Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Kapitel 3.2: Voorzetsels bij - door - naar - tot - van - voor
Duitse
voorzetsels
bij - door - naar - voor - tot - van
1 / 39
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Duitse
voorzetsels
bij - door - naar - voor - tot - van
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke vertalingen ken je voor 'bij'?
Slide 3 - Woordweb
Vul in: Er wohnt noch (bij zijn ouders).
Slide 4 - Open vraag
Er stellte sich ..
A
ans Fenster.
B
beim Fenster.
C
zum Fenster.
Slide 5 - Quizvraag
Welke voorzetsels betekenen 'door'
in het Duits?
Slide 6 - Woordweb
Vertaal: wij liepen door het park
Slide 7 - Open vraag
Vul in: Senioren konnten (door middel van een brief) wählen.
Slide 8 - Open vraag
Vul in: Die Frage wurde (door mij) gelöst.
A
durch mich
B
von mir
Slide 9 - Quizvraag
Hoe kun je het voorzetsel 'naar'
in het Duits vertalen?
Slide 10 - Woordweb
nach, zu
of
in
nach
zu
in
vertaling: naar (of na)
vertaling: naar
vertaling: naar
'nach' gebruik je bij steden en landen (zonder een vast lidwoord)
Ich fahre nach Hamburg.
Ich fahre nach Belgien.
Je gebruikt 'zu' als je ergens naartoe gaat. Dat kan de school zijn of de supermarkt. (gebouwen)
Ich fahre zur Schule.
Je gebruikt 'in' bij landen met een lidwoord.
Wir fliegen in die Schweiz.
Wir fliegen in die USA.
'nach' gebruik je bij richtingen
Ich gehe nach links/rechts.
Ich gehe nach oben/unten.
Ook gebruik je het als je naar iemand toe gaat, dus bij personen.
Ich gehe zu Sylvia.
Ook gebruik je in bij vaste combinaties
in die Schule / in die Kirche / in die Disko gehen
ins Theater / ins Konzert / ins Museum / ins Bett gehen
Slide 11 - Tekstslide
Wollt ihr (naar de) an ... Meer (o) fahren?
Slide 12 - Open vraag
Vertaal: Ik ga naar school.
A
Ich gehe nach Schule.
B
Ich gehe zur Schule.
C
Ich gehe in die Schule.
Slide 13 - Quizvraag
Vertaal: Wij gaan naar Zürich.
Slide 14 - Open vraag
Vertaal: Zij gaan naar het zwembad.
Slide 15 - Open vraag
Vertaal: Ik ga naar mijn oma
Slide 16 - Open vraag
Wat is de juiste vertaling van 'voor'?
A
für
B
vor
Slide 17 - Quizvraag
Maak een voorbeeldzin met 'für'
Slide 18 - Open vraag
Maak een voorbeeldzin met 'vor'.
Slide 19 - Open vraag
Hoe kun je het voorzetsel 'tot'
in het Duits vertalen?
Slide 20 - Woordweb
Hoe kun je het voorzetsel 'van'
in het Duits vertalen?
Slide 21 - Woordweb
Extra oefenzinnen
bij - door - naar - voor - tot - van
Slide 22 - Tekstslide
Welke vertaling van "door" past er in deze zin:
"Er erfuhr es ........ (door) eine Nachricht"
A
von
B
durch
Slide 23 - Quizvraag
Welke vertaling van "voor" past er in deze zin:
"Er warnte mich ........ (voor) den Risiken"
A
für
B
vor
Slide 24 - Quizvraag
Welke vertaling van "tot" past er in deze zin:
"Sie arbeitete ........ (tot) spät in den Abend hinein"
A
bis
B
zu
Slide 25 - Quizvraag
Welke vertaling van "naar" past er in deze zin:
"Ich gehe heute ........ (naar) dem Arzt"
A
nach
B
in
C
zu
Slide 26 - Quizvraag
Welke vertaling van "naar" past er in deze zin:
"Er sehnt sich ........ (naar) den Ferien"
A
nach
B
in
C
zu
Slide 27 - Quizvraag
Welke vertaling van "voor" past er in deze zin:
" ........ (voor) einem Monat habe ich ihn noch gesehen"
A
für
B
vor
Slide 28 - Quizvraag
Welke vertaling van "bij" past er in deze zin:
"Das Mädchen wohnt ........ (bij) ihrem Vater"
A
zu
B
bei
C
an
Slide 29 - Quizvraag
Welke vertaling van "van" past er in deze zin:
"Ich habe das Boot von meinen / meiner Eltern geliehen.
A
von meinen
B
meiner
Slide 30 - Quizvraag
Welke vertaling van "bij" past er in deze zin:
"Er stellte sich ........ (bij) das Fenster"
A
zu
B
bei
C
an
Slide 31 - Quizvraag
Welke vertaling van "door" past er in deze zin:
"Die Frage wurde ........ (door) mir gelöst"
A
durch
B
von
Slide 32 - Quizvraag
Welke vertaling van "voor" past er in deze zin:
"Er hatte das ........ (voor) uns gemacht"
A
für
B
vor
Slide 33 - Quizvraag
Welke vertaling van "tot" past er in deze zin:
" ........ (tot) unserer Überraschung hat er das Spiel gewonnen"
A
bis
B
zu
Slide 34 - Quizvraag
Welke vertaling van "naar" past er in deze zin:
"Gehst du heute noch ........ (naar) der Polizei um Anzeige zu erstatten?"
A
nach
B
in
C
zu
Slide 35 - Quizvraag
Welke vertaling van "naar" past er in deze zin:
"Wegen Corona können wir noch nicht ........ (naar) das Theater gehen"
A
nach
B
in
C
zu
Slide 36 - Quizvraag
Welke vertaling van "van" past er in deze zin:
"Der Import ........ (van) Blumen hat zugenommen"
A
der
B
den
C
von
Slide 37 - Quizvraag
Ik beheers de theorie
A
niet!
B
van a tot z
C
met de aantekeningen erbij, lukt het best
D
geen idee, mijn zus heeft de test ingevuld
Slide 38 - Quizvraag
Slide 39 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Voorzetsels met werkwoorden met verschillende naamvallen
Maart 2021
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4,5
9. Gebruik voegwoorden en voorzetsels
Juni 2022
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Duits: Vertaling van voorzetsels
Maart 2021
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
4v 27-05 Duits: Vertaling van voorzetsels
Mei 2021
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Les met
13 slides
door
Anne Frank Stichting
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
4H K2C Wiederholung 2 schwaches Verb
December 2021
- Les met
36 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Anne Frank, ihr kurzes Leben
September 2022
- Les met
15 slides
door
Anne Frank Stichting
History
Primary Education
Secondary Education
Age 11-13
Anne Frank House