Balanceren als een pro!

Balanceren als een pro!

Leerdoel

Aan het einde van deze les weten de kinderen hoe ze kunnen balanceren en hebben ze verschillende balansoefeningen gedaan.

Vertel de kinderen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet je al over balanceren?

Warming-up

Start de les met een korte warming-up. Laat de kinderen op één been staan en hun armen uitstrekken, daarna wisselen.

Zorg ervoor dat de kinderen hun spieren opwarmen voordat ze beginnen met balanceren.

Balansbalk

Laat de kinderen over een balansbalk lopen. Maak het moeilijker door de balk hoger te leggen of door er een bocht in te maken.

Zorg ervoor dat de balk veilig is en dat er voldoende begeleiding is.

Balansspel

Speel het spel 'Wie valt er als eerste van de balk?' Laat de kinderen om de beurt over de balk lopen. De rest van de klas probeert hen van de balk te duwen door ballen te gooien.

Zorg ervoor dat de kinderen elkaar niet te hard duwen en dat ze niet te lang op de balk blijven staan.

Evenwichtsoefeningen

Laat de kinderen op één been staan en hun armen uitstrekken. Laat ze daarna wisselen van been. Maak het moeilijker door de ogen dicht te laten.

Zorg ervoor dat de kinderen elkaar niet aanraken en dat ze veilig staan.

Parcours

Maak een parcours met verschillende evenwichtsoefeningen, zoals over een bankje lopen of langs pionnen springen.

Zorg ervoor dat het parcours veilig is en dat er voldoende begeleiding is.

Balansspel 2

Speel het spel 'Balans estafette'. Laat de kinderen om de beurt het parcours afleggen. De rest van de klas kijkt toe en juicht.

Zorg ervoor dat de kinderen elkaar niet aanraken en dat ze veilig staan.

Groepswerk

Laat de kinderen in groepjes van twee werken. Laat de ene persoon op een bankje staan en de ander ernaast. Laat de persoon op het bankje op één been staan en de ander hem/haar ondersteunen.

Zorg ervoor dat de kinderen elkaar niet laten vallen en dat ze veilig staan.

Afsluiting

Sluit de les af door de kinderen te bedanken en hen te laten weten dat ze goed hebben gewerkt.

Bedank de kinderen voor hun inzet en geef ze positieve feedback.

Reflectie

Laat de kinderen in een kring zitten en vraag hen wat ze hebben geleerd tijdens de les en wat hun favoriete oefening was.

Luister naar de antwoorden van de kinderen en moedig hen aan om hun ervaringen te delen.

Huiswerk

Geef de kinderen als huiswerk de opdracht om thuis te oefenen met balanceren door bijvoorbeeld over een lijn te lopen.

Geef de kinderen een simpele opdracht om thuis te oefenen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.