KT1 - LWP 2 - etappe 2 - Doelstellingen/planning/lesopbouw

KT1 - LWP2 - Etappe 2
In deze LWP leer je meer over :

- Het formuleren van een duidelijke doelstelling
- Plannen                                                       
- De lesopbouw                      




1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
KT1Middelbare schoolMBOmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

KT1 - LWP2 - Etappe 2
In deze LWP leer je meer over :

- Het formuleren van een duidelijke doelstelling
- Plannen                                                       
- De lesopbouw                      




Slide 1 - Tekstslide

Herhalen vorige les
Weten we het nog?

Slide 2 - Tekstslide

Op welke niveau's maken we een beginsituatie ?

Slide 3 - Open vraag

Wat noteren we in de algemene gegevens van de doelgroep

A
Aantal deelnemers
B
Verhouding deelnemers
C
Leeftijd
D
Prestatief / recreatief

Slide 4 - Quizvraag

Waarop let je als je een beginsituatie maakt op motorich niveau?

Slide 5 - Open vraag

Sociaal
affectief
niveau
Cognitief
niveau
Begrijpen van de uitleg
Kent de groep de spelregels
Tactisch inscht
Concentratie
Intelligentie
Sfeer
Samenwerken
Communicatie
Omgang met elkaar
Sportief gedrag
Mopperen
Coachen

Slide 6 - Sleepvraag

Allemaal klaar voor de nieuwe stof?
YES!! Kom maar op
Nou...Ik weet het nog even niet
Laat mij maar even met rust...Wordt hem niet vandaag

Slide 7 - Poll

DOELSTELLING
WAT IS  EEN DOELSTELLING?

Slide 8 - Tekstslide

WAT IS EEN DOELSTELLING

IN HET BOEK LEES JE DAT:
- Iets waarnaar je streeft
- iets wat je wilt bereiken


blz. 56

Slide 9 - Tekstslide

Welke woorden kan je bedenken die met "doelstelling" te maken hebben?

Slide 10 - Woordweb

Leg in eigen woorden uit wat de doelstelling te maken heeft met de beginsituatie, inhoud van de les en de evaluatie.

Slide 11 - Open vraag

Plaats in het didaktisch model
De doelstelling heeft betrekking op  
1. De beginsituatie
2. De inhoud van de les
3. De evaluatie

Maar waarom?

Slide 12 - Tekstslide

Soorten doelstellingen 
- Motorische doelstellingen 
- Cognitieve doelstellingen 
- Sociaal- affectieve doelstellingen

Slide 13 - Tekstslide

De duurloop van 10 km kunnen lopen
Dribbel bij voetbal kunnen uitvoeren
Motorische doelstelling
Cognitieve doelstelling
Sociaal-affectieve doelstelling
De schoolslagbeweging kunnen maken
4-3-3 systeem bij voetbal kunnen uitleggen
De juiste positie kiezen bij een zoneverdediging
Vijf fouten kunnen opnoemen van een handstand
Kunnen omgaan met winst en verlies
Een beslissing van de scheidsrechter kunnen accepteren
Bij het 'niet lukken' doorzettingsvermogen tonen

Slide 14 - Sleepvraag

Motorische doelstellingen 
- De schoolslag kunnen maken 
- Dribbel bij voetbal kunnen uitvoeren 
- Een duurloop van 10 km kunnen lopen

Slide 15 - Tekstslide

Cognitieve doelstellingen
- Vijf fouten/correcties kunnen opnoemen van een handstand
- 4-3-3 systeem bij voetbal kunnen uitleggen
- De juiste positie kiezen bij een zoneverdediging

Slide 16 - Tekstslide

Sociaal-affectieve doelstellingen
- Kunnen omgaan met winst en verlies
- Een beslissing van de scheidsrechter kunnen accepteren

Slide 17 - Tekstslide

Algemeen > concreet
Volleybaltechniek verbeteren
> De bovenhandse techniek bij volleybal kunnen uitvoeren. 

Een duurloop kunnen lopen 
> Een duurloop van 10 km over een sterk wisselend parcours kunnen lopen. 

Slide 18 - Tekstslide

Concrete doelstellingen
1. Bewegingsvorm
2. Waarneembaar eindgedrag van de deelnemer
Om een concrete doelstelling te formuleren maken we gebruik van het volgende schema
3. Onder welke voorwaarden of omstandigheden
4. Minimum prestatie
Kwalitatieve minimale eis
Kwalitatieve maximale eis

Slide 19 - Tekstslide

1. Bewegingsvorm
Voorbeelden van een bewegingsvorm:
  1. Een wreeftrap uitvoeren
  2. Een duurloop van 10km lopen
  3. Een voorwaartse salto springen

Slide 20 - Tekstslide

2. Waarneembaar eindgedrag
Waarneembaar eindgedrag (een handeling) druk je altijd uit door een werkwoord te grbruiken.
Dan krijg je dus:
  • De deelnemers kunnen een wreeftrap uitvoeren
  • De deelnemers kunnen een duurloop van 10km lopen
  • De deelnemers kunnen een voorwaartse salto springen



Slide 21 - Tekstslide

3. Voorwaarden/omstandigheden
We maken de doelstelling nu nog concreter door de voorwaarden of omstandigheden toe te voegen.

Voorbeeld:
De deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet toepassen 
over een afstand van 20 meter 

Slide 22 - Tekstslide

Maak de bewegingsvorm nu concreter door
"waarneembaar eindgerdag" toe te voegen.
Hoe zou deze er dan uit kunnen zien voor...
De deelnemers kunnen een duurloop van 10km lopen

Slide 23 - Open vraag

3. Voorwaarden/omstandigheden

De deelnemers kunnen een duurloop van 10km over een sterk wisselend parcours lopen

Slide 24 - Tekstslide

Hoe kan deze er dan uitzien voor:
De deelnemers kunnen een voorwaartse salto springen

Slide 25 - Open vraag

3. Voorwaarden/omstandigheden

De deelnemers kunnen een voorwaartse salto springen met aanloop met afzet van een minitramp springen

Slide 26 - Tekstslide

4. Minimumprestatie
Als laatste stap breiden we de doelstelling uit met een minimumprestatie.

Deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet uitvoeren, waarbij het standbeen tekens goed naast de bal wordt geplaatst.

De deelnemers kunnen een voorwaartse salto uit een aanloop met afzet van een minitramp springen, waarbij met twee benen wordt afgezet en de landing tot stabiele stand plaats vindt. 

Slide 27 - Tekstslide

Maak nu een concrete doelstelling voor jouw eigen sport

Slide 28 - Open vraag

Lesopbouw 

Slide 29 - Tekstslide

Wat is de standaard lesopbouw van een SB les?
A
Warming up - kern - afsluiting
B
Kern - afsluiting
C
Warming up - kern
D
Warming up - kern 1 - kern 2

Slide 30 - Quizvraag

Les introductie
  • Kijkt wie er zijn.
  • Belangrijke regels noemen (veiligheid/sierraden)
  • Afspraken maken 
  • Je vertelt het doel van je les. 

Slide 31 - Tekstslide

Fases / soorten warming-up
Algemeen (spieren op temperatuur brengen (warmlopen))
Rekken en losmaken
Specifieke warming-up

Slide 32 - Tekstslide

Specifieke warming-up
Specifiek
> De inhoud van je warming-up is afgestemd op de kern. De warming-up, kern en afsluiting sluiten alle drie op elkaar aan.

Voorbeeld: in de kern van je les ga je basketballen en wil je de deelnemers een bounce pass aanleren. Wat kan je dan in je warming-up gaan doen?


Dit gebruik je vooral in de lessen van de LWP's.

Slide 33 - Tekstslide

Kern
Aanleren / verbeteren > gericht op het behalen van je doelstelling.

Voorbeelden:
  1. Aanleren van een Lay-up bij basketbal
  2. Verbeteren van de dribbel bij voetbal 
  3. Aanleren van de smash bij volleybal 
  4. Verbeteren van de borstcrawl 

Slide 34 - Tekstslide

Wat kan je allemaal doen bij 'het einde van je les'?

Slide 35 - Open vraag

Einde van de les
Speelse bewegingsvorm

- Wat je hebt aangeleerd/hebt verbeterd, terug laten komen in bijvoorbeeld een eindpartij.

- Deelnemers kunnen intensief bewegen. 

- Deze komt vooral terug bij de lessen van de LWP's. 






Einde van de les
Cooling-down

- Niet intensief
- Ontspannende of losmakende oefeningen 


Slide 36 - Tekstslide

Wanneer gebruik je eerder een cooling-down?

Slide 37 - Open vraag

Wanneer gebruik je eerder een speelse bewegingsvorm?

Slide 38 - Open vraag