T1 Woordenschat H3

les 2 van deze week
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les 2 van deze week

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent 'profiteren'?
A
voor de eerste keer meedoen
B
commentaar hebben
C
waardering hebben voor
D
gebruik maken van

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent 'debuteren'?
A
commentaar hebben
B
voor de eerste keer meedoen
C
selecteren
D
gebruik maken van

Slide 3 - Quizvraag

Welke uitdrukking hoort bij 'een voorbeeld nemen aan'?
A
het neusje van de zalm zijn
B
in de genen zitten
C
klaargestoomd worden
D
in de voetsporen treden van

Slide 4 - Quizvraag

Wat hoort bij 'voordeel hebben'?
A
profiteren
B
debuteren
C
compenseren
D
in de genen zitten

Slide 5 - Quizvraag

maak een zin met 'kritisch'

Slide 6 - Open vraag

we zijn goed bezig!
we hebben lezen h123 al gedaan
* onderwerp
* alinea
* deelonderwerp
* tussenkopje
* zoekend lezen

Slide 7 - Tekstslide

we gaan zo doorrrr!
Woordenschat h3 
h1 : een synoniem zoeken
h2 : een omschrijving zoeken
h3 : een voorbeeld zoeken

Slide 8 - Tekstslide

Aan welk woord herken je een voorbeeld?

Slide 9 - Open vraag

"In je vakkenpakket heb je verplichte vakken, zoals Nederlands en Engels"
Schrijf de voorbeelden op uit deze zin

Slide 10 - Open vraag

"In je vakkenpakket heb je verplichte vakken, zoals Nederlands en Engels"
Waarvan zijn Nederlands en Engels een voorbeeld? (max. 2 woorden)

Slide 11 - Open vraag

"In je vakkenpakket heb je verplichte vakken, zoals Nederlands en Engels"
................................................  een begrip........, signaal..........voorbeelden
..............................................................................woord vb.........................................

"Het is handig om een bijbaantje te hebben, zoals kranten rondbrengen of                                                                                                                                     vakken vullen."

Waarvan zijn 'kranten rondbrengen of vakken vullen' een voorbeeld?
 


Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk! Olé :)
Woordenschat H3
ga maar naar de digitale methode
* startopdracht samen
* theorie samen doorlezen
* zelf maken DIGITAAL : opdr. 1 en opdr. 2
hiervoor MOET je ook de TEKST lezen op blz. 77!
(20 minuten)

Slide 13 - Tekstslide

Bespreken opdracht 1 en 2
opdracht 1
voorbeeld                                      voorbeeld van                  signaalwoord
a. melk en kaas                            zuivelproducten             bijvoorbeeld
b. De Telegraaf                             dagbladen                        zoals
     NRC
c. slingers, ballonnen,               feestartikelen                  denken aan
     en fopneuzen
d. steigers, betonmolens,       bouwgereedschap        en dergelijke
     muurzagen

Slide 14 - Tekstslide

Maak zelf een zin met twee voorbeelden. "Ik hou van ........., ........."

Slide 15 - Open vraag

Opdracht 2
We bespreken even de betekenissen.

Maak een nieuw Word-document aan met de naam 'WschatH3NAAM' (kijk mee hoe dit moet)

Zet nu alle woorden uit de tekst onder elkaar in het document.

Slide 16 - Tekstslide

Koeiendans
Samen lezen tekst 2 blz. 78

Ga verder met Woordenschat H3 opdracht 3, 4 en 5
Vul daarna jouw worddocument aan met de woorden uit Tekst 2.

20 minuten ....

Slide 17 - Tekstslide

Deze les : heb je wat gedaan?

Slide 18 - Open vraag

2. heb je wat geleerd?

Slide 19 - Open vraag

3. was het leuk?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide