hoofdstuk 1.2,. 1,3

Planning
Terugblik
waarom koop je dat? 
Instructie
Aan de slag
Afsluiten
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Planning
Terugblik
waarom koop je dat? 
Instructie
Aan de slag
Afsluiten

Slide 1 - Tekstslide

Wat is geen primaire behoefte?
A
Eten
B
Drinken
C
Onderdak
D
Mobiel

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van zelfvoorziening?
A
een laptop kopen
B
in de moestuin werken
C
cupcakes zelf bakken
D
huiswerk maken

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen dienst?
A
Rijles
B
Tandarts
C
Auto
D
Autoverzekering

Slide 4 - Quizvraag

Het verschil tussen een product en een dienst is dat een product wel tastbaar is en een dienst niet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn geen goederen?
A
tas
B
schoonmaken
C
pen
D
krant

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor behoefte is een huis?
A
Basisbehoefte
B
Overige behoefte

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn goederen?
A
Niet-tastbare producten
B
Voorwerpen die je aan kunt raken
C
Zelfvoorziening

Slide 8 - Quizvraag

hoofdstuk 1.2,. 1,3

Slide 9 - Tekstslide

1.2 Waarom koop je dat?

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. budget
2. Commerciele en sociale beinvloeding
3. Reclame media
4. rekenen met percentages

Slide 11 - Tekstslide

  • Een budget is een bedrag
      waarvan je een bepaald
      soort uitgaven moet doen.
  • Het budget word
      vastgesteld op basis van je
      inkomen en de uitgaven die je van
      het budget wilt betalen.


Budget
€ 50,-
€ 100,-
€ 900,-

Slide 12 - Tekstslide


Sociale beïnvloeding
Commerciële beïnvloeding

Slide 13 - Tekstslide

Reclame
Gericht op een doelgroep

Ideële reclame:

Commerciële reclame:

Slide 14 - Tekstslide

Percentage uitrekenen
Formule:
Deel
------- x 100 =
Geheel

Slide 15 - Tekstslide

1.3 Sta je sterk als consument? 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Terugblik
1. budget
2. Commerciele en sociale beinvloeding
3. Reclame media
4. rekenen met percentages

Slide 18 - Tekstslide

hoofdstuk. 1.3 
  • consumentenorganisatie
  • regels in de wet'
  • wat heb je aan de garantie

Slide 19 - Tekstslide

Informatie en advies
  • Twee woorden in consumentenorganisaties:
  1. Consumenten: mensen die goederen of diensten kopen om in hun behoeften te voorzien
  2. en organisaties
Dus: Consumentenorganisaties helpen consumenten!




Slide 20 - Tekstslide

Deugdelijk product 
  • Deugdelijk product =  bij normaal gebruik moet het product een redelijke tijd mee gaan

Slide 21 - Tekstslide

Warenwet
In de Warenwet staat dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid. 

De NVWA controleert of iedereen zich aan de warenwet houdt.

Slide 22 - Tekstslide

Garantie
  • Als binnen een bepaalde tijd iets mis is met het product, moet de verkoper het in orde maken.
  • In de garantievoorwaarden staan de regels van de garantie. Die krijg je op papier of digitaal.

Slide 23 - Tekstslide

Garantietermijn
Hoe lang je garantie krijgt verschilt per product

Bijvoorbeeld:
Motor in wasmachine: 10 jaar
Tv of computer: minstens 2 jaar
Stofzuigerzak: geen garantie

Slide 24 - Tekstslide

Maak opgave;
blz. 17, 18 en 19
31, 32, 38, 39, 40, 41,

Slide 25 - Tekstslide