H8 Paragraaf 1 "Water, een bijzondere stof"

H8.1 Water
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H8.1 Water

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan aangeven in welke vormen water voorkomt
Ik kan de stofeigenschappen van water opnoemen
Ik kan aangeven waar water voor gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Drinkwater
  • Heel veel water op aarde in de zeeën en oceanen.
maar dit is zout water dus niet drinkbaar.
  • 3% van al het water op aarde is zoet maar daar is veel ijs van.
  • dus 1% van al het water is oppervlaktewater (rivier, moeras, meren)
  • hiervan kunnen we drinkwater maken.


Slide 4 - Tekstslide

Water

Slide 5 - Tekstslide

Watermolecuul
  • Eén watermolecuul bevat 2x een H-atomen en 1x een O-atoom,   H2O

Slide 6 - Tekstslide

waterstofbruggen
  • Wat valt je op aan de stippellijntjes?  
  • dit zijn waterstofbruggen                       
  • een H-atoom heeft een sterke             
  • aantrekking aan een ander O-atoom 
  • hierdoor een hoog smeltpunt  (273 K)
  • en een hoog kookpunt.   (373 K)           

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Een bijzondere stof
  • Bij het smelten en koken van water is dus veel energie nodig.
  • Wat gebeurt er bij het afkoelen van water?
  • De moleculen komen dichter op elkaar te zitten.
  • Dus de dichtheid neemt toe.
  • Heeft ijs een hogere dichtheid dan water?
  • Nee, want de watermoleculen gaan iets verder uit elkaar zitten als het kouder wordt dan 4oC

Slide 9 - Tekstslide

Dichtheid van water
water van 4oC heeft de grootste dichtheid.
ijs heeft dus een kleinere dichtheid, vandaar dat het blijft drijven.           Water is de enigste stof waarbij dit geldt.

Slide 10 - Tekstslide

evaluatie
  1. Wat is een waterstofbrug?
  2. een sterke aantrekking tussen verschillende watermoleculen.
  3. Hoe komt het dat ijs drijft op water?
  4. omdat ijs een kleinere dichtheid heeft dan water. 

Slide 11 - Tekstslide

H8.1-2 Water gebruiken
  • Waar gebruik je drinkwater voor?
  • drinken
  • koken
  • douchen/bad
  • wassen van kleding
  • toilet
  • schoonmaken   etc......

Slide 12 - Tekstslide

Water besparen is belangrijk
  • Hoe doe je dat?
  • spaardouche
  • kleine spoeling toilet
  • slimme wasmachines
  • niet in bad gaan/korter douchen

Slide 13 - Tekstslide

Hoe besparen bedrijven water?
  • hergebruiken van water
  • geen drinkwater gebruiken maar zelf regenwater of oppervlaktewater filtreren
  • waterbesparende machines gebruiken 

Slide 14 - Tekstslide

  • Water gebruiken als.....

  • koelmiddel
  • oplosmiddel 
  • spoelmiddel
  • transportmiddel 



  • machines af te koelen
  • mens en dier af koelen bij hoge temperaturen
  • Bij wassen lost het wasmiddel op
  • zeep en vuil wegspoelen
  • vuil wegspoelen = water als transportmiddel

Slide 15 - Tekstslide