' Wederkerend voornaamwoord=> verwijst naar het onderwerp
Ik herinner me iets.
Jij herinnert je iets.
Hij herinnert zich iets.
Wij herinneren ons iets.
Jullie herinneren je iets.
Zij herinneren zich iets.
Wederkerig voornaamwoord=> de handeling van het werkwoord is wederzijds
We zien elkaar straks.
Zorg goed voor mekaar.
Help elkander.
Ze vergelijken elkaars antwoorden.
Ze luisterden naar mekaars zorgen.
Draag elkanders lasten.