Woordenschat H1 K3

Welkom in de les!
Pak je boek, schrift en pen


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les!
Pak je boek, schrift en pen


Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
1e lesuur Woordenschat
  • Lesdoel
  • Instructie
  • Zelfstandig werken
  • Evaluatie
2e lesuur opdrachten afronden, laatste kans in de les.

Slide 2 - Tekstslide

lesdoel
Aan het eind van de les weet ik hoe ik de betekenis van onbekende woorden kan vinden, waardoor ik een tekst kan begrijpen.

Slide 3 - Tekstslide

Instructie
Je hebt de volgende manieren geleerd om de betekenis van een onbekend woord te zoeken:
  • Zoek in de tekst naar een synoniem: een woord dat ongeveer hetzelfde betekent
  • Zoek in de tekst naar de betekenis van een woord
  • Zoek in de tekst naar een voorbeeld, let dan op signaalwoorden zoals: bijvoorbeeld, zoals, als enz.
  • Zoek in de tekst naar een tegenstelling. Bijvoorbeeld: ontkennen tegenover zeggen dat het wel zo is.
  • Zoek in het woord dat je niet kent een bekend woorddeel. Bijvoorbeeld: onnodig, waardeloos, herkansen enz.
  • Zoek (een deel) van het woord op in een woordenboek, kies dan de betekenis die bij de tekst past
  • Let op woorden met meerdere betekenissen. Welke betekenis van het woord past in de tekst?

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten
Woordenschat, hoofdstuk 1, blz. 24 t/m 27 
GL, blz. 26/29

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1, blz. 24
Gebruik bij het beantwoorden van de vragen het fragment uit het woordenboek. 
Je ziet daar bij het woord 'grens', daarbij allerlei woorden die met het woord kunnen worden gemaakt.
Bijvoorbeeld:
Opdr. 1.1  Wat betekent het woord 'loos' in grenzeloos?
Betekenis 1: heel groot, zonder grenzen = eindeloos * vanaf het schip leek de zee een eindeloze vlakte

Slide 6 - Tekstslide

Aan het werk
Wat: Woordenschat, H1, blz. 24/27, maak de opdrachten 1 en 2
Hoe: je gaat zelfstandig aan het werk
Hulp: als je een vraag hebt, steek je je vinger op dan kom ik langs
Tijd: je hebt 20 minuten de tijd
Klaar: als je klaar bent, vraag je het antwoordboekje, dan controleer en verbeter je je antwoorden. Niet af, dan is de rest huiswerk.

timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Aan het werk
Let op: Als je opdracht 1 en 2 hebt gehad, dan heb je de woorden en betekenissen uit dit hoofdstuk allemaal gehad. In de volgende opdrachten worden deze woorden weer gebruikt, maar dan soms in een andere vorm. 
Bijvoorbeeld: enkelvoud/meervoud (object/objecten), vervoeging van een werkwoord (negeren/genegeerd), een afgeleide van een woord (regio/regionaal)
timer
20:00

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
Donderdag heb je af:
Woordenschat hoofdstuk 1, blz. 24/27, de opdrachten 1 en 2.

Slide 9 - Tekstslide

Tot donderdag!

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie
Heb jij je lesdoel behaald?

Laat met een zin zien dat jij jouw doel hebt behaald. 


Ik kan:
 - een overdrijving herkennen.
- ironisch taalgebruik herkennen en weet wat er eigenlijk bedoeld wordt. 
 

Slide 11 - Tekstslide

Fijn weekend alvast!

Slide 12 - Tekstslide