Taalvariatie

Taalregels....waarom?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Taalregels....waarom?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  • Benoemen welke verschillende taalsoorten er zijn.
  • Benoemen op welke momenten je deze taalsoorten in moet/kunt zetten.
  • Kun je uitleggen waarom we in Nederland taalregels hebben en waarom het belangrijk is dat we deze regels hebben.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is groepstaal?
A
Taal die je op je werk spreekt.
B
Taal die een groep mensen spreekt, bijvoorbeeld hiphoppers of jongeren.
C
Taal die je in groep 1 en 2 spreekt.
D
Taal die je spreekt als je op groepsreis gaat.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een dialect?
A
Een taal die alleen op school gesproken wordt.
B
Een taal die jongeren op straat spreken.
C
Een taal die in een deel van Nederland wordt gesproken.
D
Een taal die alleen door de koninklijke familie wordt gesproken.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is moedertaal?
A
Een taal die alleen door moeders wordt gesproken.
B
Een taal die alleen moeders leren aan hun kinderen.
C
Een taal die alleen moeders begrijpen.
D
Een taal die je van huis uit meekrijgt. Meestal leer je deze van je ouders.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is chattaal?
A
De taal waarin je sms't, twittert of whatsappt.
B
De taal die op je stage wordt gesproken.
C
De taal die door jongeren wordt gesproken.
D
De taal die je van huis uit mee krijgt.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is straattaal?
A
Een taal die mensen alleen spreken als ze 's avonds in het donker op straat lopen.
B
Taal die je spreekt als je op straat de weg aan iemand vraagt.
C
De taal die stratenmakers spreken.
D
Een mengsel van talen die jongeren onderling spreken op straat of op school.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is vaktaal?
A
Taal die gesproken wordt als je op vakantie bent.
B
Dat zijn woorden die alleen binnen een bepaald vakgebied gebruikt worden.
C
Woorden die iedereen van kinds af aan leert.
D
Woorden die je gebruikt in je boekverslag.

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer gebruik je deze verschillende taalsoorten?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Waarom is het belangrijk om regels te hebben voor spelling?

Slide 11 - Open vraag

Regels over:

  • Grammatica (woordvolgorde)
  • spelling
  • interpunctie


Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt nu:
  • Benoemen welke verschillende taalsoorten er zijn.
  • Uitleggen waarom we in Nederland taalregels hebben.

Slide 13 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
tips en tops

Slide 14 - Woordweb