Nederlander met een typisch koloniaal gedachtegoed: het inheemse volk is minderwaardig en achterlijk. Verder lijkt de vader van de ik-figuur geen hechte band te hebben met zijn zoon. Na zijn mislukte huwelijk met de moeder van de ik-figuur, gaat hij voor lange tijd op reis. Als hij terugkomt blijkt hij getrouwd te zijn met Eugenie, die later ook de moeder van zijn tweede kind wordt.

Slide 10 - Tekstslide

Overige bijpersonen
Moeder van ik-figuur: heeft nauwelijks interesse in haar zoon en laat de baboe zich om zijn opvoeding bekommeren. 
Mijnheer Bollinger: wordt ingehuurd om de ik-figuur Nederlands te leren, krijgt een affaire met de moeder van de ik-figuur.
Sidris:  de moeder van Oeroeg. 
Deppoh: Dit is de vader van Oeroeg.
Gerard Stokman:  de vervanger van Mijnheer Bollinger, voorbeeld voor de ik-figuur en Oeroeg. Hij vindt dat de inheemse bevolking gelijkwaardig is aan de blanke Hollander.
Abdullah Harudin: vriend van Oeroeg die hetzelfde denkt over de Nederlandse overheersing.

Slide 11 - Tekstslide

Vertelperspectief
Ik-perspectief: vertellende ik
Het verhaal wordt achteraf verteld door een ik-persoon, die tevens de hoofdrol speelt in het verhaal. 
Hij vertelt over zijn jeugd in Nederlands-Indië en over zijn vriendschap met Oeroeg.

Slide 12 - Tekstslide

Structuur van het verhaal
  • Het verhaal is een grote terugblik van de  anonieme ik-verteller.
  • Het verhaal is chronologisch opgebouwd als een samenvatting van het leven van de ik-figuur met Oeroeg. 
  • Het verhaal is niet opgedeeld in hoofdstukken, maar bestaat uit één doorlopende tekst.
  • Er komen enkele vooruitwijzingen voor in het verhaal.

Slide 13 - Tekstslide

Thema('s) 
 Vriendschap: 
  • een onwaarschijnlijke vriendschap tussen twee jongens die verschillen qua huidskleur en culturele achtergrond.
  • toevallig ontstaan, omdat moeders gelijktijdig zwanger waren;

Vervreemding:
  • de vriendschap houdt geen stand door aangeboren verschillen (niet dezelfde cultuur, nationaliteit en huidskleur), ze groeien uit elkaar;
  • de ik-figuur is ook vervreemd van Nederlands Indië. Blijkt ook uit de slotzin: 'Ben ik voorgoed een vreemde in het land van mijn geboorte?' 

Slide 14 - Tekstslide

Motieven
  • De natuur:  indrukwekkend mooi, maar ook bedreigend en angstaanjagend (afhankelijk van de stemming ik-figuur).
  • Telaga Hideung staat symbool voor de ondoorgrondelijkheid van Oeroeg en het Indonesische nationalisme.
  • de spiegel als terugkerend beeld (ogen Oeroeg/Telaga Hideung); 
  • kolonialisme: de scheve verhouding tussen Nederland en Nederlands-Indië;
  • eenzaamheid.


 

Slide 15 - Tekstslide

Tijd 
Het verhaal speelt zich af in Nederlands-Indië,  voor de onafhankelijkheidsstrijd die rond 1945 begon. 
Vlak voor de Tweede Wereldoorlog keert de ik-figuur terug naar Nederland. Het verhaal van zijn jeugd speelt zich zo'n 10-15 jaar eerder af: rond 1925 en de jaren erna. 

Slide 16 - Tekstslide

Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Nederlands-Indië:
  • de plantage van de ouders van de ik-figuur (Kebon Djati);
  • de Kampong; 
  • Telaga Hideung (het Zwarte Meer)
  • Soekaboemi, waar de jongens samen naar school gaan.

Slide 17 - Tekstslide

Stijl en taal
Oeroeg is vlot geschreven, in heldere, eenvoudige taal.
Het taalgebruik is:
  • soms archaïsch (ouderwets) aan: 'Intens medelijden bevangt me als ik  probeer in te denken hoe zij voortploeterde in een omgeving die vijandig was aan haar aard' (p. 79). 
  • soms beeldend zoals een beschrijving van Telaga Hideung: 'Het meer was vijandig, vreemd, een absoluut onkenbaar element' (p. 87). 
  • doorspekt met Indische/Soedanese woorden: djongos, baboe, bale-bale.




Slide 18 - Tekstslide

Hella S. Haasse
(1918, Batavia - 2011, Amsterdam)

Slide 19 - Tekstslide

Bronvermelding
  • Haasse, H. S. (2009) Oeroeg. Amsterdam: Em. Querido’s Uitgeverij BV. 
  • Hella S. Haasse Oeroeg, Lexicon van literaire werken, Ton Anbeek, Jaap Goedegebuure, Bart Vervaeck - dbnl. (z.d.). DBNL. https://www.dbnl.org/tekst/anbe001lexi01_01/lvlw00244.php?q=oeroeg geraadpleegd op 10 oktober 2022
  • Wikipedia-bijdragers. (2022a, september 18). Oeroeg (boek). Wikipedia. https://nl.wikipedia.org/wiki/Oeroeg_(boek) geraadpleegd op 5 december 2022 

  • Oeroeg, Uittrekselbank NBD Biblion, Reyer Kraan (z.d.) https://uittrekselbank-nbdbiblion-nl.kb.idm.oclc.org/detail/295423/oeroeg geraadpleegd op 5 december 2005

Slide 20 - Tekstslide

Nog wat vragen...

Slide 21 - Tekstslide

Wie/wat is 'Telaga Hideung'?
A
De vader van Oeroeg
B
Het meer
C
Het dorpje waar Oeroeg woont
D
De villa waar de familie van de ik-figuur woont

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heet het hoofdpersonage van Oeroeg?
A
Johan
B
Jan
C
Karel
D
Dat weet je niet.

Slide 23 - Quizvraag

Welk vertelperspectief heeft dit verhaal?
A
Belevend-ik
B
Vertellend-ik
C
Personaal
D
Alwetend

Slide 24 - Quizvraag

Is het vertelperspectief betrouwbaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Welke belangrijke les over discriminatie leert Gerard Stokman aan de ik-figuur?
timer
2:00

Slide 26 - Open vraag

Wie is Lida?
A
De moeder van Oeroeg
B
De moeder van de ik-figuur
C
De verzorger van Oeroeg & de ik-figuur
D
De vriendin van Oeroeg

Slide 27 - Quizvraag

Voor wie zorgt Lida het beste, Oeroeg of de ik-figuur?
A
Oeroeg
B
Ik-figuur

Slide 28 - Quizvraag

Is het verhaal chronologisch geschreven?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Heeft het verhaal een open of gesloten einde?
A
Open
B
Gesloten

Slide 30 - Quizvraag

Welke ruimtes zijn belangrijk in het verhaal? Noem er één.

Slide 31 - Open vraag

Wie is meneer Bollinger?
A
De leraar van de ik-figuur
B
De vader van de ik-figuur
C
De nieuwe vriend van de moeder van de ik-figuur
D
De directeur van de school

Slide 32 - Quizvraag

Hoeveel tijd verstrijkt er in het boek?
A
Ongeveer 12 jaar
B
Ongeveer 23 jaar
C
Ongeveer 35 jaar
D
Ongeveer 50 jaar

Slide 33 - Quizvraag