NN7 Cursus 5 §4 Samengestelde zinnen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Cursus 5 §4 Samengestelde zinnen

Inhoudsopgave

• Voorkennis;
• Lesdoelen;
• Instructie;
• Samen oefenen;
• Aan de slag!
• Afsluiting.

Voorkennis

''Heb jij vanmorgen jouw bed opgemaakt?''. Schrijf bij deze zin op:
pv = ...
ow = ...
wg = ...
lv = ...

''Dat had je beter kunnen laten!''. Schrijf bij deze zin op:
pv = ...
ow = ...
wg = ...
lv = ...

''Je hebt van je bed een mijtenparadijs gemaakt''. Schrijf bij deze zin op:
pv = ...
ow = ...
wg = ...
lv = ...

Lesdoelen

Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.

Ik kan hoofd- en bijzinnen in een zin herkennen.

Bekijk de volgende zin...

Lavezzi zet de verwarming lager.

• Wat is de persoonsvorm?
• 'zet' = pv;
• Deze zin heeft maar één persoonsvorm... dat noemen we een enkelvoudige zin.

• Lavezzi zet de verwarming lager, want zij heeft het warm.
• Omdat Lavezzi het warm heeft, zet ze de verwarming lager.
• Lavezzi zet de verwarming lager, want zij heeft het warm.

• Deze zinnen hebben twee persoonsvormen. Een zin met meer dan één persoonsvorm is een samengestelde zin.

Welke zin is een enkelvoudige zin?

1. Janneke speelt goed piano.
2. Het huiswerk heb ik niet gemaakt, het was te moeilijk.
3. Ik ben op de fiets, maar het regent.
4. Ik baal van school, want ik moet teveel doen.

Welke zin is een enkelvoudige zin?

1. Mijn zus woont sinds twee jaar in een appartement.
2. Als mijn zus gaat werken, gaat ze zeker in een appartement wonen.

Wat is de samengestelde zin?

1. Totdat de uitslag bekend is, kijken we televisie..
2. Gisteren ging ik naar de kermis in het centrum.
3. Ik het fietsenhok staan veel kapotte fietsen.
4. Hebben alle kinderen het verkeersexamen gehaald?

Wat is een samengestelde zin?

1. Een zin die meerdere betekenissen kan hebben
2. Een zin met meerdere werkwoorden
3. Een zin met meerdere persoonsvormen
4. Een zin die bestaat uit meerdere zinsdelen

Hoofd- en bijzinnen

Hoe herken je deze?

De meeste jongeren kunnen hun telefoon geen minuut alleen laten, terwijl het zonder mobiel ook leuk is.

• Persoonsvorm vinden;
• Onderwerp vinden;
• Wat valt mij op?

Instructie

Hoofdzin	Bijzin
OW en PV staan naast elkaar; er passen (bijna nooit) andere zinsdelen tussen.	Tussen OW en PV kunnen wel andere zinsdelen staan (bv. het woord 'niet').
De pv staat voor in de zin: als eerste of tweede zinsdeel.	De pv staat vaak achter in de zin.

Voorbeelden

• Advertenties worden geplaatst, zodat mensen dit ook kopen (HZ-BZ).

• Hoewel het vroeg licht werd, zongen de vogels nog niet (BZ-HZ).

• Ik werk in Breda, maar ik wil er wel wonen (HZ-HZ).
  

Schrijf op of de zin bestaat uit hoofdzin- hoofdzin, hoofdzin- bijzin of bijzin- hoofdzin. Kies het goede antwoord.

Het gaat vast beter als ik een stukje hard ga lopen.

1. Hoofdzin-hoofdzin
2. Hoofdzin-bijzin
3. Bijzin-hoofdzin

Schrijf op of de zin bestaat uit hoofdzin- hoofdzin, hoofdzin- bijzin of bijzin- hoofdzin. Kies het goede antwoord.

Hoewel ik laat naar bed ga, ben ik vroeg opgestaan

1. Hoofdzin-hoofdzin
2. Hoofdzin-bijzin
3. Bijzin-hoofdzin

Schrijf op of de zin bestaat uit hoofdzin- hoofdzin, hoofdzin- bijzin of bijzin- hoofdzin. Kies het goede antwoord.

Ik probeerde te lezen, maar mijn ogen vielen steeds dicht.

1. hoofdzin- hoofdzin
2. hoofdzin- bijzin
3. bijzin- hoofdzin

Aan de slag!

Je maakt: 

- Opdrachten 1 t/m 8.

Klaar?

1. Nakijken;

2. Oefenen op Noordhoff!

Huiswerk

Cursus 5 §4 - alle opdrachten af vóór woensdag!