Herhaling Hoofdstuk 3 (T2a)

VAN DE BERGEN NAAR DE ZEE
Dhr. Seinen
T2a
Quiz
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

VAN DE BERGEN NAAR DE ZEE
Dhr. Seinen
T2a
Quiz

Slide 1 - Tekstslide

De meeste sedimentatie vind je voornamelijk in de ..........?
A
Benedenloop
B
Middenloop
C
Bovenloop
D
Monding

Slide 2 - Quizvraag

Welk vervoerder van sediment is het meest belangrijk bij de vorming van duinen?
A
IJs
B
Wind
C
Zwaartekracht
D
Water

Slide 3 - Quizvraag

Welk deel van de rivier zie je hier?
A
Monding
B
Benedenloop
C
Middenloop
D
Bovenloop

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een gemengde rivier?
A
Rivier met zoet en zout water
B
Rivier met water uit meerdere landen
C
Rivier met sedimenten
D
Rivier met smeltwater en regenwater

Slide 5 - Quizvraag

Geen één voorbeeld van een gemengde rivier die ook door Nederland stroomt?

Slide 6 - Open vraag

Waar stroomt een rivier het snelst en vind veel erosie plaats?
A
Monding
B
Bovenloop
C
Benedenloop
D
Middenloop

Slide 7 - Quizvraag

Bovenloop!

Slide 8 - Tekstslide

In de bovenloop is de Rijn vooral gevuld met smeltwater, de Rijn is daar een...........?
A
Smeltwaterrivier
B
Gletsjerrivier
C
Regenrivier
D
Gemengde rivier

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Welke vervoerder van verweringsmateriaal heeft door erosie het gesteente in dit dal weggesleept?
A
Wind
B
Water
C
IJs
D
Mensen

Slide 11 - Quizvraag

Welke vervoerder van verweringsmateriaal heeft door erosie het gesteente in dit dal weggesleept?
A
Zand
B
IJs
C
Water
D
Wind

Slide 12 - Quizvraag

Hoe ontstaan bergen?
A
Door aardplaten die op elkaar botsen
B
Door aardbevingen
C
Door grote verschillen in temperatuur
D
Door de wind

Slide 13 - Quizvraag

De aardplaten
breuklijn
Breuklijn

Slide 14 - Tekstslide

Wat hoort niet bij de waterkringloop?
A
Condensatie
B
Verdamping
C
Sedimentatie
D
Neerslag

Slide 15 - Quizvraag

Welke kleur laat het stroomgebied van de Rijn zien?
A
Blauw
B
Oranje
C
Groen
D
Geel

Slide 16 - Quizvraag

Smelt- en regenwater stroomt ook door de grond terug naar zee. Welk begrip hoort hierbij?

Slide 17 - Open vraag

Waardoor wordt een U-dal gevormd?
A
Door een rivier
B
Door een lawine
C
Door langdurige regenval
D
Door een gletsjer

Slide 18 - Quizvraag

V-dal
U-dal

Slide 19 - Tekstslide

Hoe noem je 'sneeuw' dat het gehele jaar blijft liggen op de hoogste toppen van bergen?

Slide 20 - Open vraag

Onderaan de gletsjer vinden we vaak rotsblokken, stenen, grind, zand en klei.

Hoe noemen we al dit materiaal samen dat hier blijft liggen?
A
Morene
B
Gletsjerpuin
C
Sedimenten
D
Bergpuin

Slide 21 - Quizvraag

Het water in een rivier stroomt naar zee. Welk begrip hoort bij deze afbeelding?

Slide 22 - Open vraag

In welk gebied kwam het landijs niet?
A
A/B
B
C/D
C
E/F
D
Allemaal

Slide 23 - Quizvraag

In welk gebied van Nederland vinden we nu nog de meeste stuwwallen?
A
B
B
D
C
C
D
F

Slide 24 - Quizvraag

Hoe noem je het zand dat in Nederland tijdens de ijstijd door de westenwind met dikke pakketten is neergelegd in ons land?

Slide 25 - Open vraag

Je zit in de afbeelding 1 t/m 4 staan.
In welk gebied vind de meeste sedimentatie plaats?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quizvraag

Welke soort 'verwering' heeft hier plaatsgevonden?
A
Fysische verwering
B
Vorstverwering
C
Warmteverschillen
D
Groei van planten

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer blijft er meer sediment op het strand liggen en zorgt de zee niet voor erosie. Bij een rustige zee of een onrustige zee?
A
Rustige zee
B
Onrustige zee

Slide 28 - Quizvraag

Welke stroom heeft meer kracht in het Waddengebied en zorgt ervoor dat klei en zand hier achter blijft?
A
Vloedstroom
B
Ebstroom

Slide 29 - Quizvraag

Hoe komt het 'Saharazand' bij ons in Nederland op de auto's terecht?
A
Door de wind
B
Door de zee
C
Door de regen
D
Door zwaartekracht

Slide 30 - Quizvraag