week 1 les 3
Wat is het hulp ww?
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
1 / 14
Onderdelen in deze les
Wat is het hulp ww?
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Slide 1 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord?
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Slide 2 - Open vraag
Wat is het persoonlijk vnw?
Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin.
Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin.
Slide 3 - Open vraag
Wat is het zelfstandig nw(2x)?
Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin.
Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het bijvoeglijk nw?
Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin.
Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin.
Slide 5 - Open vraag
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk nw?
Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin.
Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin.
Slide 6 - Open vraag
Wat is het voorzetsel?
Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje.
Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje.
Slide 7 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Slide 8 - Open vraag
Wat is de ww gez?
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Slide 9 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Slide 10 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het bep van plaats?
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Slide 13 - Open vraag
Wat is het bep van tijd?
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht.
