H2 - week 11 - les 2 - Spelling H4 ww

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met de LessonUp, 
Check wat je moet doen  deze week. 
Houd je aan de planner!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met de LessonUp, 
Check wat je moet doen  deze week. 
Houd je aan de planner!

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom
- Spelling H4 - werkwoorden oefenen en herhalen

Doel: 
- Je kunt in een samengestelde zin alle persoonsvormen en onderwerpen vinden
- Je kunt zien of een persoonsvorm bij een hoofdzin of een bijzin hoort.
- Je benoemt de werkwoorden in een samengestelde zin. 
- Je schrijft samenstellingen met de juiste tussenletters
- Je kunt moeilijke werkwoorden in de juiste tijd zetten 
Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen
Spelling H4

Slide 3 - Tekstslide

Samenstelling = twee woorden samenvoegen tot een nieuw woord.

Winkel + wagen = winkelwagen
Kapper + schaar  = kappersschaar
Boek + plank = boekenplank


Tussenletters in samenstellingen

Slide 4 - Tekstslide

Er komt altijd een -s- tussen twee woorden als je hem hoort. (en het eerste deel heeft een mv op -s)
beer + wijfje = wijfjesbeer

Maar soms start het tweede woord met een s-. Dan hoor je het niet. Verander dan het tweede woord:
meisje + school = Meisjesschool/ meisjeschool?
meisje + fiets =  meisjesfiets = meisjesschool
Tussenletters in samenstellingen: -s-

Slide 5 - Tekstslide

De -(e)n-  is moeilijker. 

In principe schrijf je hem altijd als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is en een meervoud op -en heeft:
Artikel uit een krant = krantenartikel

Maar er zijn 6 uitzonderingen:
Tussenletters in samenstellingen: -(e)n-

Slide 6 - Tekstslide

Je schrijft geen -(e)n- als het eerste deel:
  1. Geen zelfstandig naamwoord is (armelui)
  2. Geen meervoud heeft (benzinegeur)
  3. Alleen een meervoud op een -s heeft (douchebak)
  4. Meervoud op -s en -n heeft (giraffehals)
  5. Een versterkende betekenis heeft een de hele samenstelling is bijvoeglijk naamwoord (beresterk)
  6. uniek is (in Nederland/wereld) (maneschijn, zonneklaar, koninginnesoep
Uitzonderingen: -(e)n-

Slide 7 - Tekstslide

Dan zoek je het op in een (online) woordenboek!
(niet te moeilijk doen, maar onthoud het vervolgens wel!)
Wat als je twijfelt?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe schrijf je deze samenstelling?
steek + blind

Slide 9 - Open vraag

Hoe schrijf je deze samenstelling?
huil + balk

Slide 10 - Open vraag

Hoe schrijf je deze samenstelling?
beest + bende

Slide 11 - Open vraag

Hoe schrijf je deze samenstelling?
bruid + sluier

Slide 12 - Open vraag

Leg uit dat onderstaande uitleg onjuist is.

Je schrijft publiekjury, want je schrijft ook vakjury.

Slide 13 - Open vraag

Grammatica zinsdelen H5 - samengestelde zinnen
Grammatica woordsoorten H6 - ww in samengestelde zinnen
Spelling H4 - tussenletters in samenstellingen
Spelling H4 - moeilijke werkwoorden
leren voor de toets:

Slide 14 - Tekstslide

PV TT
PV VT
VD
BN
INF
Werkwoorden

Slide 15 - Tekstslide

PV TT - ik = Stam, hij = stam +t, wij = hele ww
PV VT
VD
BN
INF
Werkwoorden

Slide 16 - Tekstslide

PV TT
PV VT = Zwak/ sterk 
VD
BN
INF
Werkwoorden
Zwak = stam + te/de of ten/den
Sterk = Ww verandert van klank

Slide 17 - Tekstslide

PV TT
PV VT = Zwak/ sterk 
VD
BN
INF
Werkwoorden
Voltooid deelwoord:
D/T - 't exkofschip
Sterke ww = vaak op -en

Slide 18 - Tekstslide

PV TT
PV VT = Zwak/ sterk 
VD
BN
INF
Werkwoorden
Bijvoeglijk naamwoord
Zo kort mogelijk

Slide 19 - Tekstslide

PV TT
PV VT = Zwak/ sterk 
VD
BN
INF = hele ww, vaak zww/kww
Werkwoorden

Slide 20 - Tekstslide

Het [...] (bevoorraden) schip [... ] (wachten) op de laatste inspectie voor vertrek.

Slide 21 - Open vraag

[…] (braden) de […] (marineren) varkenshaas niet langer dan twaalf minuten.

Slide 22 - Open vraag

Met een [...] (afwenden) hoofd [...] (beantwoorden vt) de verlegen kandidaat de vragen van de quizmaster.

Slide 23 - Open vraag

De […] (beschadigen) auto’s werden door de ANWB naar de dichtstbijzijnde garage […] (slepen).

Slide 24 - Open vraag

Van de gids hoefde de laatste groep zich niet te [haasten/haastten] bij de rondleiding.

A
haasten
B
haastten

Slide 25 - Quizvraag

De in de reisbrochure [vermelde/vermeldde] bezienswaardigheid bleek de moeite waard te zijn.

A
vermelde
B
vermeldde

Slide 26 - Quizvraag

Tot een week geleden [vermoede/vermoedde] niemand nog fraude op de financiële afdeling.
A
vermoede
B
vermoedde

Slide 27 - Quizvraag

Volgend jaar [verloten|verlootten] we in het kader van ons 25-jarig bestaan elke maand een kledingbon.
A
verloten
B
verlootten

Slide 28 - Quizvraag

Leg uit dat onderstaande uitleg onjuist is.

In de zin ‘De gemeente baalde flink van de beklade verkeersborden’ is ‘beklade’ juist geschreven, omdat je een bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk schrijft.

Slide 29 - Open vraag

Wat: 
Spelling H4 - tussenletters in samenstellingen - Eigen leerlijn
Spelling H4 - werkwoorden - eigen leerlijn (volgende les behandelen) 

Wanneer: maandag en les 2. (dinsdag oefenen werkwoorden)
Hoe: werk netjes, probeer bij elk voorbeeld te snappen waarom het zo is. 

Aan de slag!

Slide 30 - Tekstslide