Week 2 / Les 2 leereenheid (Elise en Wim)

• Customer Journey
• MBO
• Studiejaar 2-4

Customer Journey

Leerjaar 1 | 2024 - 2025

Periode 1  | Week 2 

Docenten

Conny Nienhuis 

Elise van der Velde

Wim Lamers

🤝 Samenwerken doen we zo

🚰 Drinken (water) mag, eten doe je buiten het lokaal.

🕘 Kom op tijd. Deur dicht? De docent haalt je van de gang.

📵 Telefoon weg in je jas of tas, tenzij de docent anders aangeeft.

📚 Tas van tafel en jas uit. Pak na binnenkomst meteen je lesmateriaal. 

Docent aan het woord. Stil zijn en luisteren. Ook zijn de laptops dicht.

✅ Presentie: Fijn dat je er bent! 😀👍

📚 Lesmateriaal

Inspelen op de customer journey

Sarphati Commercie

ISBN 9789037264463

Zowel boek als digitale leeromgeving.

+ Syllabus: Leereenheid Customer Journey 1

Belangrijk:
Zorg dat je iedere les je boek en syllabus bij je hebt!

📋 Vandaag 

• Terugblik voorgaande les 
• Boek (inspelen op customer journey) hoofdstuk 2
• Deelopdracht 3 (syllabus/leereenheid) 
• Verder met deelopdracht 2

📋 Leerdoelen

• Je weet welke soorten commerciële organisaties er zijn,
   en in welke sectoren.
  
• Je begrijpt het belang van organisatiestructuur en organisatiecultuur.

Terugblik vorige les

Waar hebben we het over gehad? 

Wat hebben we geleerd? 

Welke vragen hebben we over voorgaande lessen?

Hoe ver zijn we met deelopdracht 2?

Hoofdstuk 2 

Commerciële organisaties – 

sectoren in de economie

Organisatiestructuur –

 lijnorganisatie

Dat is een relatie tussen één meerdere en een ondergeschikte, 

bijvoorbeeld tussen een chef en een medewerker. 

De medewerker heeft dan een lijnfunctie. 

Hij moet de instructies van de chef opvolgen, 

zolang die kloppen met de functieomschrijving. 

De medewerker krijgt instructies van maar één meerdere.

Organisatiestructuur –

 Organigram / Organogram

Een organigram is een grafische weergave van de organisatiestructuur.

Je kunt het ook organogram noemen. In een organigram teken je een 

lijnrelatie verticaal.

Weet iemand wat dit is?

Organisatiestructuur – 

lijn-staforganisatie

Als men een of meer stafmedewerkers toevoegt aan een lijnorganisatie, 

ontstaat een lijn-staforganisatie. In een organigram teken je relaties met staffuncties horizontaal, haaks op de verticale lijn.

• Een stafmedewerker doet ondersteunend werk voor een manager. 
• De stafmedewerker heeft een stafrelatie met de manager die hij ondersteunt. 
• De manager geeft de stafmedewerker opdrachten, maar de stafmedewerker kan zelf niemand opdrachten geven. 

Weet iemand wat dit is?

Organisatiestructuur – 

matrixorganisatie

In een matrixorganisatie heeft elk team minstens twee managers. 

In het voorbeeld stelt elk rondje een team voor. 

Elk team wordt aangestuurd door een manager die verantwoordelijk 

is voor een bepaalde productgroep, én door een manager die 

verantwoordelijk is voor de goede uitvoering van een functie op zijn vakgebied (zoals marketing).

Organisatiestructuur – 

Projectorganisatie

Bij ondernemingen die werken aan verschillende opdrachten. Bijvoorbeeld: 

• bij een bouwbedrijf, waar elk gebouw een project is; 
• bij een communicatieadviesbureau, waar elke reclamecampagne een project is. 
• bij jullie, waar in de komende 5 weken één project wordt afgerond en in de 5 weken 

       daarna een nieuw project begint (binnen customer journey).

Een projectorganisatie is een matrixorganisatie, waarbij de projectgroepen tijdelijk zijn: nadat een project afgerond is, wordt weer een nieuwe projectgroep samengesteld.

Zelf aan de slag!

Opdrachten 6, 7, 8 en 9 van hoofdstuk 2 

15 minuten -> daarna bespreken

Pauze

pauze

15 minuten

Deelopdracht 3.1

Commerciële organisatie 

• Maak een organigram van EcoFood Connect.
• Geef antwoord op de vraag welke organisatiestructuur 
    EcoFood Connect heeft. Onderbouw je antwoord. 
  
  Gebruik hierbij hoofdstuk 3.2 uit het boek.

Uitleg Word (gezamenlijk)

Stap 1: Open Word -> tabblad 'invoegen' -> 'SmartArt-graphic invoegen' ->

tabblad 'Hierarchie' -> Organigram met namen en titels 

Stap 2: Voor het toevoegen van extra functies aan je organogram:

Klik met de rechtermuisknop op een functie en klik op ''vorm toevoegen''.

Stap 3: Noteer de functie in het grote vak & de naam in het kleine vak -> 

Alleen de online Word versie? Wees creatief in Canva of maak het op papier (met pen/potlood). 

Zelf aan de slag!

1: Deelopdracht 3.1

2: Deelopdracht 2 verder afmaken

3: Deelopdracht 3.2

3: Opdrachten 2,3,4 en 5 van hoofdstuk 2 (boek) maken. 

4: Opdrachten 10, 11, 12, 13 en 14 van hoofdstuk 2 (boek) maken. 
5: Test je kennis van hoofdstuk 2 (boek) maken. 

Pauze

pauze

15 minuten

Elevator pitch

Wat is dat? 

Deelopdracht 3.2 

• Zoek iemand in je omgeving die werkt bij een bedrijf met
   meerdere collega's 
• Stel hem/haar de vragen uit opdracht 3.2 
• Verwerk de uitkomst van het interview in een kort verslag en
  maak daarna een elevator pitch. 

Individueel! inleveren in It's Learning als aanvulling op deelopdracht 3.1.

Top down cultuur

Bottom up cultuur

Bespreek met je buurman/buurvrouw wat dit is. 

Geen idee? Bekijk nog een de theorie hoofstuk 2.4 en opdracht 9. 

Einde les 

Wat hebben we vandaag geleerd?

Hoe ver zijn we met alle deelopdrachten?

Volgende les -> afronden deelopdrachten 2 & 3 (deze week)

Bedankt voor jullie inzet en tot de volgende keer👋