Le futur simple

Programma
  • Objectifs: Jij kent de futur
  • lire le vocabulaire A & B
  • extra uitleg



1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Objectifs: Jij kent de futur
  • lire le vocabulaire A & B
  • extra uitleg



Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent "futur proche" in het Nederlands?
Wanneer gebruik je de futur proche?

timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over de futur?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Noem de uitgangen van de futur

Slide 5 - Woordweb

Je (avoir)
A
avoirai
B
aurais
C
avoirais
D
aurai

Slide 6 - Quizvraag

Nous (manger)
A
mangerons
B
mangeras
C
mangerez
D
mangerai

Slide 7 - Quizvraag

Vous (travailler)

Slide 8 - Open vraag

Futur simple:
Ils .......... (faire)
A
Fairent
B
fairont
C
font
D
feront

Slide 9 - Quizvraag

Nous (être)
A
serons
B
êtrons
C
aurons
D
irons

Slide 10 - Quizvraag

Vous (aller)
A
iriez
B
irez
C
allerez
D
allez

Slide 11 - Quizvraag

Il (connaître)
Let op: werkwoord in re
A
connu
B
connaîtra
C
connaîtront
D
cannaîtrez

Slide 12 - Quizvraag

Welke uitzonderingen over de Futur ken je in het Frans?

Slide 13 - Woordweb

Ik heb de uitleg van de Futur (toekomende tijd) begrepen.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag