In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
NaCl bestaat uit Na (= Natrium) en (Cl = Chloor)
Om precies te zijn:
1 x Natrium
1 x Chloor
Je vermenigvuldigt de relatieve atoommassa met het aantal deeltjes in het molecuul:
1 x Na => 1 x 22 = 22,99
1 x Cl => 1 x 35,45 = 35,45
De antwoorden tel je op en je schrijft de eenheid u (van unit) achter je antwoord:
22,99 + 35,45 = 58,44 u
De stof is aluminiumoxide, de formule is Al2O3
Welke deeltjes?
Hoeveel van elk deeltje?
De relatieve atoommassa's van de deeltjes?
Al = Aluminium
O = zuurstof
Al => 2 x
O => 3 x
Al = 26,98
O = 16,00
Welke deeltjes? Aluminium en Zuurstof
Hoeveel van elk deeltje? 2 x Al; 3 x O
De relatieve atoommassa's van de deeltjes? Al = 27,98; O = 16,00
Berekening:
2 x Al => 2 x 26,98 = 53,96
3 x O => 3 x 16,00 = 48,00
53,96 + 48 = 101,96 u