12.7 Lever en nieren

12.7 Lever en nieren
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

12.7 Lever en nieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:
12.7.1 Je kunt in een afbeelding de onderdelen van de lever benoemen.
12.7.2 Je kunt drie functies van de lever noemen.
12.7.3 Je kunt in een afbeelding de onderdelen van de nieren benoemen.
12.7.4 Je kunt de functies van de nieren omschrijven.
Als je lever en je nieren niet goed werken, voel je je al snel ziek en ellendig. Dat komt doordat deze organen giftige stoffen en afvalstoffen uit je bloed halen. Zo blijft je bloed schoon.

Slide 2 - Tekstslide

Bouw van de lever
Na de huid is de lever het grootste orgaan van je lichaam. De lever ligt rechtsboven in de buikholte, net onder het middenrif.

De bloedvaten van de lever zijn: 

Leverslagader bloed met veel zuurstof, en weinig voedingsstoffen.
Poortader bloed met voedingsstoffen van de darmen naar de lever.
Leverader zuurstofarm, veel voedingsstoffen en afvalstoffen die via de onderste holle ader en het hart naar de overige organen gaan.
Onderste holle ader brengt het bloed van de lever naar het hart en vanuit daar naar de andere organen
Leverader
Leverslagader
Poortader
Galbuis
Galblaas

Slide 3 - Tekstslide

Galblaas
De galblaas zit aan de lever vast met een afvoerbuis. Die afvoerbuis brengt de gal die de lever uitscheidt naar de galblaas. In de galblaas wordt de gal tijdelijk opgeslagen. Uiteindelijk gaat de gal via een tweede afvoerbuis van de galblaas naar de twaalfvingerige darm. In de twaalfvingerige darm helpt de gal bij het verteren van vetten.

Slide 4 - Tekstslide

Uitscheiding
Je bloed wordt continu vervuild: Door verbranding  komen afvalstoffen vrij. 
In wat je eet zitten schadelijke stoffen. Deze afvalstoffen moeten uit het bloed en het lichaam worden gehaald. Dat noem je uitscheiding.
Nieren, lever en longen zorgen hiervoor
Via de longen verlaat CO2 het lichaam.

Slide 5 - Tekstslide

Functies van de lever
De lever heeft drie functies :
• giftige stoffen uit het bloed halen en afbreken
• afvalstoffen uit het bloed halen en afbreken
• gal maken
Alcohol, drugs en medicijnen zijn giftige stoffen die de lever uit het bloed haalt. Deze giftige stoffen worden afgebroken en worden zo onschadelijk gemaakt. De onschadelijk gemaakte afvalstoffen worden afgegeven aan het bloed in de leverader.

Slide 6 - Tekstslide

Functies van de lever
Je lichaam kan geen eiwitten opslaan. Overtollige eiwitten zijn afvalstoffen. De lever haalt deze eiwitten uit je bloed en breekt ze af. Ook rode bloedcellen die niet meer goed werken, worden afgebroken door de lever. Bij het afbreken van rode bloedcellen ontstaan galkleurstoffen. Het grootste deel van gal bestaat uit galkleurstoffen. Galkleurstoffen maken je ontlasting bruin.

Slide 7 - Tekstslide

Hepatitis
De lever kan ontstoken raken door een hepatitis-virus. Je hebt dan de ziekte hepatitis. Er zijn verschillende vormen van hepatitis. De eerste symptomen van hepatitis lijken niet zo ernstig. Maar je moet hepatitis wel op tijd behandelen. Door hepatitis kunnen levercellen afsterven (levercirrose) en heb je een hogere kans om leverkanker te krijgen.

Slide 8 - Tekstslide

Bouw van de nieren
De nieren liggen links en rechts in de buikholte, vlak onder het middenrif.
De nieren krijgen zuurstofrijk bloed door de nierslagaders. Dit bloed bevat afvalstoffen van veel organen. De nieren halen deze afvalstoffen uit het bloed. Door de nieraders stroomt het gezuiverde bloed weg uit de nieren.

Slide 9 - Tekstslide

Nieren
Filtert de in water oplosbare afvalstoffen. 
Scheidt deze uit als urine. 
3 gebieden: nierschors, niermerg, nierbekken. 
Urineleider-urineblaas

Slide 10 - Tekstslide

Urine
Een nier bestaat uit nierschors          , niermerg         en nierbekken. Nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen uit het bloed. Ze verwijderen ook overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen. Al deze stoffen samen heten urine.
Nierschors
1
Nierschors
1
Niermerg
2
2
Nierbekken
3
3

Slide 11 - Tekstslide

In de nierbekkens wordt de urine verzameld. Via de urineleiders gaat de urine naar de urineblaas. In de urineblaas wordt de urine tijdelijk opgeslagen, zodat je niet voortdurend hoeft te plassen. Van tijd tot tijd wordt de urine uit de urineblaas afgevoerd via de urinebuis.

Per dag maken je nieren ongeveer anderhalve liter urine. Die plas je helemaal uit. De urineleiders, de urineblaas en de urinebuis samen heten de urinewegen.  


Slide 12 - Tekstslide

Urine
De samenstelling van urine is niet altijd gelijk. Urine bestaat dus niet altijd uit dezelfde stoffen. De hoeveelheid water en de hoeveelheid afvalstoffen in urine wisselen steeds. De nieren proberen de hoeveelheid afvalstoffen in water in je bloed altijd ongeveer gelijk te houden. Als er meer afvalstoffen in je bloed zitten, scheiden de nieren dus ook meer afvalstoffen uit. Door de uitscheiding van water en afvalstoffen wordt de samenstelling van het inwendige milieu constant gehouden.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Aan het werk!


Wat
? 12.7 Lever en nieren opdrachten 1 t/m 13


Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide