gedrag bij mensen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

invloed motivatie op gedrag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video


Wat is ethologie?

A
Het bestuderen van gedrag
B
Het beïnvloeden van gedrag
C
Het gedrag van dieren veranderen
D
Het gedrag van mensen veranderen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet
B
lopen, iets pakken, lachen
C
spieren die werken
D
planten die water opnemen

Slide 6 - Quizvraag

Een prikkel die leidt tot een reactie heet:
A
Gedrag
B
Handeling
C
Prikkel
D
Signaal

Slide 7 - Quizvraag

In je bed lezen, is gedrag
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Maxime en Zolikha kiezen één bepaalde chinchilla uit en noteren vijf minuten lang, elke vijf seconden, welk gedrag dit dier vertoont. Hun resultaten staan in tabel 2.

Hoe wordt tabel 2 genoemd?
A
ethogram
B
practicum
C
protocol

Slide 9 - Quizvraag

Gedrag bij mensen kan

1. zijn aangeleerd
2. worden bepaald door erfelijke factoren
A
1 . Waar 2. Niet waar
B
1 . Niet waar 2. Waar
C
Beide niet waar
D
Beide waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat is inprenting
A
leren door straffen en belonen
B
leren in een gevoelige periode
C
leren van soortgenoten
D
leren door trial and error

Slide 11 - Quizvraag

door gewenning (meerdere antwoorden mogelijk)
A
ga je minder reageren op prikkels
B
leer je door fouten te maken
C
leer je in een gevoelige periode
D
schrik je niet meer van je docent

Slide 12 - Quizvraag

proefondervindelijk leren heet ook wel
A
gewenning
B
imitatie
C
trial and error

Slide 13 - Quizvraag

Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.

Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
honger
B
het bewegen van het nest
C
het ruiken van de worm
D
het zien van de ouder

Slide 14 - Quizvraag

Inprenting
gewenning
proefondervinderlijk leren
inzicht
imitatie
conditioneren
leren in een gevoelige periode
oplossingen combineren
nadoen
trial and error
niet meer reageren
gedrag verandering

Slide 15 - Sleepvraag

Bas 7 Gedrag bij de mens
Leerdoel:
  • overeenkomsten en verschillen tussen menselijk en dierlijk gedrag kunnen uitleggen

Slide 16 - Tekstslide

Het gedrag bij de mens lijkt op gedrag bij dieren: gedrag vertoont aangeboren elementen en aangeleerde elementen. Bij de mens is het aangeleerde deel belangrijker dan bij dieren.


Slide 17 - Tekstslide

gezichtsuitdrukkingen

Gezichtsuitdrukkingen zijn aangeboren, ook blinde kinderen vertonen dezelfde uitdrukkingen bij boosheid, blijdschap.

Doordat leren bij mensen belangrijker is, is het hersenvolume enorm toegenomen.

Slide 18 - Tekstslide

hersenen zijn groter dan voorheen

Het vergrote hersenvolume is voordelig voor het leren, maar is nadelig voor de ontwikkeling van het kind, volwassen worden duurt langer.

Leervermogen is ook toegenomen, dus het vermogen om gedrag effectief te veranderen. Dit is aangeboren, maar is ook gedeeltelijk aan te leren. Ook normen en waarden worden aangeleerd door omgeving.

Slide 19 - Tekstslide

Omgeving en cultuur
  • Je leert van je directe omgeving: familie of school. 

  • Maar je leert ook alle regels en gebruiken van maatschappij waartoe je hoort

  • Je gaat je gedragen naar deze cultuur

empatie: begrijpen en delen van gevoelens van andere

Slide 20 - Tekstslide

Moreel bewustzijn
Mensen kunnen nadenken over hun gedrag en hun gedrag beoordelen

Hieruit bestaan normen en waarden en een basis voor maatschappelijke organisaties en cultuur


Slide 21 - Tekstslide