In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.
Een synoniem is een ander woord dat (bijna) hetzelfde betekent.
Voorbeeld:
De passagier claimt een schadevergoeding, hij eist een geldbedrag.
Soms lees je in de tekst het tegenovergestelde van een moeilijk woord. Je kent het moeilijke woord niet, maar de tegenstelling wel, zo kan je de tekst toch begrijpen.
Tegenstellingen herken je aan de signaalwoorden:
maar, echter, toch en daarentegen.
Voorbeeld
Mijn opa en oma zijn heel welvarend, maar mijn ouders zijn niet rijk.
- samenstellingen: vleesvervanger. Je kent de woorden vlees en vervanger. Je kunt raden wat vleesvervanger betekent.
- woorden met voorvoegsel: ongezond. On betekent niet, dus ongezond betekent niet gezond.
- woorden met achtervoegsel: gevoelloos. -loos is hetzelfde als zonder. Gevoelloos betekent zonder gevoel.