Lijdend voorwerp

¿Qué vamos a hacer?
  • het lijdend voorwerp 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

¿Qué vamos a hacer?
  • het lijdend voorwerp 

Slide 1 - Tekstslide

Instrucción
¿Qué?
Het lijdend voorwerp (LV) is degene die / datgene wat de werking van het werkwoord ondergaat. 

Ik drink cola > de cola wordt gedronken
Ik koop een boek > het boek wordt gekocht
¿Cómo?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?
Door de vraag te stellen:
Wie/wat + PV +onderwerp. 
Ik wil olijven.                                  Wat wil ik? = olijven
Ik neem de fiets.                         Wat neem ik? = de fiets
Jij kijkt veel Netflix series.    Wat kijk jij? =  veel Netflix series
Jullie maken huiswerk.          Wat maken jullie? het huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Waarom?
Om onnodige herhaling te voorkomen.


Ik koop een boek, ik lees het boek, ik verkoop het boek.
Als je in bovenstaand voorbeeld weet dat 'het boek' het LV is, kun je deze in de overige zinnen vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.
Ik koop een boek, ik lees het en verkoop het.

Slide 4 - Tekstslide

y en español?
Lijdend voorwerpen worden in het Spaans vervangen door de volgende persoonlijk voornaamwoorden:

mannelijk ev                 > lo
mannelijk mv               > los
vrouwelijk ev                > la
vrouwelijk mv              > las
plaats
Indien je het LV vervangt door een van de persoonlijk voornaamwoorden (lo, la, los, las), herschrijf je de zin en plaats je het persoonlijk voornaamwoord vóór de persoonsvorm.
  • Yo compro un libro.
    Yo lo compro.
  • Mis padres comen patatas fritas.
    Mis padres las comen.

Slide 5 - Tekstslide

Juan toma el autobús al centro.

A
Juan
B
toma
C
el autobús
D
centro

Slide 6 - Quizvraag

Hoy Carlos come un bocadillo de jamón.


A
Hoy
B
Carlos
C
come
D
un bocadillo de jamón

Slide 7 - Quizvraag

Tengo que comprar sellos.
... tengo que comprar.

A
la
B
lo
C
las
D
los

Slide 8 - Quizvraag

¿Quieres un teléfono móvil nuevo?
Si, ... quiero.

A
lo
B
la
C
los
D
las

Slide 9 - Quizvraag

Tú tienes que cruzar la plaza.
... tienes que cruzar.


A
los
B
las
C
la
D
lo

Slide 10 - Quizvraag

vervang LV en herschrijf:
Ahora hago los deberes

Slide 11 - Open vraag

Mis amigos y yo mañana vemos 2 películas

Slide 12 - Open vraag

Alec y Pedro toman café todos los días

Slide 13 - Open vraag

Mañana no hago los exámenes porque estoy enfermo

Slide 14 - Open vraag

Vandaag leer je het leer je het lijdend voorn
Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden als lijdend voorwerp in het Spaans?
  • me 
  • te
  • lo, la
  • nos                                              
  • os
  • los, las

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld:
  • Juan me espera                   > Juan wacht op mij
  • Mi padre nos va a llevar    > Mijn vader gaat ons brengen
  • Nos invitan a una fiesta    > Zij nodigen ons uit voor een feest

Slide 16 - Tekstslide

A trabajar!
TB p28 opdr 8+9

Slide 17 - Tekstslide