Week 50 Poëzie

Pak je leesboek en ga lezen.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek en ga lezen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een strofe?
A
Een zin in een gedicht.
B
Een gedicht met elf regels.
C
Groepjes regels in een gedicht.
D
Een soort gedicht.

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noemen we de gebruikte strofebouw van strofe 1 - 4
A
terzet
B
distichon
C
kwatrijn
D
sextet

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een sonnet?
A
Een gedicht bestaande uit 14 versregels en 4 strofes
B
Een grappig bedoeld gedicht met rijmschema AABBA
C
Een gedicht waarbij je leest van links naar recht en van boven naar beneden.
D
Een gedicht bestaande uit 11 woorden en 5 regels.

Slide 7 - Quizvraag

Dit is een __________________
gekruist rijm
omarmend rijm
gepaard rijm

Slide 8 - Sleepvraag

Eindrijm
Assonantie
Alliteratie
Pracht en praal
Hoge bomen 
Sinterklaas zat te denken,
Wat hij je zou schenken

Slide 9 - Sleepvraag

BEGINRIJM
EINDRIJM
MIDDENRIJM
KLINKERRIJM/alliteratie

Slide 10 - Sleepvraag

Gepaard rijm
Gekruist rijm
Omarmd rijm
A
B
B
A
A
A
B
B
A
B
A
B

Slide 11 - Sleepvraag

Deze stijlfiguur gebruik je om minder hard over te komen.
Deze stijlfiguur gebruik je om iets af te zwakken.
Deze stijlfiguur gebruik je als je overdrijft.
Hyberbool
Understatement
Eufemisme

Slide 12 - Sleepvraag

Stijlfiguren
Beeldspraak
Opsommming
Herhaling
Tegenstelling
Paradox
Eufemisme
Overdrijving
Understatement
Figuurlijk taalgebruik
Vergelijking met als
Vergelijking zonder als
Personificatie
Metafoor

Slide 13 - Sleepvraag

vergelijking
metafoor
personificatie
een ding doet iets wat alleen mensen kunnen
Benoemt alleen het beeld (figuurlijke)
Werkelijkheid + beeld, meestal verbindingswoord

Slide 14 - Sleepvraag

Rencensie
Inzien recensie, vragen?

Slide 15 - Tekstslide