Leesvaardigheid Blok 4.3

Leesvaardigheid Blok 4.3
Ga lekker zitten en pak je spullen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid Blok 4.3
Ga lekker zitten en pak je spullen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
In deze paragraaf herhaal je:
• een activerende tekst herkennen.

In deze paragraaf leer je:
• beeld en opmaak in teksten herkennen;
• het tekstverband middel en doel herkennen;
• het voorwaardelijk tekstverband herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstdoel(en) horen bij een advertentie?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat er wordt bedoeld met "lay-out".

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij "beeld en opmaak"?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstverbanden ken je?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middel - doel
Iets wordt gebruikt of gedaan (het middel),
om iets anders te bereiken (het doel).

Signaalwoorden van een middel-doel verband zijn:
daarmee, het doel ervan, door middel van

Met behulp van de grasmaaier, zorg ik er voor dat mijn grasmat er weer fantastisch uitziet.

Slide 9 - Tekstslide


Middel/doel-verband
tekstverband
signaalwoorden
voorbeeld
Middel/doel
Om te, met als doel, waarmee, daarmee
Jantje heeft een nieuwe fiets, daarmee kan hij naar voetbal fietsen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaardelijk verband

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorwaardelijk verband
tekstverband
signaalwoorden
voorbeeld
Voorwaardelijk
Als...dan, indien, mits, tenzij, behalve als, op voorwaarde dat
Als jij je kamer opruimt, dan mag je naar de film. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaarlijks is er zo'n 49 miljoen hectare aan landbouwgrond nodig om alle huishonden en -katten ter wereld van voer te voorzien.
Het signaalwoord 'om .... te' heeft als tekstverband middel-doel. Wat is het middel, wat het doel?
A
middel: 49 milj hectare aan landbouw grond is nodig doel: honden en katten van voer voorzien
B
middel; alle honden en katten van voer voorzien Doel: 49 milj hectare aan landbouw grond is nodig
C
middel: produceren van dierenvoer een flinke impact op het klimaat heeft Doel: honden en katten van eten voorzien

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zo doe je dat: je vouwt het papier eerst een keertje dubbel en daarna nog een keer.
A
Uitleggend
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Middel-doel

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn broertje eet graag pannenkoeken, pizza's en hamburgers. Tekstverband?
A
middel/doel
B
tegenstelling
C
voorwaarde
D
opsomming

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Om een goed cijfer te halen voor deze toets, is het maken van de opdrachten de beste aanpak.'
Dit is een verband dat 'middel-doel' heet. Om een doel te behalen, heb je een middel nodig.
Wat is het doel en wat is het middel?
A
Het goede cijfer is het middel
B
De opdrachten maken is het doel.
C
De opdrachten maken is het middel
D
Het goede cijfer is het doel.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak van 4.3 
opdracht 1 t/m 17 af
Ben je klaar? Krijg je van mij een tekst over TikTok 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies