Ethiek les 1

BULO Week 8
Ethiek
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BULO Week 8
Ethiek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woord van de Week
AUTORITEIT 
het bestuur (van een land) 
de macht (het gezag)
of deskundige/expert

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma deze les
Doelen van de nieuwe les
Nieuwe woorden (woordenboekje Nederlands)
Opdracht tijdens de les
Aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van de Les 
Aan het einde van de les kun je:
  1. Uitleggen wat de begrippen moreel handelen, moraal en ethiek betekenen. 
  2. Een voorbeeld geven van een ethisch dilemma;
  3. Uiteenzetten (op basis van argumenten) wat jij vindt van een toegewezen ethisch dilemma;
  4. Demonstreren met welke argumenten een ander ‘anders’ kan denken dan jij over een ethisch dilemma

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moraal: waarden + normen
  • Iedereen heeft dingen die hij of zij belangrijk en waardevol vindt: je waarden. Voorbeelden van waarden zijn vriendschap, vrijheid, gezondheid, eerlijkheid enz.
  • Bij je waarden maak je normen: regels die je waarden ondersteunen (bijvoorbeeld bij de waarde eerlijkheid kan de norm horen: nooit liegen)
  • Samen vormen je waarden en normen je moraal: hoe jij vindt dat mensen zich moeten gedragen


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethische (morele)dilemma's
  • Botsing tussen waarden (alle keuzes hebben nadelen)
  • Keuzes sluiten elkaar uit.
  • Binnen de ethiek onderzoeken we dergelijke dilemma's. Wat is nou de juiste keuze om te maken? Wat is goed? Wat is het goede leven? etc. 
  • Waarom zijn morele/ethische dilemma's relevant: Ze dwingen je tot een keuze en dat maakt inzichtelijk wat je écht belangrijk vindt. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Optiek --> Standpunt --> Zienswijze 


Een optiek is een benaderingswijze: een manier van kijken naar de werkelijkheid.

Iedereen heeft een eigen optiek.



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethische optiek
Wanneer je ethisch naar iets gaat kijken dan kijk je naar  de menswaardigheid van ons handelen:
menswaardig betekent met respect voor onze menselijkheid

Wat is het juiste handelen; welke keuze(s) 
moet ik maken?

De vraag naar het juiste (menswaardige) handelen kun je heel verschillend beantwoorden. Want wat is eigenlijk menswaardig te noemen?







Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Drie opties: Niets doen (kind gaat dood), oude man aanrijden, chauffeur opofferen. Wat zou jij doen en waarom?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ETHIEK
Ethiek gaat over het gedrag en handelen van mensen. Er zijn vele handelingen waar meningsverschillen over ontstaan, of die zelfs omstreden zijn. Je kan hierbij denken aan dierproeven, euthanasie en abortus. Veel mensen hebben op dit soort handelingen een moreel oordeel en gaan daarover in gesprek. Vaak lukt het niet om tot een moraal te komen, en is het niet helemaal duidelijk of zo'n handeling dan wel uitgevoerd moet worden of niet. Op zo'n moment spreek je van een ethisch dilemma. Je zal dan een keuze moeten maken voor een bepaalde manier van handelen. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethisch dilemma
  • Een ethisch dilemma ontstaat wanneer je een keuze moet maken tussen twee waarden.
  • Beide waarden vind je belangrijk en wil je dus bereiken, maar dat gaat niet: soms ontstaan er situaties waarin je een keuze moet maken omdat beide waarden elkaar tegenspreken of met elkaar botsen. 
  • Nadenken over de beste optie noemen we ethisch denken.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethische dilemma's
We gaan oefenen met een aantal vragen.
Denk goed na voor je antwoord geeft; 
er kan gevraagd worden naar een 
toelichting.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologisch of 'gewoon'? 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Euthanasie of niet?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dierproeven of niet? 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geld of Milieu? 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Classroom
Ga naar Classroom daar staat de Opdracht Ethische dilemma's klaar. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Classroom
Je hebt per dilemma de volgende opdracht gemaakt:
In tweetallen ga je in gesprek over het aan jullie toegewezen dilemma. 
Je bespreekt wat het ethische ‘probleem’ is van het dilemma;
Je bespreekt hoe jullie daar zelf over denken;
Je bespreekt met welke (mochten jullie hetzelfde denken) goede argumenten een ander ‘anders’ zou kunnen denken dan jij.
 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen behaald? 
Aan het einde van de les kun je:
  1. Uitleggen wat de begrippen moreel handelen, moraal en ethiek betekenen. 
  2. Een voorbeeld geven van een ethisch dilemma;
  3. Uiteenzetten (op basis van argumenten) wat jij vindt van een toegewezen ethisch dilemma;
  4. Demonstreren met welke argumenten een ander ‘anders’ kan denken dan jij over een ethisch dilemma

Slide 28 - Tekstslide

woorden voor woordenboekje? 
Nieuwe les

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 2 ethische theorieën
Het utilisme + hedonisme = gevolgethiek
De plichtethiek = Beginselethiek


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Utilisme
Een handeling is moreel juist als als ze bijdraagt aan het vergroten van het geluk van zoveel mogelijk mensen.
Het gaat dus om het gevolg van de handeling.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plicht ethiek
Hier gaat het om je innelijke plicht om iets goeds te doen.
bv je geweten verplicht je om iets te doen.
Het gaat hier niet om de gevolgen van de handeling , maar om de poging/handeling zelf.
Je handelt als een autonoom mens

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgethiek - Hedonisme
Epicurus:

  • Volgens deze oud-Griekse filosoof gaat het in het leven om geluk.
  • Gelukkig zijn bereik je volgens hem door te proberen pijn te vermijden en het genot na te streven
  • Hoe sneller je tevreden bent, hoe sneller je gelukkig bent.
  • Soms moet je wat ellende accepteren als je weet dat er daarna iets goeds komt, maar ook: soms moet je iets leuks niet doen als je weet dat er daarna ellende van komt. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Utilisme
  • Je handeling is ethisch juist (menswaardig) te noemen wanneer deze voor zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk geluk/voordeel oplevert.
  • Je maakt achteraf een balans op van de gevolgen die jouw keuze heeft gehad. 
  • Een handeling is goed als het voor zoveel mogelijk geluk voor zoveel mogelijk mensen zorgt.
  • Een leugentje om bestwil zou dan niet erg zijn
  • Maar waar ligt dan de grens? Wie bepaalt welk soort geluk er moet gelden? Bepaalt de meerderheid altijd wat er dan gebeurt? 



Liegen? goed of fout?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent (denk je) het woord "utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nuttig

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort niet bij utilisme
A
meerderheid
B
geluk / genot
C
eigenbelang
D
gevolg

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is volgens het utilisme een ongelijke verdeling van welvaart toegestaan?
A
Nee, de welvaart moet altijd evenredig worden verdeeld.
B
Ja, zolang daardoor het totale nut in de wereld toeneemt.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Utilisme heeft oog voor...
A
het individu
B
de vrijheid
C
geluk voor iedereen
D
belang van de meerderheid

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kritische vragen: 

Een minderheid kan dus ongelukkiger worden want
het doel heiligt de middelen. 
( soms moeten er doden vallen om iets goeds te bereiken)

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uitgangspunten ethische theorieën
Genot: hedonisme
Nut: utilitarisme

Plicht: handelen vanuit plichtsbesef.
Verantwoordelijkheid: handelen vanuit verantwoordelijkheid
Gevolgethiek
Plichtethiek

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies