persoonsvorm en ondewerp

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

zoek het onderwerp in de zin

De koeien grazen in het weiland.

1. grazen
2. in
3. de koeien
4. het weiland

Mijn vader plaatst een hek in de tuin.

1. Mijn vader
2. in de tuin.
3. een hek
4. plaatst

Het vliegtuin zweeft boven het weiland.

1. zweeft
2. boven het
3. het weiland.
4. Het vliegtuig

Blust de brandweer de brand?

1. de brandweer
2. de
3. Blust
4. brand

De jongen raadt het goede antwoord.

1. goede antwoord
2. De jongen
3. het
4. raadt

Vindt Joost een klavertje vier?

1. Joost
2. een
3. Vindt
4. klavertje vier

Anton leest nog maar een boekje.

1. leest
2. een boekje
3. nog maar
4. Anton

Onze groep 6 vindt tekenen erg leuk.

1. Onze groep 6
2. tekenen
3. vindt
4. erg leuk

Leo en Paul zijn mijn vrienden.

1. zijn
2. mijn
3. Leo en Paul
4. vrienden

Ik kan het onderwerp vinden in een zin

1. altijd
2. soms
3. vaak wel
4. ik vindt het lastig

zoek de persoonsvorm op

Hans de tuinman harkt de bladeren

1. harkt
2. de bladeren
3. Hans
4. de tuinman

Isa roept naar haar zusje.

1. haar zusje
2. Isa
3. roept
4. naar

Zij vraagt haar oudere broer om hulp

1. haar oudere broer
2. Zij
3. vraagt
4. om hulp

Fluit de nachtegaal vandaag een lied?

1. een lied
2. vandaag
3. de nachtegaal
4. Fluit

De oude man woont nog alleen.

1. De oude man
2. alleen
3. woont
4. nog

Wij moeten ons bord leegeten.

1. moeten
2. leegeten
3. Wij
4. ons bord

Roos logeert bij haar nichtje

1. Roos
2. logeert
3. bij
4. haar nichtje

De baby slaapt in zijn wiegje

1. De baby
2. zijn wiegje
3. in
4. slaapt

Juf Loes wordt bijna nooit boos

1. Juf Loes
2. wordt
3. bijna nooit
4. boos

Is het weer vandaag goed?

1. het weer
2. goed
3. is
4. vandaag

Ik kan de persoonsvorm en onderwerpen vinden in een zin

1. vind ik makkelijk
2. soms wel, soms niet
3. ik snap het een beetje
4. ik vind het nog heel moeilijk