Workshop HUB

Beleefmiddag van muziek naar poëzie 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Beleefmiddag van muziek naar poëzie 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kom jij in aanraking met poëzie?
Waar ben jij al overal poëzie tegengekomen? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is poëzie?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is poëzie? 
Goede poëzie is als de lezer weet: ik kende dat gevoel maar ik had er zelf geen woorden voor. (Gerrit Kouwenaar)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou poëzie zijn ontstaan?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van poëzie?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Is een songtekst hetzelfde als poëzie?
A
Ja
B
Nee
C
Niet alle songteksten
D
Alleen als de songtekst ook rijmt

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen poëzie en muziek?














Wat zijn de overeenkomsten tussen poëzie en muziek?










Wat is het verschil tussen poëzie en muziek?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er allemaal te vinden in poëzie?
Alliteratie 
 Bij alliteratie rijmen de medeklinkers aan het begin van woorden die bij elkaar staan. 
Alliteratie kan zorgen voor een vloeiend en/of muzikaal effect. Ook zorgt alliteratie dat je een boodschap beter onthoudt. Veel merken en stripfiguren maken gebruik van alliteratie. Denk maar aan Dunkin’ Donuts en Donald Duck. Je komt ook beginrijm tegen bij alledaagse uitdrukkingen zoals jarige job en handige harry. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Zachtjes zit hij aan zee,

Denkend dat hij dingen moet doen.
Maar de man is moe,
Piet pakt eerst pauze.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een stapelgedicht!
Maak een boektitelgedicht waarin alliteratie voorkomt door titels van boeken op elkaar te stapelen:  

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is alliteratie ook te herkennen in muziek?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zit er allemaal in poëzie?
Naast woordkeus en zinsbouw bepaalt ook het gebruik van stijlfiguren en beeldspraak de stijl van een schrijver. Stijlfiguren zijn een soort 'taaltrucjes' die een schrijver toepast om zijn stuk levendiger te maken. Bij beeldspraak is er sprake van figuurlijk taalgebruik waarbij de vergelijking een belangrijke rol speelt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Personificatie
Een voorbeeld van een metafoor die veel gebruikt wordt in gedichten is personificatie. Bij personificatie wordt er een eigenschap van een mens toegekend aan een object. Een mens kan bijvoorbeeld fluisteren, je kunt deze eigenschap ook toekennen aan bijvoorbeeld bomen:

De bomen fluisteren in de wind.
Mijn oude omafiets smeekt om een opknapbeurt. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Minuut 1.36
Liefde in de lucht
Hoop van zegen, 't is sowieso
De jackpot of de leegte
Maar echt liefde spreek je niet tegen
Het laatste woord is stilte
Je zou het bijna vergeten
Alles wat ik zie these days
Dat is groot
En alles wat ik zie these days
Dat is goud
Gelukkig hangt er liefde
In de lucht
Gelukkig hangt er liefde
In de lucht
We smijten met die peso's, sir
No, this ain't no church
We zijn young kings
Leven in een droom
Gelukkig hangt er liefde
In de lucht
Gelukkig hangt er liefde
In de lucht 




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herken je in het volgende Kerkraadse nummer personificatie?


't Sjunste óp de welt, wat der Herjod had jemaad,
dat is ós Kirchroa, went 't zingt en laacht.
Zunt boaver ós ooch de wólke al ins jrauw,
da dunt vier zinge, verdrieve vier ze jauw. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu zelf een gedicht met personificatie 


Volg het stappenplan op de hand-out en maak een gedicht waarin je personificatie gebruikt. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk nu naar de songtekst


Zoek in de songtekst die je hebt meegenomen kenmerken van poëzie en probeer een aantal kenmerken te benoemen.

Wat heb je kunnen ontdekken? 




Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instagrampoëzie
Instagramgedichten zijn gedichten die als afbeeldingen op Instagram worden geplaatst.                                                                                Instagramgedichten moeten aan één regel voldoen: het gedicht moet in één ‘Instagramvierkant’ passen’. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies