Voorbereiding voor de toets

POLITIEK


Herhaling voor de toets
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

POLITIEK


Herhaling voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

HOOFDSTUK 1
Een maatschappelijk probleem! 

1. Veel mensen hebben er last van. 

2. Er zijn verschillende meningen.

3. De media bemoeit zich ermee. 

4. Overheid moet het oplossen. 

Slide 2 - Tekstslide

HOOFDSTUK 1
Politiek is het maken van regels, die helpen bij het besturen van een land, gemeente of provincie

Zij houden zich bezig met het algemeen belang: dingen waar iedereen voordeel van heeft. Denk hier bijvoorbeeld aan: onderwijs, veiligheid, goede wegen, lantaarnpalen, gezondheidszorg.... 

Slide 3 - Tekstslide

HOOFDSTUK 1
Politici zijn mensen die van de politiek hun werk hebben gemaakt. Deze mensen noemen we ook wel volksvertegenwoordigers. Zij maken beslissingen, namens het volk.  

In NL zijn drie bestuurslagen
  • Het hele land: welke coronamaatregelen?
  • De provincie: waar komt een treinstation?
  • De gemeente: hoeveel hondenbelasting? 

Slide 4 - Tekstslide

HOOFDSTUK 1
Hoe heb je invloed op de politiek? 

  • Stemmen; 
  • Demonstreren; 
  • Handtekeningenacties; 
  • Naar de media stappen. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

HOOFDSTUK 2
Nederland is een rechtsstaat, een land waarin de rechten en plichten van de burgers én de overheid in de grondwet vast staan

Rechten = geeft aan wat je mag doen
'je mag geloven wat je wil' 

Plichten = geeft aan wat je moet doen
'Iedereen heeft leerplicht, je moet naar school' 

Slide 8 - Tekstslide

HOOFDSTUK 2
Kenmerken van de rechtsstaat zijn; 

  1. Alle burgers hebben grondrechten, een voorbeeld hiervan? Artikel 1. 
  2. De grondwet is een overzicht van de belangrijkste (grond)rechten en plichten van burgers en de overheid. 
  3. Iedereen moet zich aan de wet houden
  4. De macht is verdeeld (Trias Politica)
  5. Er zijn onafhankelijke rechters

Slide 9 - Tekstslide

HOOFDSTUK 2
Een dictatuur is een staat waarin alle macht in handen is van één persoon, of een kleine groep

Kenmerken:
  • Burgers hebben geen grondrechten
  • Er is geen persvrijheid, maar censuur
  • Er zijn geen onafhankelijke rechters
  • Bij verkiezingen maar één optie
  • Het leger / geheime politie werkt voor de dictator en helpt hem. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen met examenopgaven!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

POLITIEK


Herhaling voor de toets

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Oefenen met examenopgaven!

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

HOOFDSTUK 3
Het parlement = Eerste Kamer + Tweede Kamer

De personen waar wij op stemmen, nemen namens ons de beslissingen, dit is een parlementaire democratie






Actief kiesrecht = recht om bij verkiezingen te stemmen.

Passief kiesrecht = recht om je verkiesbaar te stellen. 

De lijsttrekker is de aanvoerder van de politieke partij.

Slide 30 - Tekstslide

HOOFDSTUK 3
Na de verkiezingen begint de kabinetsformatie: onderhandelingen tussen partijen over het vormen van een regering

Regering = Koning + ministers 

Zij maken een regeerakkoord: de plannen voor het regeringsbeleid voor de komende vier jaar

Deze partijen moeten samen een meerderheid vormen (de helft + 1). De meerderheid moet altijd voor zijn. 

Slide 31 - Tekstslide

HOOFDSTUK 3
Trias politica: een scheiding van de macht 

  1. De wetgevende macht: maken de wetten. (Eerste Kamer, Tweede Kamer)
  2. De uitvoerende macht: voeren de wetten uit. (Regering)
  3. De rechterlijke macht: beoordelen of de wetten goed worden uitgevoerd. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide


Toets voorbereiding!

Slide 37 - Tekstslide

HOOFDSTUK 4
Indeling van politieke partijen kan op drie manier: 

1. Progressief of conservatief. 

Progressief: vernieuwend, vooruit denken, verandering.
  • Mensen moeten zelf beslissen of ze drugs gebruiken. 

Conservatief: behoudend, terug naar vroeger. 
  • Homoseksuelen mogen geen kinderen adopteren. 

Slide 38 - Tekstslide

HOOFDSTUK 4
2. Links, midden of rechts. 
Links
De overheid zorgt voor de zwakkere mensen in de samenleving. 

De overheid is actief op zoek naar hoe ze deze mensen kunnen helpen. 

Wij zijn gelijkwaardig. 


SP, Denk, GroenLinks, PvdD, PvdA
Midden
Mensen zorgen voor elkaar, we zijn verantwoordelijk voor elkaar. 

De overheid steunt de hulp aan kwetsbare mensen alleen in de gevallen dat het nodig is. 

Saamhorigheid / Solidariteit


D66, 50Plus, CDA, ChristenUnie
Rechts
Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid. 

De overheid is passief bij steunen van de kwetsbaren, helpt alleen in noodsituaties. 

Vrijheid is heel belangrijk. 


VVD, SGP, FvD, PVV

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

HOOFDSTUK 5
3. Politieke stromingen
Sociaal-Democratie

  • Waarden: gelijkheid, solidariteit

  • Doel: eerlijke verdeling van inkomens, bescherming van de kwetsbaren. 

  • Komen op voor: mensen met weinig geld en minder kansen. 

  • Rol van de overheid: actief, ongelijkheid tegengaan!

SP, PvdA, GroenLinks, Denk
Liberalisme

  • Waarden: vrijheid 

  • Doel: vrijheid voor mensen om te doen en laten wat ze willen, en bescherming hiervan.

  • Komen op voor: werkende burgers, ondernemers en bedrijven.

  • Rol van de overheid: passief: alleen zorgen voor veiligheid

VVD, PVV, D66

Slide 42 - Tekstslide

HOOFDSTUK 5
3. Politieke stromingen
Christen-Democratie

  • Waarden: geloof, naastenliefde

  • Doel: respect voor de bijbel, een samenleving waar mensen voor elkaar zorgen. 

  • Komen op voor: gezinnen met kinderen en christelijke instanties (scholen, kerken...)

  • Rol van de overheid: beperkt: alleen als er geen andere hulp is.

ChristenUnie, SGP, CDA
Ecologische stroming

  • Waarden: duurzaamheid, milieuvriendelijk 

  • Doel: natuur en milieu worden zo min mogelijk aangetast door de mens. 

  • Komen op voor: dier, mens en natuur


  • Rol van de overheid: actief: bedrijven moeten duurzamer worden, zelfs als het slecht is voor de economie. 
GroenLinks, PvdD

Slide 43 - Tekstslide

HOOFDSTUK 5
3. Politieke stromingen
Nationalisme

  • Waarden: onafhankelijkheid, vaderlandsliefde

  • Doel: Nederland moet uit de Europese Unie, belang van eigen volk belangrijkst!
 
  • Komen op voor: de eigen bevolking. 

PVV, FvD

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Oefenen met examenopgaven!


Ga naar examenblad! Examen 2022

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide