V3 - poëzie les 1

Welkom 3J!
Ga alvast zitten en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • leesboek
  • agenda
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 3J!
Ga alvast zitten en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • leesboek
  • agenda

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 3K! 
Ga alvast zitten volgens de plattegrond en leg je spullen op de hoek van de tafel:
  • leesboek
  • agenda

Slide 2 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk V3K
Vrijdag 23 juni: 
Opdr. 1 t/m 4 poëzie af




Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk V3J
Vrijdag 23 juni:
Opdr. 1 t/m 4 poëzie af
Kies een Nederlands liedje dat je leuk vindt





Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Introductie poëzie
  • Theorie + opdrachten

Slide 6 - Tekstslide

Wat is volgens jou poëzie?

Slide 7 - Woordweb

Moet poëzie aan regels voldoen?
Zo ja, wat zijn dan die regels?

Slide 8 - Woordweb

Poëzie
Wat gaan we de komende lessen doen? 

Lesdoelen:
• ik weet welke verschillende rijmschema’s er zijn;
• ik weet welke verschillende vormen van beeldspraak zijn;
• ik weet welke verschillende stijlfiguren er zijn;
• ik weet welke verschillende soorten rijm zijn;
• ik weet het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik.

Slide 9 - Tekstslide

Rijmschema's
Poëzie is vaak opgebouwd uit rijm. Er zijn heel veel verschillende soorten eindrijm die je in een rijmschema kunt zetten. Bij een rijmschema geef je rijmende woorden aan het eind van een regel dezelfde letter. 

Ik heb hier een brief voor m’n moeder                       A
Die hoog in de hemel is                                                    B
Deze brief bind ik vast aan mijn vlieger                   C
Tot zij hem ontvangt, zij die ik mis                             B

Slide 10 - Tekstslide

Rijmschema's
Naast eindrijm bestaat er ook beginrijm. Bekijk deze citaten uit verschillende songteksten eens:


‘De zoute zee slaakt een diepe zilte zucht.’
(Bløf – Aan de kust)

‘Als een vlinder altijd vrij en voor het leven op de vlucht.’
(Boudewijn de Groot – Verdronken Vlinder)

“Ik ben gekomen met man en macht maar breng het wel met de nonchalance.”
(Typhoon – Zandloper)



Slide 11 - Tekstslide

Naast eindrijm bestaat er ook beginrijm. Bekijk deze citaten uit verschillende songteksten eens:

‘De zoute zee slaakt een diepe zilte zucht.’
(Bløf – Aan de kust)

‘Als een vlinder altijd vrij en voor het leven op de vlucht.’
(Boudewijn de Groot – Verdronken Vlinder)

“Ik ben gekomen met man en macht maar breng het wel met de nonchalance.”
(Typhoon – Zandloper)

> Maak straks opdr. 1



Wat valt je op aan de letters in de citaten? 

Slide 12 - Tekstslide

Zoek op hoe het begrip heet waarbij de eerste letter van ieder woord dezelfde letter heeft. Oftewel, wat is een andere naam voor beginrijm? 

Slide 13 - Tekstslide

Assonantie
Assonantie is weer een andere vorm van rijm. Daarbij gaat het om de klanken (klinkers) in een woord die steeds terugkeren. Dat hoeft niet te rijmen. Heel veel rappers maken hier gebruik van, omdat er ritme door ontstaat en het poëtisch klinkt! 

Ja, proost, de flow is sowieso iets magistraals
Zelfs m'n oude tracks zijn nog niet achterhaald
Elke bom die ik drop, klopt en klapt met kabaal
Trap rappers terug in schoolbanken van het klaslokaal





Slide 14 - Tekstslide

Assonantie
Assonantie is weer een andere vorm van rijm. Daarbij gaat het om de klanken (klinkers) in een woord die steeds terugkeren. Dat hoeft niet te rijmen. Heel veel rappers maken hier gebruik van, omdat er ritme door ontstaat en het poëtisch klinkt! 

Ja, proost, de flow is sowieso iets magistraals
Zelfs m'n oude tracks zijn nog niet achterhaald
Elke bom die ik drop, klopt en klapt met kabaal
Trap rappers terug in schoolbanken van het klaslokaal





Welke twee klanken keren terug?
 

Slide 15 - Tekstslide

Assonantie


Tuurlijk zag jij de shine, maar nooit zag jij de pijn
Zonder ouders ik was klein, ongeveer een jaar of nine
Wanneer d'r iets verdwijnt sla je dat op in je mind
En m’n oom die sloeg m’n tante maar zo wou ik niet zijn







Welke twee klanken keren terug? Wat valt daarbij op?
 

Slide 16 - Tekstslide

Beeldspraak
In muziek wordt er ook vaak gebruik gemaakt van beeldspraak. Bij beeldspraak bedoelen de muzikanten hun teksten vaak niet letterlijk, maar figuurlijk. Jullie gaan er een aantal leren en jullie proberen die vormen van beeldspraak later op te zoeken in verschillende nummers.

> Maak straks opdr. 2 en 3

Slide 17 - Tekstslide

Stijlfiguren
Muzikanten spelen graag met taal, dat kan dus door middel van rijm en beeldspraak, zoals je hebt geleerd. Maar er is nog een andere manier waarop ze met taal spelen: met stijlfiguren. Stijlfiguren zijn middelen om dat wat je wilt zeggen, treffender en sterker uit te drukken. Er zijn erg veel stijlfiguren, maar de volgende moet je in ieder geval kennen. 

> Maak straks opdr. 4

Slide 18 - Tekstslide

Stijlfiguren
  • Herhaling: een woord, zinsdeel, of een hele zin wordt een paar keer herhaald.
  • Tegenstelling: bij een tegenstelling worden tegengestelde dingen (bijvoorbeeld leven en dood of jong en oud) gecombineerd zodat ze meer opvallen.
  • Opsomming: woorden worden opgesomd.
  • Hyperbool: hele sterke overdrijving
  • Understatement: bij een understatement worden ernstige of grote zaken als minder ernstig of minder groot voorgesteld.
  • Eufemisme: een eufemisme lijkt wat op een understatement, maar een eufemisme is een verzachte, verbloemende of verhullende uitdrukking die gebruikt wordt in plaats van iets wat als ruw of kwetsend gevoeld wordt
  • Litotes: het tegenovergestelde wordt ontkend.







Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdr. 1 t/m 4. 

Klaar? 
Zoek alvast een liedje, maak een samenvatting van de theorie van Lezen of lezen in je leesboek. 
timer
30:00

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk V3K
Vrijdag 23 juni: 
Opdr. 1 t/m 4 poëzie af




Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk V3J
Vrijdag 23 juni:
Opdr. 1 t/m 4 poëzie af
Kies een Nederlands liedje dat je leuk vindt





Slide 22 - Tekstslide