'Druk ontstaat als je ergens, nou ja... tegenaan drukt. Hoe groot de druk is, wordt bepaald door hoe hard je drukt, maar ook door het oppervlak waar de kracht over verdeeld wordt. Daarom oefenen de naaldhakken van Angelina Jolie meer druk uit dan de poot van een olifant.‘
Druk = Een kracht uitoefenen op een oppervlakte
Slide 3 - Tekstslide
Luchtdruk
Ook in de lucht zijn botsende moleculen = Luchtdruk
De luchtdruk meet je met een barometer.
Luchtdruk op aarde is 100.000 N/m²
'Op een oppervlakte van 1 m² drukt de
lucht met een kracht van 100000 N.'
Slide 4 - Tekstslide
Rekenen met druk
1 N/m² = 1 Pa
100000 N/m² = 100000 Pa = 1 Bar
In een fietsband is de luchtdruk soms wel 6 Bar.
6 Bar = 600000 Pa = 600000 N/m²
Slide 5 - Tekstslide
Rekenen met druk
Formule:
𝐷𝑟𝑢𝑘 = 𝐾𝑟𝑎𝑐ℎ𝑡 : 𝑂𝑝𝑝𝑒𝑟𝑣𝑙𝑎𝑘𝑡𝑒
𝑃 = 𝐹 : 𝐴
Slide 6 - Tekstslide
Oefenvraag 1
De kracht van botsende moleculen op een deksel is 100 N. De oppervlakte van de deksel is 0,50 m². Bereken de druk.
F = 100 N A = 0,50 m²
P
P = F : A
P = 100 : 0,50 = 200
P = 200 N/m²
Slide 7 - Tekstslide
Oefenvraag 2
Op een tank werkt een zwaartekracht van 300.000 N. Het oppervlakte van de rupsbanden is 20 m². Bereken de druk op de rupsbanden.
F = 300000 N A = 20 m²
P
P = F : A
P = 300000 : 20 = 15000
P = 15000 N/m²
Slide 8 - Tekstslide
Oefenvraag 3
Damian drukt met zijn vinger op een punaise. De druk die de punt van de punaise uitoefent is 50.000 Pa. De oppervlakte van de punt van de punaise is 0,001 m2. Bereken de kracht waarmee Damian op de punaise drukt.
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekening
Antwoord
Slide 9 - Tekstslide
Oefenvraag 3
Damian drukt met zijn vinger op een punaise. De druk die de punt van de punaise uitoefent is 50.000 Pa. De oppervlakte van de punt van de punaise is 0,001 m2. Bereken de kracht waarmee Damian op de punaise drukt.