1P1L4 Listening nouns articles pronouns verbs

English

19 September
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

English

19 September

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

19 September
2022
State funeral of Queen Elizabeth II. 
She died at the age of 96 on 
9 September.
She reigned for 70 years and 214 
days.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1893
New Zealand is the first country in the world to grand women national voting rights.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 September 19
USA national holidays
National talk like a pirate day
National butterscotch pudding day

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Warm-up

Please, answer the question.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Today's programme

Attendence
Today's goals
Recap nouns/articles
Verbs
Pronouns
Wh-words

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nouns
(zelfstandige naamwoorden)
What is a noun?
Articles (lidwoorden)
a / an (een)
the (de / het)

When do you use a and when an?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A teacher in Amsterdam is showing his class a video about monsters. Louise is not interested. She is checking her email on her mobile phone. She is also eating Smarties. The teacher is not amused. He tells her to share the chocolates with the other students.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A teacher in Amsterdam is showing his class a video about monsters. Louise is not interested. She is checking her email on her mobile phone. She is also eating Smarties. The teacher is not amused. He tells her to share the chocolates with the other students.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plural
-s     meeste woorden
-es   eindigend op s-klank
-ies  eindigend op 
           medeklinker + y
-ves eindigend -f / -fe
irregular plurals geen regels
mouse - mice

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practise plurals
Switch
Calf
Monkey
Lorry
Valve
Life
Tooth

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practise plurals

Switch
Calf
Monkey
Lorry
Valve
Life
Tooth

.

Switches
Calves
Monkeys
Lorries
Valves
Lives
Teeth

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What are the personal pronouns?
(persoonlijke voornaamwoorden)

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Personal Pronouns
(persoonlijke vnw)
Gaan over het ONDERWERP en je gebruikt ze i.p.v. de naam van een persoon of personen.  
I walk with Charlie.
I walk with him.
Charlie walks with me.
He walks with me.


Slide 15 - Tekstslide

LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE ALTIJD MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDDEN IN DE ZIN.
Subject pronoun is onderwerp, object pronoun is lijdend voorwerp.
What are the possesive pronouns?
(persoonlijke voornaamwoorden)

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Possessive pronouns
bezittelijk voornw
 Als je wilt uitdrukken dat iets bezit is, kun je possessive pronouns (bezittelijke voornaamwoorden) gebruiken.
My bike
Your phone

Slide 17 - Tekstslide

LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE ALTIJD MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDden in de zin. 
Listening

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je wanneer je
een woord niet kent?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Onbekende woorden
Je hoeft niet alle woorden te kennen om te weten waar een tekst of gesprek over gaat. 

I like the outdoors. I love to walk in the woods and camp in the middle of nowhere.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WH-words
If you want to know what a text or conversation is about you ask questions

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke wh-woorden ken je?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

WH-words
who         why
what        when
how         which
where       whose

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voer een gesprek met je buur. Stel elkaar een aantal vragen in het Engels met wh-woorden. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf zinnen met de wh-woorden.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Morning briefing
1. The briefing will be short this morning.                                                True     False
2. The new head of department is starting this week.                        True     False
3. The car park will be closed for improvements.                                  True     False
4. If you arrive first thing in the morning, you should park on Brown Street.
                                                                                                                                       True    False
5. There will be no parking in the church car park after 6 p.m.        True    False
6. You can only pay with credit and debit cards in the canteen.     True    False

Morning briefing

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden morning briefing
1. True
2. False
3. True
4. True
5. True
6. False

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOMEWORK
A2 / B1  Listening 1.1 + 1.2

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

21 September
International Peace Day
The UN General Assembly has 
declared this as a day devoted to 
strengthening the ideals of peace,
through observing 24 hours of 
non-violence and cease-fire.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plural form:
maid

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural:
woman

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Plural:
leaf

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

An
An
An
A
A

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Examples
I like Coco. 
You must listen.
She is nice. 
We are waiting for him.
Can you help us?
I won't buy them
They are doing their homework.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan:
__ (zij) are always nice to him.
A
You
B
Us
C
They
D
She

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Yes, that's me on that picture.
A
Personal Pronoun
B
Possessive Pronoun

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan:
___ are doing your homework.
A
You
B
I
C
She
D
Him

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met een Personal Pronoun.

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




I am Patrick
A
Personal Pronoun
B
Possessive pronoun

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Do you like his glasses?
A
Personal Pronouns
B
Possessive Pronouns

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met een Possessive Pronoun.

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nouns / articles
Nouns zijn ....
Articles zijn ...

A or An?
... car
... hour
... unit

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbs
Werkwoord - is een doe-woord. Het geeft actie aan in de zin.

I work at the zoo.
You read every day.
He walks to school.
They play soccer on Sunday.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies