H1- Grammatica les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Grammatica H1

Wat weet je nog?

Grammatica:

- Zinsontleding/verdeling (een zin bestaat uit verschillende zinsdelen en deze hebben een eigen functie/ plaats in de zin.)

- Woordsoortbenoeming (Zinsdelen zijn weer opgebouwd uit verschillende woorden met ook hun eigen functie en plaats.)

Welke onderdelen van zinsontleding
weet jij nog van de basisschool?

Welke onderdelen van woordsoortbenoeming
weet jij nog van de basisschool?

Zinsontleding:

- zinsdelen maken

- WWG -werkwoordelijk gezegde

- ON - onderwerp

- LV - lijdend voorwerp

- MWV - meewerkend voorwerp

Woordsoortbenoeming:

- WW- werkwoord

- LW - lidwoord

- ZNW- zelfstandig naamwoord

- BNW - bijvoeglijk naamwoord

- VZ - voorzetsel

- P.VNW - persoonlijk voornaamwoord

- B. VNW - bezittelijk voornaamwoord

Werkwoord:

- Doe-woord

- Vervoegen

Wat is het/zijn werkwoord(en) in de volgende zin?
Ik eet altijd een pizza in de ochtend.

1. Ik
2. eet
3. pizza
4. een

Volkomen onverwacht veranderde de vrachtauto van rijbaan.

1. onverwacht
2. veranderde
3. vrachtauto
4. rijbaan

Tyler probeert het vreemde voorwerp van alle kanten te bekijken.

1. probeert
2. probeert - bekijken
3. Tyler
4. voorwerp

Op een vrijdag moet je je niet laten opereren.

1. moet - opereren
2. moet
3. moet -niet -opereren
4. moet - laten - opereren

Een lange boswandeling zal je weer nieuwe energie geven.

1. zal geven
2. zal energie
3. zal
4. geven

Lidwoord

- DE - HET - EEN

- Kan voor een ZNW staan.

Wat is/zijn het lidwoord(en) in de volgende zin?
Drie nachten heeft het reisgezelschap in de woestijn geslapen.

1. Drie
2. het
3. de - in
4. het - de

Brugklasleerlingen moeten aan alle nieuwe regels wennen.

1. Brugklasleerlingen
2. regels
3. aan
4. Er is geen LW

Morgen halen mijn ouders onze nieuwe hond op uit het asiel.

1. uit
2. uit- op
3. ouders
4. op - het

Waarom bergen die meisjes hun telefoon niet op in hun kluisje?

1. die
2. meisjes
3. op - in
4. Er is geen LW

Zelfstandig naamwoord

- dieren, mensen, dingen, planten

- Je kan er een LW voor zetten!

- namen! (aardrijkskundige namen, namen van merken, mensen, bedrijven enz.)

Wat is/zijn de zelfstandige naamwoorden in de volgende zin?
De leerlingen hebben de opdracht snel gemaakt.

1. hebben - gemaakt
2. de leerlingen - de opdracht
3. leerlingen - opdracht
4. Er zijn geen ZNW

De fans stonden in een rij voor het hek van het sportveld.

1. fans - hek
2. de fans - het hek
3. fans - hek - rij - sportveld
4. stonden

Vrijdagavond willen Michael en zijn broertje altijd die serie zien.

1. willen - zien
2. Vrijdagavond - broertje - serie
3. Vrijdagavond - Michael - broertje - serie
4. Vrijdagavond - Michael - broertje - altijd - serie

Bijvoeglijk naamwoord

- zegt iets over het ZNW

Voorbeeld:

- Het oude vrouwtje is altijd erg lief.

Wat is/zijn het bijvoeglijk naamwoord(en) in de volgende zin:
Het aardige meisje werkte met haar klasgenootje aan een moeilijk project.

1. meisje- project - klasgenootje
2. aardige
3. aardige - haar
4. aardige - moeilijk

De angstige haas rende keihard naar een veilige schuilplaats.

1. angstige- keihard - veilige
2. angstige - veilig
3. angstige haas
4. angstige haas - veilige schuilplaats

De grijze fiets van Dex is gloednieuw.

1. grijze - gloednieuw
2. grijze
3. gloednieuw
4. grijze - gloednieuw- van Dex

Zelf aan de slag met de volgende links:

https://www.cambiumned.nl/woordsoorten/

Maak 3 oefeningen bij zelfstandige naamwoorden.

Maak 3 oefeningen bij bijvoeglijke naamwoorden.

- Heb jij de oefeningen goed afgesloten?

Einde les

- Je hebt nu de volgende woordsoorten herhaald:

WW - LW - ZNW - BNW

https:

https:

https:

https: