Omtrek oppervlakte

Welkom bij 

Rekenen
4.3, 4.4 en 4.5
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij 

Rekenen
4.3, 4.4 en 4.5

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2


2.1 & 2.2 

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen 
Aan het einde van deze les kun je: 
- Ruimtelijke figuren herkennen;
- omtrek herkennen en berekenen; 
- Oppervlakte herkennen en berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Loodrecht en evenwijdig
  • Lijnen die elkaar onder een rechte hoek (90°) snijden noemen we haaks of loodrecht.

  • Lijnen die dezelfde richting hebben en elkaar niet snijden noemen, zijn evenwijdig of parallel.

Slide 4 - Tekstslide

Lijnsymmetrie
Een figuur die je kunt dubbelvouwen, zodat de beide helften netjes op elkaar passen, heet spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch.

Slide 5 - Tekstslide

omtrek = om het figuur heen
omtrek

Slide 6 - Tekstslide

Het metriek stelsel - lengte

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
15 cm = 150 mm
600 mm = 0,6 m
15 km = ... hm
650 dam = ... km
5,5 m = .... mm

Slide 8 - Tekstslide

Oppervlakte

Slide 9 - Tekstslide

 Oppervlakte

Vierkant/rechthoek
Driehoek
Cirkel (formule altijd gegeven!)

Slide 10 - Tekstslide

Oppervlakte rechthoek/vierkant

Slide 11 - Tekstslide

Oppervlakte driehoek


 x breedte x hoogte

x 6 x 6 = 
21
21
18cm2

Slide 12 - Tekstslide

Eenheden van Oppervlakte

7 cm2 = 700 mm2
350 dam2 = 3,5 hm2
45 m2 = ... dm2
7500 cm2 = ... m2
80 ha = ... dam2

Slide 13 - Tekstslide

7 km2 = ... hm2

Slide 14 - Open vraag

4 500 000 m2 = ... km2

Slide 15 - Open vraag

85 ha = ... km2

Slide 16 - Open vraag

Oppervlakte rechthoek
3 m
423 cm

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat
Paragraaf 2.1 en 2.2
Hoe
Zelfstandig met rekenmachine en rekenkaart
Hulp
vragen aan docent of klasgenoot 
Tijd
30
Klaar?
Instaptoets H-2 maken 
timer
30:00

Slide 18 - Tekstslide

Vlakke figuren
Ruimtefiguren

Slide 19 - Tekstslide

Ruimtefiguren
kubus
balk
prisma
bol
cilinder
kegel
piramide

Slide 20 - Tekstslide

Oppervlakte ruimtefiguren
Oppervlakte balk = 
opp. boven en ondervlak: 10 x 2 = 20cm2 x 2
opp. linker- en rechter: 2 x 2 = 4cm2 x 2
opp. voor- en achter: 10 x 2 = 20 cm2 x 2
Totaal: 88 cm2

Reken de oppervlakte van de kubus uit.

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat
Paragraaf 4.4
Hoe
Zelfstandig met rekenmachine
Hulp
Uitleg in boek, zet je microfoon aan en vraag
Tijd
15 min
Klaar?
Paragraaf 4.6
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Vlakke figuren
Ruimtefiguren

Slide 23 - Tekstslide

Inhoud

Slide 24 - Tekstslide

Liters

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

5 kl = ... dal
5 dm3 = ... cl

Slide 27 - Tekstslide

Inhoud in m3

Slide 28 - Tekstslide

Inhoud in m3
76 hm3 = ... dam3
5 mm3 = ... cm3

Slide 29 - Tekstslide

Inhoud balk/kubus
Lengte x breedte x hoogte

Slide 30 - Tekstslide

Inhoud cilinder
Inhoud cilinder = oppervlakte cirkel x hoogte

oppervlakte cirkel = 3,14 x straal x straal

Slide 31 - Tekstslide

Inhoud bol
De inhoud van een bol is:
4,2 x straal x straal x straal


Formule wordt gegeven.

diameter = 10 cm
Wat is de inhoud?

Slide 32 - Tekstslide

De inhoud van welke fles past precies in de kubieke decimeter?
A
De 0,25 liter fles
B
De 0,5 liter fles
C
De 1,0 liter fles
D
De 1,5 liter fles

Slide 33 - Quizvraag

De inhoud van een blikje cola zou kunnen zijn...
A
3 liter
B
0,3 liter
C
3 centiliter
D
0,30 centiliter

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de
totale oppervlakte
van deze balk?
A
26 m²
B
32 m²
C
52 m²
D
40 m²

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de
inhoud van deze balk?
A
32 m³
B
24 m³
C
16 m³
D
18 m³

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de inhoud van dit aquarium?
A
80.000 mm³
B
8 liter
C
8.000 cm³
D
80 liter

Slide 37 - Quizvraag

De inhoud is 6 cm³.

Hoeveel mm³ is dat?


A
60 mm³
B
600 mm³
C
6.000 mm³
D
60.000 mm³

Slide 38 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Wat
Paragraaf 4.5
Hoe
Zelfstandig met rekenmachine
Hulp
Uitleg in boek, zet je microfoon aan en vraag
Tijd
25 min
Klaar?
Oefentoets H4
timer
25:00

Slide 39 - Tekstslide

Wat vind je fijn aan de rekenlessen?

Slide 40 - Woordweb

Wat kan er beter bij de rekenlessen?

Slide 41 - Woordweb