MM Les 7 - Bedrijfsformule / doelgroepsegmentatie

• Marketing
• MBO
• Studiejaar 1

7

Programma

Terugblik:   H 1.5  Vraag

Bedrijfsformule : doelgroep

Huiswerk

 

Even opfrissen:

Iedereen bekend met rebussen?

Een voorbeeld: 

Rebus

Varken = marke

Ring = ting

Welk begrip zoeken we?

Herhaal de begrippen

generieke vraag

primaire vraag

secundaire vraag

afgeleide vraag

selectieve vraag

Welk begrip zoeken we?

Herhaal de begrippen:

• Effectieve vraag
  
• Herhalingsaankoop
  
• Uitbreidingsvraag ( initiële vraag + additionele vraag)
  
• Vervangingsvraag
  

Welk begrip zoeken we?

Bedrijfsformule

Manier waarop een bedrijf haar producten aanbiedt aan de klant.

Dit bestaat uit 3 onderdelen:

1. de doelgroep
   
2. de marktpositie
   
3. de marketingmix
   

1. Doelgroep bepalen

Het is verleidelijk om te denken dat jouw product of dienst voor iedereen geschikt is. Toch is het verstandig om goed in kaart te brengen wie je nou concreet wilt bereiken. 

Daarbij is het belangrijk om je toekomstige klanten zo specifiek mogelijk te benoemen. Als je dat weet, kun je daar je marketingstrategie op aanpassen.

Wie is de klant?

Deze video is niet meer beschikbaar

Welke video was dit?

Welke doelgroep probeert Tele2 aan te spreken?

Wie is de klant?

Wat is de doelgroep van de commercial van Hollands Nieuwe?

Segmentatie

Doelgroepbepaling richt zich op de specifieke wensen en overeenkomsten van potentiële klanten. Als je weet waar je klanten behoefte aan hebben, kun je hier je product of dienst op aanpassen. 

Het bepalen van je doelgroep noemen we ook wel marktsegmentatie, omdat je de markt opdeelt in duidelijk herkenbare en aanspreekbare groepen.

Segmentatiecriteria b2c

Doelgroep indelen naar gemeenschappelijke kenmerken:

1. demografische criteria
   
2. geografische criteria
   
3. socio-economische criteria
   
4. psychografische criteria
   
5. gedragscriteria
   

Segmentatiecriteria B2C

Wie is de klant?

Wat is de doelgroep van deze adverteerder?

Segmentatiecriteria B2B

1. Geografische ligging
   
2. Soort bedrijf (branche/sector)
   
3. Bedrijfsgrootte
4. Inkoopaanpak (uitleg volgt later)
   
5. (Situationele variabelen)
   
6. (Persoonlijke variabelen)
   

Huiswerk

Bestudeer H 1.7  blz . 20-22

Zorg dat je de begrippen kent! 

     

Lees H. 1.7 blz. 23-24 heel goed door