1. Prikkel wordt omgezet in een impuls in een zintuigcel
2. Impuls wordt via de gevoelszenuwcellen doorgegeven aan het centraal zenuwstelsel (ruggenmerg)
3. Het impuls wordt binnen het centraal zenuwstelsel (ruggenmerg) doorgegeven door de schakelcellen, uiteindelijk naar de hersenen toe--> uitzondering: bij zintuigen in je hoofd gaat het impuls meteen via de gevoelszenuwcellen naar je hersenen en hoeft niet langs je ruggenmerg.
4. In de hersenen wordt de impuls verwerkt (bewustwording)
5. De hersenen geven een impuls door via een bewegingszenuwcel aan een spier of klier
6. Je reageert op de prikkel