Leven in ecosystemen: Fotosynthese, Voedselketen en Biotische factoren

Ecologie
Thema 5
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ecologie
Thema 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Kennis over fotosynthese, energiearme en energierijke stoffen
- Verbranding en stofwisseling bij organismen
 - Producenten, consumenten en reducenten
 - Voedselketen en de rol van planteneters, vleeseters en alleseters
 - Invloed van biotische en abiotische factoren op ecosystemen
- Individu, populatie en ecosysteem

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide introduceert de leerdoelen van de les. Bespreek deze met de leerlingen en vraag of ze al bekend zijn met deze begrippen.
Wat weet jij al over de ecologie?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Fotosynthese
Fotosynthese is het proces waarbij planten, met behulp van zonlicht, koolstofdioxide en water omzetten in glucose en zuurstof.
Energiearme stoffen zoals koolstofdioxide en water worden omgezet in energierijke stoffen zoals glucose tijdens fotosynthese.

Slide 4 - Tekstslide

Laat afbeeldingen van het proces zien en bespreek de rol van fotosynthese in ecosystemen.
Fotosynthese

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding en stofwisseling
Verbranding is het proces waarbij organismen energie vrijmaken uit voedsel. 
Stofwisseling verwijst naar alle chemische processen die plaatsvinden in organismen om te overleven.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf het verschil tussen verbranding en stofwisseling. Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van organismen die deze processen gebruiken.
Verbranding is omgekeerde proces van fotosynthese

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Producenten, consumenten en reducenten
Producenten zijn organismen die energierijke stoffen maken, zoals planten. 
Consumenten zijn organismen die andere organismen eten om energie te krijgen. 
Reducenten zijn organismen die dode organismen afbreken en omzetten in stoffen die weer door producenten kunnen worden gebruikt.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf de rol van producenten, consumenten en reducenten in een ecosysteem. Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van elk type organismen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedselketen
Een voedselketen toont de relatie tussen verschillende organismen en hun voedselbronnen in een ecosysteem.
In een voedselketen heb je planteneters,  vleeseters en alleseters.

Slide 10 - Tekstslide

Laat een voorbeeld van een voedselketen zien en vraag de leerlingen om de verschillende niveaus te identificeren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planteneters, vleeseters en alleseters
Planteneters zijn organismen die zich voeden met planten, zoals konijnen en herten.
Vleeseters zijn organismen die zich voeden met vlees, zoals leeuwen en wolven.
Alleseters zijn organismen die zich voeden met zowel planten als vlees, zoals beren en mensen.

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijf de rol van planteneters in een ecosysteem en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van planteneters.
Invloed uit de omgeving
Biotische factoren zijn levende organismen die invloed hebben op een ecosysteem, terwijl abiotische factoren niet-levende factoren zijn. Beide hebben invloed op ecosystemen.
Abiotische factoren zijn niet-levende factoren die invloed hebben op een ecosysteem, zoals temperatuur en neerslag.
Biotische factoren zijn organismen die invloed hebben op een ecosysteem, zoals concurrentie tussen verschillende soorten.

Slide 13 - Tekstslide

Beschrijf het verschil tussen biotische en abiotische factoren en laat voorbeelden zien van elk.
Biotische en abiotische factoren

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individu, populatie en ecosysteem
Een individu is één enkel organisme, terwijl een populatie een groep organismen van dezelfde soort is. Een ecosysteem omvat alle levende en niet-levende elementen van een specifieke omgeving.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat de verschillende niveaus in een ecosysteem zijn en hoe ze met elkaar verbonden zijn.
Voedselketen in actie
Laat een video zien van een voedselketen in actie en bespreek hoe de verschillende organismen met elkaar verbonden zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Laat de leerlingen noteren welke organismen er in de video voorkomen en hoe ze zich verhouden tot elkaar in de voedselketen.

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rollen in het ecosysteem
Geef de leerlingen de opdracht om een specifiek organisme te kiezen en uit te zoeken welke rol het speelt in het ecosysteem.

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit wat de opdracht inhoudt en geef de leerlingen voldoende tijd om onderzoek te doen.
Zoek uit welke rol speelt een worm in een ecosysteem

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Discussie
Wat is de rol van ecosystemen in ons dagelijks leven en hoe we ze kunnen beschermen.

Slide 20 - Tekstslide

Geef de leerlingen de kans om hun mening te geven en hun begrip van de les te tonen.
Zijn er vragen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.