Les 1 paragraaf 3.5 (1B)
1 / 48
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Op hoge breedte vallen zonnestralen.....
A
recht op de aarde
B
schuiner op de aarde
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Dit veranderd niet of langzaam....
A
klimaat
B
weer
Slide 7 - Quizvraag
Welk klimaat past er qua breedteligging niet bij?
A
tropisch regenwoudklimaat
B
steppeklimaat
C
toendraklimaat
D
savanneklimaat
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Dit klimaat heeft zachte winters en koele zomers
A
landklimaat
B
gematigd zeeklimaat
Slide 10 - Quizvraag
De zon verwarmt de luchtlaag rondom de aarde.....
A
direct
B
indirect
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Gedurende december ontvangt het ......de meeste zonlicht.
A
noordelijk
B
zuidelijk
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Het is pooldag op het noordelijk halfrond gedurende de maand......
A
juni
B
december
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
De ......waterkringloop is voor de mens belangrijk.
A
korte waterkringloop
B
lange waterkringloop
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
In koude gebieden komen we deze vorm van neerslag vaal tegen.....
A
gas
B
vloeibaar
C
vast
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Bij condenseren veranderd....
A
vloeibaar water in waterdamp (gas)
B
waterdamp (gas) in vloeibaar water
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Welke vorm van neerslag ontstaat er vooral in berggebieden?
A
stijgingsneerslag
B
stuwingsneerslag
C
frontale neerslag
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Nederland heeft vanwege .......een gematigd zeeklimaat
A
1 reden
B
2 redenen
C
3 redenen
Slide 25 - Quizvraag
Nederland heeft vanwege .......een gematigd zeeklimaat
A
1 reden
B
2 redenen
C
3 redenen
Slide 26 - Quizvraag
De zee geeft in de winter vooral......aan Nederland.
A
verkoeling
B
verwarming
Slide 27 - Quizvraag
De zee geeft in de zomer verkoeling aan Nederland bij een.....
A
aanlandige wind
B
aflandige wind
Slide 28 - Quizvraag
Als we 's zomers in Nederland warm, droog en zonnig weer willen, dan hopen we op een.....
A
aanlandige wind
B
aflandige wind
