Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Conditionnel
Cours de Français
Instructie: le conditionnel
(Voorbereiding mondelingen)
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Cours de Français
Instructie: le conditionnel
(Voorbereiding mondelingen)
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Chapitre 7 Rendez-vous au Maroc
Bron G Lire
Bron H Grammaire (Conditionnel
Mondelingen
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen:
Aan het einde van de les weet ik wat 'le conditionnel' is.
Ik weet wanneer en hoe ik 'le conditionnel' moet gebruiken
Slide 3 - Tekstslide
1.Présent
2.Passé Composé
3.Imparfait
Slide 4 - Open vraag
Wat is het verschil tussen de 'futur simple' en 'futur proche?
Slide 5 - Open vraag
Le conditionnel (zouden)
- Gebruik je om je beleefd uit te drukken. In het Nederlands gebruik je zou of zouden.
Slide 6 - Tekstslide
Voorbeeld:
J'aimer
ais
revenir l'année prochaine.
Ik zou graag
volgend jaar terug
willen
komen.
Slide 7 - Tekstslide
Donn
er
je donner
ais
tu donner
ais
il/elle/on donner
ait
nous donner
ions
vous donner
iez
ils/elles donneraient
Slide 8 - Tekstslide
Fin
ir
je finir
ais
tu finir
ais
il/elle/on finir
ait
nous finir
ions
vous finir
iez
ils/elles finiraient
Slide 9 - Tekstslide
Vend
re
je vendr
ais
tu vendr
ais
il/elle/on vendr
ait
nous vendr
ions
vous vendr
iez
ils/elles vendraient
Slide 10 - Tekstslide
Je voudrais
A
Ik wil
B
Ik wou
C
Ik wilde
D
Ik zou (graag) willen
Slide 11 - Quizvraag
Vous donnerez
A
Jullie geven
B
U zou geven
C
Jullie gaven
D
U gaat geven
Slide 12 - Quizvraag
Elles finiraient
A
zij eindigt
B
zij zou eindigen
C
zij zouden eindigen
D
zij eindigden
Slide 13 - Quizvraag
Tu vendrais
A
Jij zou verkopen
B
Jij zult verkopen
C
Jij verkoopt
D
Jij verkocht
Slide 14 - Quizvraag
Onregelmatige werkwoorden
Bij
onregelmatige werkwoorden
gebruik je in de
conditionnel
dezelfde onregelmatige vorm als in de
futur simple.
Alleen de uitgangen zijn anders.
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeelden 1:
être (zijn) Je
ser
ais
avoir (hebben) J'
aur
ais
faire (doen, maken) je
fer
ais
aller (gaan) j'
ir
ais
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeelden 2:
vouloir (willen) Je
voudr
ais
venir (komen) je
viendr
ais
pouvoir (kunnen, mogen) Je
pourr
ais
devoir (moeten) je
devr
ais
Slide 17 - Tekstslide
je serais
A
Ik zal zijn
B
ik zou zijn
C
ik was
D
zij zouden zijn
Slide 18 - Quizvraag
tu auras
A
jij zal zijn
B
jij had
C
Jij zou hebben
D
Jij zult hebben
Slide 19 - Quizvraag
elle ferait
A
zij zal doen
B
zij deed
C
zij zou hebben
D
zij zou doen
Slide 20 - Quizvraag
Nous irions
A
wij gaan
B
wij gingen
C
wij zouden gaan
D
wij zouden zijn
Slide 21 - Quizvraag
Ils pourraient
A
Zij zou kunnen
B
Zij zouden kunnen
C
Hij zou kunnen
D
Men zou kunnen
Slide 22 - Quizvraag
Elles devraient
A
zij zouden moeten
B
zij zou moeten
C
zij zal moeten
D
zij zou moeten
Slide 23 - Quizvraag
Vragen?
Slide 24 - Tekstslide
Weektaak:
Bron H ( Conditionnel)
Bron G (Lire)
Bron C + H (Mondelingen)
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
conditionnel
Maart 2024
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Conditionnel
November 2022
- Les met
10 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
futur simple/conditionnel uitleg v3
Maart 2024
- Les met
38 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Le 14 février (H3C)
Februari 2022
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Havo 3 chapitre 3 le conditionnel
November 2022
- Les met
33 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le 9 février (A3E)
Februari 2022
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Le 11 février
Februari 2022
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 HAVO Werkwoorden Herhaling
September 2023
- Les met
41 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3