spelling 16 mei

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7,8

Groep 7

Doel: leren schrijven van lastige werkwoorden.

Maak een zin in de voltooide tijd

- ontmoeten

- onderschatten

- aanvaarden

- herhalen

- ervaren

- overnachten

Dictee

de galerieën 

de expositie

de kunststromingen

Hij heeft haar eraan herinnerd.

Jouw foto's zien er realistisch uit.

Hij zei: 'Dat stelt abstracte kunst voor.'

Wat is een voegwoord?

1. Het
2. Omdat

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. Jouw
2. Foto's

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

1. Jouw
2. Je

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

1. Hij
2. Je

Groep 8

Doel: Herhalen van woordsoorten, zinsdelen en leestekens.

Leestekens oefenen

luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin deze kleine fles deze grote fles en deze derde fles zegt luuk hij vervolgt de stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders vraagt hij weet jij het

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Welk woordsoort? 

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Welk woordsoort? 

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden?

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Welk woordsoort? 

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Welk woordsoort? 

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Welk woordsoort? 

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Welke zelfstandige naamwoorden staan in het meervoud? 

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Welk zinsdeel is heeft?

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Wat is het onderwerp?

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Welk zinsdeel is een leuk raadsel?

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Wat is het meewerkend voorwerp?

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Wat is de bepaling van plaats?

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Wat is de bepaling van tijd?

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles',  zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Dictee

wij kanoën 

de camping

de croissants

Het vlees verbrandde.

Jasmijn de Vries zette de ketchup, mayonaise en curry neer.

Ik ga tweeëntwintig gasten rondleiden.