Hyperbool, understatement, eufemisme

Stijlfiguren
Welke ook alweer?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren
Welke ook alweer?

Slide 1 - Tekstslide

Hyperbool, understatement, eufemisme

Slide 2 - Tekstslide

Welke is het?
Boer Johan heeft in de oogsttijd een agrarisch medewerker in dienst.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 3 - Tekstslide

Welke is het?
Boer Johan heeft in de oogsttijd een agrarisch medewerker in dienst.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 4 - Tekstslide

Welke is het?
Vanwege grensoverschrijdend gedrag werden de hooligans beboet.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 5 - Tekstslide

Welke is het?
Vanwege grensoverschrijdend gedrag werden de hooligans beboet.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 6 - Tekstslide

Welke is het?
‘Een beetje saaie film’, vond Hans, die de hele voorstelling had geslapen.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 7 - Tekstslide

Welke is het?
‘Een beetje saaie film’, vond Hans, die de hele voorstelling had geslapen.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 8 - Tekstslide

Welke is het?
Aan het eind van de wedstrijd waren we helemaal kapot.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 9 - Tekstslide

Welke is het?
Aan het eind van de wedstrijd waren we helemaal kapot.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 10 - Tekstslide

Welke is het?
‘Die weegt wel wat,’ zei Thijs toen hij de tuintafel van 60 kilo wilde verzetten.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 11 - Tekstslide

Welke is het?
‘Die weegt wel wat,’ zei Thijs toen hij de tuintafel van 60 kilo wilde verzetten.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 12 - Tekstslide

Welke is het?
Na zo’n dag houthakken sterf ik altijd van de honger.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 13 - Tekstslide

Welke is het?
Na zo’n dag houthakken sterf ik altijd van de honger.

1. Hyperbool
2. Understatement
3. Eufemisme

Slide 14 - Tekstslide