Livestream leerdoel 4 H9

H9  Negatieve getallen
HV1
Welkom!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H9  Negatieve getallen
HV1
Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Werkwijze
Je hebt je iPad en evt. telefoon nodig tijdens deze livestream.
Af en toe krijg je een opdracht die je moet invullen en/of uploaden.

Zorg dat aan het begin van de livestream je schrift en boek open voor je liggen.

Groepscode LessonUp wiskunde: ilsym



HV1

Slide 2 - Tekstslide

Lesindeling
Start:               absentie
                       voorkennis ophalen
                       leerdoelen 4 en 5
Werken:            aan de slag met leerdoel 4 en 5
                       mogelijkheid tot vragen
Afsluiting:          afsluitende check




HV1

Slide 3 - Tekstslide

Absentiecontrole

Slide 4 - Tekstslide

Negatieve Getallen

Slide 5 - Tekstslide

Positieve Getallen

Slide 6 - Tekstslide

Welk getal ligt in het midden van -4 en 2?

Slide 7 - Open vraag


Zijn er nog vragen over hoofdstuk 9?

Slide 8 - Open vraag

Ik kan negatieve getallen vermenigvuldigen en delen.
Succescriteria
Ik weet wat negatief, positief en neutraal betekent.
Ik weet waar negatieve getallen op de getallenlijn staan.
Ik ken de volgorde van bewerkingen.










Slide 9 - Tekstslide

Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. Haakjes 
  2. Machten (dus ook Kwadateren)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 10 - Tekstslide

Negatieve getallen x

12 -3 x -4 =
  
Vermenigvuldigen
positief getal x positief getal = positief getal
positief getal x negatief getal = negatief getal
negatief getal x positief getal = negatief getal
negatief getal x negatief getal = positief getal

Slide 11 - Tekstslide

Negatieve getallen x

12 -3 x -4 =
12    + 12   = 
  
Vermenigvuldigen
positief getal x positief getal = positief getal
positief getal x negatief getal = negatief getal
negatief getal x positief getal = negatief getal
negatief getal x negatief getal = positief getal

Slide 12 - Tekstslide

Negatieve getallen x

12 -3 x -4 =
12    + 12   = 24
  
Vermenigvuldigen
positief getal x positief getal = positief getal
positief getal x negatief getal = negatief getal
negatief getal x positief getal = negatief getal
negatief getal x negatief getal = positief getal

Slide 13 - Tekstslide


Bereken en schrijf de tussenstappen op.
opgave 30b        -4 + 3 • -8 =   

Slide 14 - Open vraag

De bewerkingen door elkaar.

Uitwerking:
... +- 50 : -2 = 40




- - is hetzelfde als + 
+ - is hetzelfde als - 

Slide 15 - Tekstslide

De bewerkingen door elkaar.

Uitwerking:
... +- 50 : -2 = 40
... - 50 : -2 = 40



Slide 16 - Tekstslide

De bewerkingen door elkaar.


Uitwerking:
... +- 50 : -2 = 40
... - 50 : -2 = 40



delen
positief getal : positief getal = positief getal
positief getal : negatief getal = negatief getal
negatief getal : positief getal = negatief getal
negatief getal : negatief getal = positief getal

Slide 17 - Tekstslide

De bewerkingen door elkaar.


Uitwerking:
... +- 50 : -2 = 40
... - 50 : -2 = 40
... + 25 = 40


delen
positief getal : positief getal = positief getal
positief getal : negatief getal = negatief getal
negatief getal : positief getal = negatief getal
negatief getal : negatief getal = positief getal

Slide 18 - Tekstslide

De bewerkingen door elkaar.


Uitwerking:
... +- 50 : -2 = 40
... - 50 : -2 = 40
15 + 25 = 40


Slide 19 - Tekstslide

De bewerkingen door elkaar.


Uitwerking:
15 +- 50 : -2 = 40
15 - 50 : -2 = 40
15 + 25 = 40

Het antwoord is 15.


Slide 20 - Tekstslide


Bereken en schrijf de tussenstappen op.
-18 : -6 -4 • 1 =

Slide 21 - Open vraag


Ik kan negatieve getallen vermenigvuldigen en delen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik kan negatieve getallen vermenigvuldigen en delen.
Succescriteria
Ik weet wat negatief, positief en neutraal betekent.
Ik weet waar negatieve getallen op de getallenlijn staan.
Ik ken de volgorde van bewerkingen.










Slide 23 - Tekstslide

Machten
2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 64

Dit is een product van 6 gelijke factoren.

Je kunt het ook schrijven als 


26

Slide 24 - Tekstslide

Machten met een negatief grondtal
Het verschil zit hem in de berekening.
Staat de min tussen haakjes dan gaat hij mee in het kwadraat, anders niet.

(-4)³ = -4 • -4 • -4 = -64
-4³ = - (4 • 4 • 4) = -64

Is de exponent even, dan zal het antwoord anders zijn.
 
 (-3)⁴ = -3 • -3 • -3 • -3 = 81
 -3⁴= - (3 • 3 • 3 • 3) = -81             

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Moment voor vragen
Heb je nog vragen over je feedback?
Heb je nog vragen over een bepaalde opgave of uitleg?
Later toch vragen stel ze dan via de chat van teams.

Zelfstandig aan het werk.
Geen vragen, dan mag je nu verder gaan met de gedeelde lessen in LessonUp.
Zorg dat je je uitwerkingen duidelijk upload, zodat wij feedback kunnen geven op jouw werk.

Groepscode LessonUp wiskunde: ilsym.

Slide 26 - Tekstslide

Maak nu eerst opgave 22.
Lever deze in bij leerdoel 3.

Opgave 22d mag ook op de manier zoals hiervoor uitgelegd is.


Klaar? 
Ga lekker aan de slag met de weektaak.
Voor vragen ben ik nog aanwezig in deze livestream.





Slide 27 - Tekstslide

Klassikale afsluiting

Slide 28 - Tekstslide


EXIT vraag
Wat snap je nu beter dan aan het begin van de les?

Slide 29 - Open vraag

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden
.. een getal voor de letter moet komen te staan
  • als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 30 - Tekstslide

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden.
.. een getal voor de letter moet komen te staan
  • als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 31 - Tekstslide

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden.
.. een getal altijd voor de letter moet komen te staan.
  • als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 32 - Tekstslide

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden.
.. een getal altijd voor de letter moet komen te staan.
.. als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten.
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 33 - Tekstslide