5.4 Vermogen 1

Deze les
  • 5.4 Vermogen en energie
  • Wat is vermogen?
  • Vermogen berekenen?
  • ma AB blz 33/34
  • ma DB 5.4 opdr 35 t/m 40
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les
  • 5.4 Vermogen en energie
  • Wat is vermogen?
  • Vermogen berekenen?
  • ma AB blz 33/34
  • ma DB 5.4 opdr 35 t/m 40

Slide 1 - Tekstslide

Vermogen (P)
  • De hoeveelheid energie dat per seconde verbruikt wordt.
  • Hoe hoger het vermogen, des te meer energieverbruik
  • Het vermogen staat op een typeplaatje op het apparaat

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Bereken P
Het vermogen hangt af van twee factoren:
    1: Spanning (U in Volt)
    2: Stroomsterkte (I in Ampère)

    Formule: P = U x I

    Slide 4 - Tekstslide

    Slide 5 - Tekstslide

    Vermogen 
    P = U x I 
      = 2 x 0,18 = 0,36 V
      = 4 x 0,26 = 1,04 V
      enzovoort

    Slide 6 - Tekstslide

    Slide 7 - Tekstslide

    Slide 8 - Tekstslide

    Bereken de stroomsterkte

    I = P / U = 30.000 / 250 = 120 A

    Slide 9 - Tekstslide

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Tekstslide

    Bereken de stroomsterkte
    Eerst: P = 2,8 kW = 2800 W

    I = P / U = 2800 / 230 = 12,2 A

    Slide 12 - Tekstslide

    Afronden
    • ma AB blz 33/34
    • ma DB 5.4 opdr 35 t/m 40
    • lezen DB 5.4
    • leren 5.1 t/m 5.3

    Slide 13 - Tekstslide